Prins Laurent in de Kamer: ‘Geen cinema, maar uitoefening recht op verdediging’

© .

Meester Laurent Arnauts, de advocaat van prins Laurent, heeft zijn aanwezigheid op een Chinese viering verantwoord op de Kamerzitting die zich buigt over de inhouding van een deel van de dotatie van de prins.

Tijdens zijn verdediging van prins Laurent heeft meester Laurent Arnauts in detail zowel de sanctieprocedure tegen de prins onderuit gehaald, als de wet die aan de basis van die procedure ligt. Veel van zijn argumenten werden de voorbije maanden al aangehaald, zoals dat de rechten van de verdediging met de voeten werden getreden.

Door de late aankomst van meester Laurent ging de zitting met meer dan een half uur vertraging van start. De advocaat nam ook uitgebreid de tijd om zijn stelling uiteen te zetten. ‘Dit is geen cinema’, verzekerde hij. ‘Het is de normale en noodzakelijke uitoefening van de rechten van de verdediging van elke burger. Prins Laurent is een burger. Niet meer, maar ook niet minder.’

Zoals bekend stelde de regering aan het parlement voor vijftien procent van de dotatie van de prins in te houden. Het gaat om een sanctie omdat de prins zonder toelating van de regering in legeruniform aanwezig was op een viering van de negentigste verjaardag van het Chinese leger op de Chinese diplomatieke missie bij de Europese Unie. Dat is verboden door de wet van november 2013 die de koninklijke dotaties regelt.

De advocaat relativeerde die aanwezigheid en vooral het gewicht dat daaraan moet worden gegeven. De uitnodiging verliep eerder informeel via een diplomatieke attaché. Bovendien waren er parlementsleden, Europese gezagsdragers en legerverantwoordelijken aanwezig en ging het niet om een unilateraal Chinese aangelegenheid. ‘Iedereen met enige graad droeg die dag zijn uniform’, luidde het voorts.

Er is ook nogal wat mis met de wet die de dotaties regelt, vindt de advocaat. Hij ziet bijvoorbeeld een probleem in het verbod op contacten met buitenlandse gezagsdragers. ‘Wat is een contact? De wet verbindt juridische gevolgen aan een term uit het dagelijkse leven’, legde de advocaat uit. Ook begeeft de prins zich in milieus waar nu eenmaal nogal veel dergelijke personen de dienst uitmaken. Zo wordt hij ‘permanent een vogel voor de kat’, aldus Arnauts.

Volgens de advocaat zijn de rechten van de verdediging ook geschonden als gevolg van de gevolgde procedure. Hij voert aan dat de beslissing om de prins te sanctioneren al van bij het begin vastlag, nog voor de prins of zijn advocaat werden gehoord. Arnauts voerde aan dat bepaalde stukken ‘à décharge’ niet in het dossier zaten dat door de regering was overgemaakt en dat op te korte termijn de verdediging moest worden voorbereid.

Zo verwees de advocaat naar een mail van eind vorig jaar waarin hijzelf akkoord ging met een sanctie – zij het wel lager dan de 15 procent – en voorstelde om de wet op de dotaties te verduidelijken zodat die naar de toekomst juridische zekerheid zou bieden. ‘We wilden een constructieve oplossing zoeken. Dat voorstel is zonder gevolg gebleven’. Hij herhaalde in de Kamer wel dat voorstel. ‘Dat zou eleganter en zeker wettelijker zijn.’

De Kamer is volgens de advocaat trouwens niet in staat voldoende onpartijdig te oordelen, onder meer omdat dezelfde meerderheid in de Kamer moet oordelen als diegene die binnen de regering de dienst uitmaakt. Indien het parlement overgaat tot een sanctie, dan kan dat oordeel volgens Arnauts worden voorgelegd aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hij meent ook dat het vermoeden van onschuld met de voeten is getreden.

Een ander argument tegen de procedure is dat de dotatie aan de prins volgens zijn advocaat geen gunst is. ‘Ze kan dus niet worden onderworpen aan een arbitraire interpretatie van de wet die is ingegeven door politieke of mediatieke motieven.’

Slechts één vraag tijdens namiddagzitting

De namiddagzitting was al voorbij vooraleer ze goed en wel begonnen was. Het was de bedoeling dat de commissieleden nog bijkomende vragen konden stellen aan de advocaat van de prins. Enkel Francis Delperée (CDH) had echter een vraag op zijn lippen branden.

Na een goede tien minuten schorste voorzitter Siegfried Bracke (N-VA) de zitting. Nadien trokken de commissieleden zich in conclaaf terug in een andere zaal voor de beraadslaging en stemming over de vraag van de regering om 15 procent van de dotatie in te trekken. Dat gebeurt achter gesloten deuren. Het is nog onduidelijk wanneer het resultaat bekend zal raken.

Het is de bedoeling dat de plenaire Kamer zich volgende week ook over de vraag buigt.

Partner Content