John Crombez (SP.A)

‘Quo vadis Europese sociaaldemocratie?’

John Crombez (SP.A) Kamerlid en gewezen voorzitter SP.A

John Crombez, voorzitter SP.A, en Jan De Bock, internationaal secretaris SP.A, maken de staat op van de Europese sociaaldemocratie. ‘We zijn te ontspannen geweest’

In de Griekse tragedie van de voorbije weken zien verschillende commentatoren niet alleen een nederlaag voor alle Europeanen, maar ook van de Europese sociaaldemocratie. En ja, gelijk hebben ze. De tweespalt met zogenoemde ‘linkse’ politici zoals Jeroen Dijsselbloem (Nederlandse PVDA) of Duitse SPD-ministers is pijnlijk duidelijk. Weinigen stonden zo vijandelijk tegenover de Griekse hervormingsvoorstellen. Meer nog, ‘onze vrienden’ volgden bijna slaafs de logica van de grijze maatpakken van de troja.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het resultaat? Een vergiftigd cadeau voor de Grieken, een snoeihard besparingsbeleid in ruil voor hulp. Het moet ons, Europese sociaaldemocraten, tot nadenken aanzetten. Nu meer dan ooit hebben we nood aan een kompas waar de partijen in de lidstaten kunnen op varen. Dat vereist niet alleen een diepe reflectie, maar ook een uitgebreide vernieuwing van onze ideeën en nationale praktijken. Dat zijn we verplicht aan iedereen die in ons gelooft en aan al diegenen die we willen overtuigen. Alleen is de vraag van 1 miljoen: hoe doen we dat?

Het harde besparingsbeleid van de EU na 2008 zorgde in Zuid-Europa voor enorme sociale achteruitgang, in plaats van Spanje en Griekenland er weer bovenop te helpen. De schade die ze aanrichtte, is echter onvoldoende om het succes van nieuwe linkse bewegingen zoals Podemos en Syriza – ten nadele van onze klassieke zusterpartijen PASOK en PSOE – te verklaren. Hun opmars is ook een terechte reactie tegen het cliëntelistisch gebruik van het staatsapparaat en het onvermogen degelijk te besturen. De zuiderse welvaartsstaten zijn onvoldragen en onevenwichtig: pover in dienstverlening, bijvoorbeeld op vlak van kinderopvang en onderwijs, en rijkelijk voor een beperkte groep mannen met verworven rechten. Elk land zijn sociale keuzes, dachten we. Europese eenmaking kan op sociaal vlak alleen de standaarden verlagen in eigen land, dachten we.

Vandaag weten we beter

Vandaag weten we beter. Het lot van het Zuid-Europese socialisme bepaalt mee het onze, dat hebben we nu tot onze scha en schande ondervonden. Precies om die reden gaan wij de volgende jaren niet alleen met de klassieke socialistische partijen samenwerken, maar met nieuwe bewegingen zoals Podemos en Syriza. Die laatste vertrekken vanuit een rechtvaardigheidsagenda die mensen aanspreekt en verbindt. Is het dan niet bij uitstek de taak van Europese sociaaldemocraten om sociale cohesie en solidariteit met Zuid- Europa te promoten in plaats van precies het omgekeerde, zoals sommigen nu deden?

Dichter bij ons heeft de heersende ideologie waarbij neoliberale ideeën worden gebruikt om socialistische doelstellingen te bereiken lelijk huisgehouden. De uitspraak van Peter Mandelson in 1998 dat New Labour ‘heel erg ontspannen is over mensen die verschrikkelijk rijk zijn’ krijgt in het post-crisis tijdperk een wrange bijsmaak. We zijn te ontspannen geweest.

Over bankiers die, gedreven door bonussen, ons financieel systeem ontwrichtten en hun verliezen op onze samenleving afwentelden.

Over zij die met hun vennootschappen al het mogelijke doen om hun vermogen te verstoppen in fiscale paradijzen, buiten het bereik en ten nadele van diezelfde samenleving.

