Walter Pauli

Politiek is oorlog

De N-VA-strategie doet denken aan het spel van Oranje bij het WK voetbal 1974: het is totaalvoetbal.

Jan Vranken zal het geweten hebben. De hoogleraar, die sinds jaar en dag geldt als dé armoedespecialist in Vlaanderen, waagde het om in volle verkiezingsstrijd een boekje uit te brengen over het sociale beleid van het door de N-VA gedomineerde Antwerpse stadsbestuur: Thatcher aan de Schelde. Natuurlijk was die timing niet toevallig, dat geeft Vranken ook zelf toe: ‘In verkiezingstijden krijgt mijn boodschap meer aandacht.’

Wat hij zich niet realiseerde bij dat promotie-offensiefje, is dat hij onvermijdelijk zou delen in de klappen die nu eenmaal vallen in tijden van verkiezingen. In P-Magazine deed de door hem geviseerde Liesbeth Homans het boek af als ‘gewoon een ideologisch pamflet van de PVDA’. Dat was in één klap twee keer onder de gordel. Vrankens boek heeft zeker een politieke en zo men wil ideologische basis, want wetenschap is niet neutraal of waardenvrij. Daarin heeft Homans een punt. Maar een boek vol cijfermateriaal, geruggesteund door een kast wetenschappelijke lectuur, zo maar afdoen als een ‘pamflet’, is natuurlijk niet ernstig. En Jan Vranken meteen bij de PVDA indelen, is zelfs een bewuste leugen.

Vooral omdat Jan Vranken géén politicus is, valt het op hoe onheus Homans’ aanval is. In de politieke arena, zeker tijdens verkiezingen, zijn we eraan gewend geraakt dat mensen elkaar verrot schelden en meer kreten dan argumenten gebruiken. Beledigingen en sneren, karikaturen en hyperbolen vliegen heen en weer – en bijwijlen ook een rake opmerking.

‘Beleidsvoerders moeten afstand nemen van het buikgevoel van het luidruchtigste deel van de bevolking’, zei Jan Vranken in De Standaard. Maar laat het tijdens verkiezingscampagnes nu net daar om gaan: politici die proberen zo goed mogelijk in te spelen op het buikgevoel van dat luidruchtige (en hen welgezinde) deel van de bevolking. En daarbij tonen de toppolitici van meerderheid en oppositie waarom ze beter zijn dan de rest: als ze dat nodig vinden, durven ook zij te excelleren in vuilbekkerij.

Het is dus een fenomeen dat alle partijen treft, en waarbij de concurrentie ook de N-VA niet ontziet: ‘aasgier’ (Bruno Tobback), ‘eunuchen in een harem’ (Elio Di Rupo) of gewoon ‘deloyaal’ (Kris Peeters): En naarmate de verkiezingen naderen, brokkelt op de vermaledijde sociale media het verschil tussen een ‘nationalist’ en een ‘fascist’ snel af. Voor dat soort argumenten bestaat dus blijkbaar een publiek.

Maar net zoals de N-VA in deze verkiezingscampagne op tal van vlakken net een beetje meer aanwezig is dan de rest, beheerst de partij van Bart De Wever ook deze kunst een tikje beter. Neem Het Laatste Nieuws van vorige zaterdag. Daarin hekelt Bart De Wever de ‘cafépraat’ van Bruno Tobback door te verwijzen naar zichzelf: ‘Ik ben graag puntig, maar nooit boertig.’ Om één paragraaf verderop de SP.A-voorzitter een fraai compliment terug te sturen: ‘Hoe luider Tobback roept dat hij geen schrik van hen (de PVDA’ers) heeft, hoe dunner het hem door de broek loopt.’ En weer wat verder, voor de fijnproevers – en ook ter attentie van vader en moeder Tobback: ‘Ik ben niet de zoon van een minister. Ik ben de zoon van een spoorwegarbeider. Maar ik ben wel netjes opgevoed.’ De eigen achterban likt zich daar duimen en vingers aan af, veel lezers van de krant eveneens.

De N-VA-strategie doet denken aan het spel van Oranje bij het WK voetbal 1974: het is totaalvoetbal. Oranje combineerde de weergaloze klasse van de beste speler van zijn generatie – Johan Cruyff – met het brutale opjagen en opnaaien – door spelers als Johan Neeskens – van de tegenstander, tot die zelf in de fout ging: ‘Voetbal is oorlog’, verklaarde coach Rinus Michels. Het was een team dat zich gesteund wist door een bijzonder luidruchtige aanhang, het ‘legioen’ – bij het WK destijds in de stadions en de steden , bij de verkiezingen vandaag op Facebook en Twitter. Het was voetbal dat alle liefhebbers en kenners, en ten slotte ook veel buitenstaanders charmeerde, en dat Oranje verder bracht op een WK dan ooit tevoren. Al heeft dat WK ook geleerd dat de wereldbeker niet per definitie toekomt aan de grootste spelvernieuwer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content