Professor Herman Matthijs scherp voor Charles Michel: ‘Het verschil met Nederland is groot’

Charles Michel: 'Deze regering heeft nagelaten om kordate maatregelen te nemen', vindt ook professor Herman Matthijs. © BelgaImage
Ewald Pironet

Na opmaak van de begroting 2019 was er bij commentatoren vooral negatieve kritiek op de regering-Michel. Terecht? Professor Herman Matthijs vindt van wel. ‘Men is vergeten om keuzes te maken over wat de taken van de overheid zijn.’

De krantenkoppen waren vernietigend over het begrotingsakkoord dat de regering-Michel een dikke week geleden heeft afgesloten. Een kleine greep: ‘Een akkoord met losse eindjes’ ( De Tijd), ‘Alweer de zomer in met veel losse eindjes’ ( De Standaard), ‘Niet meer ernstig’ ( Het Nieuwsblad), ‘Ceci n’est pas un accord’ ( Het Laatste Nieuws) en, op de heetste dag in decennia, ‘Wie wordt hier warm van?’ ( De Morgen). Premier Charles Michel (MR) reageerde in enkele weekendinterviews ontstemd: de commentatoren begrepen er niets van, net als ‘de specialisten en pseudo-specialisten’. Knack trok naar Herman Matthijs, als hoogleraar openbare financiën niet alleen verbonden aan de UGent en de VUB, maar ook lid van de Hoge Raad van Financiën en censor bij de Nationale Bank. Van hem kan men moeilijk zeggen dat hij er niets van begrijpt. Matthijs laat zijn licht schijnen over de evolutie van het tekort, de schuld, de groei en het overheidsbeslag. En over de rol van het veelbesproken monitoringcomité voor het verzamelen van de cijfers: ‘Schaf dat monitoringcomité af.’

Kiezers keuren geen beleid af, ze keuren een gebrek aan beleid af.’

Herman Matthijs

1. Het tekort

Eind 2014, bij het aantreden van de regering-Michel, stond het nominale begrotingstekort op 3,1 procent van het bbp, eind 2017 was dat gezakt tot 1,01 procent. ‘Daarmee heeft de regering-Michel een veel beter parcours gereden dan de voorgaande bewindsploeg onder leiding van Elio Di Rupo (PS)’, zegt Matthijs. ‘We zitten ook duidelijk onder een tekort van 3 procent, dat Europa als maximale grens hanteert. Door de economische groei en de stijgende tewerkstelling zal dat tekort blijven dalen. Alleen is het niet zeker dat er een evenwicht zal bereikt worden. De huidige coalitie liet maanden geleden al weten dat ze geen overeenstemming wist te bereiken die tot een budgettair evenwicht zou leiden. Daarmee doen we het slechter dan Duitsland, Nederland en Zweden, maar beter dan Frankrijk, Italië en Spanje.’

2. De schuld

De schuld klokte eind 2014 af op 107 procent van het bbp, nu is dat nog 103 procent. ‘Dat is niet de grootse verbetering’, vindt Matthijs. ‘Buiten wat aandelen van BNP Paribas heeft deze regering weinig verkocht en dat is toch wel opvallend voor een centrumrechts kabinet. Het is nu afwachten wat de gedeeltelijke verkoop van Belfius zal opleveren. Maar ik verwacht dat de opbrengst daarvan, gecombineerd met de economische groei, ervoor zal zorgen dat de regering-Michel eindigt met een schuldratio onder de 100 procent bbp. Dat is een psychologisch belangrijke drempel, al neemt het niet weg dat we inzake schuld veel slechter scoren dan de meeste andere eurolanden, en te vergelijken zijn met Frankrijk en Spanje. Maar we doen het beter dan Italië.’

‘Uiteindelijk heeft deze regering veel te laat een akkoord bereikt over de beursintroductie van Belfius’, aldus Matthijs, ‘want maanden geleden zou die veel meer geld hebben opgebracht. Bovendien is dit dossier gelinkt aan het oude Arco-dossier: CD&V wou enkel instemmen met de gedeeltelijke verkoop van Belfius als de overheid de Arco-coöperanten zou vergoeden voor hun geleden verliezen. Dat is en blijft moeilijk in overeenstemming te brengen met het gelijkheidsbeginsel, want waarom moeten de Arco-aandeelhouders vergoed worden op kosten van de begroting, en dus door alle belastingplichtigen? Waarom worden dan alle aandeelhouders die tijdens de financiële crisis geld verloren hebben op hun bankaandelen niet vergoed? Als de Europese Commissie zichzelf niet wil tegenspreken, dan moet ze nu ook ‘neen’ zeggen tegen deze Arco-deal.’