Over de pure onrechtvaardigheid van de stijgende ongelijkheid tussen een elite die haar vermogen sterk ziet groeien en een bevolking die vastzit in stagnerende inkomens, sociale dumping, mini-jobs en een sociale bescherming die tekortschiet.

Over de markt die het overneemt van publieke diensten, zoals in de Nederlandse zorg of het Britse openbaar vervoer, hebben we ons te inschikkelijk, zelfs lui getoond. Uitverkoop van universele diensten is ideologische short-selling en snelle politieke winst. Het brengt langdurige schade aan onze belofte voor de gemeenschap, ook in Vlaanderen. Wij geloven in de meerwaarde van publieke diensten zonder winstbejag en moeten binnen de Europese sociaaldemocratie ook ondubbelzinnig het engagement aangaan om ze efficiënter te maken. Net zoals we ons dubbel moeten plooien om van de staat een vooruitstrevende, motiverende werkgever te maken.

Migratie en diversiteit

Tot slot worstelen we overal in Europa met migratie en diversiteit en een gevoel van controleverlies. In het licht van vrij verkeer van personen en van wereldwijde migratie hebben mensen vaak het gevoel dat ze de greep en controle verliezen op hun leven en de samenleving. Dat gevoel moeten we als sociaaldemocratische beweging die ethisch en intellectueel voor verdraagzaamheid staat en de belofte van sociale vooruitgang voor de hele gemeenschap wil waarmaken, ernstig nemen. ‘We lost the South for a generation’, zei de democratische president Lyndon Johnson, toen hij de Civil Rights Act ondertekende in 1964. Het duurde bijna 30 jaar tot Bill Clinton het zuiden van de VS opnieuw voor de democraten kon winnen. Wij moeten beter doen en de verontruste werknemers en gepensioneerden overtuigen dat verdraagzaamheid en anti-discriminatie niet in de weg staan van een hechte gemeenschap en brede sociale vooruitgang maar juist samengaan.

Daarom hebben we als Vlaamse en Europese socialisten nu meer dan ooit de opdracht om uit te leggen dat onze successen uit het verleden ook de bouwstenen van een nieuw model zijn. Zonder te blozen en zonder handrem op moeten we samen werk maken van een gedeeld Europees en anticyclisch economisch project, zodat de volgende crisissen niet opnieuw leiden tot een enorme kloof tussen het Duitse noorden en het Griekse zuiden.

In de eerste plaats doen we dat door Europa dichter bij de mensen te brengen in plaats van andersom. Zo keurde het Europees parlement al in maart 2014 met overweldigende meerderheid – 80% – een resolutie goed die de macht van de trojka moet inperken. Onze taak is het om dat gaspedaal nu voluit in te duwen en dat concreet maken.

Dat doen we ook door samen een consensus vinden te over hoe we omgaan met migratie binnen en buiten Europa, op een manier die onze welvaartsstaat versterkt en niet ondermijnt. Dat doen we door samen de welvaartsstaat verder te ontwikkelen en als het moet zelfs te herdenken.

Naast de klassieke sociale bescherming is er nood aan een plan voor sociale investering in onderwijs, kinderopvang en welzijn. Oók in Griekenland en óók in Oost-Europa. Een plan dat jongeren in de hele EU het nodige vertrouwen geeft en duidelijk maakt dat economische groei ook voor de volgende generaties samen gaat met sociale vooruitgang. Zulke samenlevingen scoren hoog in alle lijstjes, kijk maar naar de Scandinavische landen.

Kortom, er ligt veel werk op de plank. Maar met een aantrekkelijke mix van oude en nieuwe sociaaldemocratische recepten kunnen we de boodschap dat iedereen wel vaart bij een samenleving die niemand achterlaat écht doen aanslaan.

John Crombez, voorzitter SP.A

Jan De Bock, internationaal secretaris SP.A

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content