Proces De Gelder – “Ene week meisje van zestien, andere vrouw van zeventien”

(Belga) “De ene week had ik een meisje van zestien, de andere een vrouw van zeventien.” Dat zei de moeder van Joyce D.L, die als stagiaire aan de slag was in kinderdagverblijf Fabeltjesland, in het assisenhof in Gent.

Joyce D.L. ging op haar zestiende aan de slag als stagiaire in Fabeltjesland. Haar ouders waren op dat moment gescheiden en ze woonde toen nog bij haar vader. Haar moeder Katleen B. vertelde hoe ze kort na het drama – ze was toen al zeventien – bij haar kwam inwonen. “Dat was deels omdat ze behoefte had om erover te praten. Met haar vader lukte dat niet zo goed.” Na die 23 januari werd haar dochter een “schoothondje”, zei Katleen B. “Er moest steeds iemand met haar mee. Om naar het toilet te gaan, om te slapen of om te douchen. Zelfs naar de bakker, tien meter verder in de straat, durfde ze niet meer.” Volgens haar moeder was ze vroeger “een losbol”, een “zotte doos”. “Ze was een meisje van zestien dat graag wegging. (…) Ze was altijd aan het lachen. Daarna niets meer van dat. Als ze nog humor had, was het zwarte humor. De ene week had ik een meisje van zestien, de andere een vrouw van zeventien.” Katleen vertelde ook hoe het altijd Joyces droom was geweest om met kinderen te werken en dat die droom in duigen viel. “Ze durfde dat niet meer.” (KAV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content