Herman Matthijs
Herman Matthijs© BELGA

3. De groei

De economische groei staat met 1,7 procent hoger dan enkele jaren geleden, maar lager dan in Nederland. ‘Dat heeft ongetwijfeld te maken met de grondigere sanering van de begroting en de arbeidsmarkt bij onze noorderburen’, aldus Matthijs. ‘Tussen eind 2014 en 2017 is de groei hier met 9,5 procent toegenomen. Dat is beter dan Frankrijk, Denemarken en Italië, maar slechter dan Duitsland, Nederland en Zweden. Die verbetering van de economische activiteit merkt men ook aan de groei van de export, die eind 2017 uitkwam op 381 miljard euro. Maar 317 miljard of 83 procent daarvan komt van Vlaanderen. De exportaandelen van Wallonië (14 procent) en Brussel (3 procent) zijn bijzonder mager.’

4. Het overheidsbeslag

De overheidsuitgaven daalden wel met een volle drie procent naar 52,2 procent. ‘Maar ten aanzien van de overheidsontvangsten is er maar een daling van 52,1 naar 51,2 procent’, zegt Matthijs. ‘De kaap van de 50 procent heeft de regering-Michel niet gehaald, terwijl de overheidsuitgaven in Nederland bijvoorbeeld niet meer dan 42,6 procent bedragen. Dat is 10 procent minder dan bij ons. Dat wijst op een te beperkte sanering van het overheidsapparaat en op een fiscale druk die nog steeds te hoog is.’

5. De werkgelegenheid

Inzake werkgelegenheid heeft deze regering goed gepresteerd, vindt Matthijs, ‘want voor het eerst zijn er honderdduizenden jobs bij gekomen in de private sector. De lastenverlagingen met betrekking tot de parafiscaliteit en andere maatregelen moet men zeker als positief ervaren. Maar de werkloosheid staat alleen laag in Vlaanderen (4,3 procent) en is nog steeds problematisch in Brussel (15 procent) en Wallonië (10 procent). Ook als je kijkt naar de arbeidersparticipatiegraad zie je grote verschillen: in Vlaanderen is die 70,5 procent, in Brussel 66,1 en in Wallonië 63,9 procent. Maar in vergelijking met de Scandinavische landen en Nederland scoort ook Vlaanderen hier nog te laag.’

Ik ben er voorstander van dat men het monitoringcomité afschaft

Herman Matthijs

6. Het monitoringcomité

Bij deze begrotingsopmaak is er ook discussie ontstaan over de rol en de cijfers van het monitoringcomité, een groep van topambtenaren die de data aanlevert waarmee de regering aan de slag gaat. Matthijs: ‘Het monitoringcomité is ontstaan tijdens de politieke crisis van 2010, maar heeft geen enkele wettelijke basis. Bovendien zijn er al genoeg instanties die budgettaire bevoegdheden hebben. Het is mij onduidelijk waarom dat monitoringcomité maar blijft bestaan. Uiteindelijk is de begrotingsopmaak een politiek werkstuk van de regering, die als enige daartoe de democratische legitimiteit bezit. Ik ben er voorstander van dat men het monitoringcomité afschaft, de cijfers moeten in de eerste plaats worden geleverd door de ministers van Begroting en Financiën.’

Conclusie

‘De federale overheid worstelt nog steeds met een begrotingstekort en een hoge schuld. Had deze regering-Michel meer kunnen doen om de openbare financiën te saneren?’ Matthijs stelt niet alleen de vraag, hij geeft ook een duidelijk antwoord: ‘Ja! Daarbij heeft de regering vergeten om keuzes te maken over wat precies de taken zijn van de overheid, iets wat Nederland bijvoorbeeld wel heeft gedaan. Bovendien heeft de regering-Michel veel dossiers pas in de tweede helft van de legislatuur behandeld. Maar om kordate maatregelen te nemen dient men in het begin van de legislatuur die beslissingen te nemen. Komt daar nog bij dat het al geruime tijd duidelijk is dat twee regeringspartijen, Open VLD en N-VA, verder wilden saneren, terwijl twee andere, CD&V en MR, vonden dat het genoeg was. Dat verlamde de werking van de regering-Michel.’

Matthijs: ‘Onze overheidsfinanciën hebben de voorbije jaren kunnen profiteren van een lage rente, maar daar komt nu een eind aan. Gecombineerd met het feit dat ook de regering-Michel geen doortastende hervormingen heeft doorgevoerd, zal ons dat over enige jaren budgettair pijn doen. En er bestaat een gouden regel in de politiek: de kiezers keuren geen beleid af, ze keuren een gebrek aan beleid af. Dat lijkt de regering-Michel vergeten te zijn. En de oppositie blijkbaar ook, want die was en is bijzonder zwak.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content