Het Belgische spoorwegsysteem komt als 11de uit de bus bij een vergelijking van de prestaties van de spoorwegen in 24 Europese landen.
Het Belgische spoorwegsysteem komt als 11de uit de bus bij een vergelijking van de prestaties van de spoorwegen in 24 Europese landen. Dat staat in een studie van de Boston Consulting Group (BCG).
De groep ontwikkelde een prestatie-index (Rail Performance Index), die gebaseerd is op de intensiteit van het gebruik (reizigers- en vrachtverkeer), de kwaliteit van de dienstverlening (onder andere stiptheid) en de veiligheid. België staat volgens die index op een 11de plaats, in een ruime middengroep. Het is wel het enige land in die groep die op de drie criteria goed scoort.
Uit de studie blijkt dat vooral de hoogte van de overheidsdotatie bepalend is voor de prestaties. Volgens de auteurs presteert het Belgische systeem “redelijk” ten opzichte van de overheidsdotatie. De structuur van de spoorwegen is geen beslissende factor.
In Zwitserland, duidelijk het best gerangschikt in de index, is eenzelfde entiteit netwerkbeheerder en spooroperator. In Frankrijk, de tweede in de ranglijst, is de spoorinfrastructuurbeheerder een apart overheidsbedrijf dat wel aan de operator gelinkt blijft. In Duitsland dan weer, dat derde eindigde, zijn infrastructuurbeheerder en operator verenigd in een holding. In België woedt volop het debat over een nieuwe structuur voor de NMBS-Groep. (Belga/INM)
