‘Ofwel trekken we de lonen van lokale politici omhoog, ofwel aanvaarden we zitpenningen’

Johan Ackaert

Wie grof geld wil verdienen, gaat beter niet in de politiek, zegt professor politicologie Johan Ackaert (UHasselt). ‘Al hebben we wel nood aan meer transparantie.’

Zouden we niet eens uitzoeken hoeveel vergelijkbare mandaten opleveren in de ons omringende landen, en wat de totale uitgaven zijn? Het kan ons iets leren over de performantie van onze politici.

(Roger Bouvrie, Tienen)

Johan Ackaert: Op zich is dit een terechte vraag. Maar soms gaat de publieke opinie voorbij aan het feit dat het hoge aantal politieke mandaten in ons land gekoppeld is aan onze specifieke politieke structuur. We zijn een gefederaliseerd land, en daarnaast steunt ons kiessysteem op evenredigheid: alle politieke partijen moeten voldoende vertegenwoordigd zijn. Daarom heb je een ‘kritische massa’ aan mandaten nodig. Op het lokale niveau zou je het aantal mandaten wel kunnen beperken door gemeentes te laten fuseren.

Volgens Vacature heeft een directeur van een ‘groot bedrijf’ de bestbetaalde job in België: 9253 euro bruto per maand. Als hij daar 5500 euro netto aan overhoudt, is dat nog altijd drie keer minder dan de Kamervoorzitter. Is dat redelijk?

(Dirk De Winter, Mechelen)

Ackaert: Over die 9253 euro heb ik mijn twijfels, zeker nu de managerslonen bij Eandis aan het licht zijn gekomen. De echte toplonen vind je niet in de politiek. En ik ben ervan overtuigd dat loon ook niet de eerste drijfveer is van de gemiddelde politicus. Het draait veel meer om macht en informatie. Maar als het klopt dat onze ‘eerste burger’ meer verdient dan de premier, dan heb ik daar uiteraard ook vragen bij.

Politici zelf laten beslissen over hun mandaten, pensioenen of hun vergoedingen voor hun bijdrage in een intercommunale lijkt me moeilijk: ze zijn tegelijk rechter en partij. Is er geen andere manier om de loon- en pensioenvoorwaarden objectiever te laten vastleggen door een externe instantie, zoals het Rekenhof?

(Tim Vanbrabant, Meeuwen-Gruitrode)

Ackaert: Het Rekenhof lijkt me een goede suggestie, maar veeleer om de transparantie te verhogen. Het kan bekijken of de lonen van politici in verhouding staan met hun verantwoordelijkheden. Al vrees ik dat die lonen dan waarschijnlijk te láág uitvallen. Maar een groep ambtenaren – wat het Rekenhof uiteindelijk is – te laten bepalen hoeveel politici mogen verdienen, past volgens mij niet in een democratie. Laat de politici maar zelf grenzen stellen, de kiezer zal dan wel oordelen of hij daarmee akkoord gaat.

In de discussie over bijklussende politici ligt de nadruk op bestuursmandaten. Maar heel wat parlementsleden zijn ook advocaat, al dan niet in een vennootschap. In zo’n geval kan er ook belangenvermenging voorkomen. Werkt men niet met twee maten en twee gewichten?

(André Lauwers, Brugge)

Ackaert: Dat is een moeilijke discussie. Er moet inderdaad gewaakt worden over mogelijke belangenvermenging. Maar om het met de woorden van Herman De Croo (Open VLD) te zeggen: ‘Een politiek mandaat is een zeer tijdelijk kader.’ Je moet ergens op kunnen terugvallen. Een andere discussie lijkt me belangrijker: hoeveel tijd hebben mensen naast hun cumul nog voor de politiek? Doen ze echt waarvoor ze betaald worden?

Volgende week

Hebben vrouwen nog een Vrouwendag nodig? Stel uw vraag aan Liesbet Stevens (Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen).

Mail uw vragen naar mijnvraag@knack.be en maak kans op een boekenbon van Standaard Boekhandel ter waarde van 20 euro.

Door STEFANIE VAN DEN BROECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content