Pieter De Crem trekt ten oorlog voor 233,86 euro en bijt in het zand

De rechter in Brussel heeft de vzw Vredesactie vrijgesproken nadat ze moest voorkomen na een klacht van minister van Defensie Pieter De Crem (CD&V).

In 2008 voerde een groepje manifestanten van Vredesactie een protestactie aan het ministerie van Defensie. Ze gebruikten daarbij afwasbare theaterverf zoals die ook wel in de kleuterklas wordt gebruikt.

Het was de bedoeling de verf op een muur van het ministerie te kliederen en ze daarna zelf af te wassen onder het motto vredesdweilen met de kraan open. De actie wilde het beleid van minister De Crem inzake de oorlog in Afghanistan op de korrel nemen. De actievoerders werden echter vroegtijdig opgepakt waarna het ministerie de verf dan zelf liet afwassen.

Voor de opkuisactie van die verf diende minister van Defensie Pieter De Crem een klacht in bij het gerecht. Het verwijderen van de rode verf kostte alles samen 233,86 euro. De kosten zijn onder meer berekend op ‘het gebruik van water aan 10,3 liter per minuut’.

Het parket van Brussel vond het niet de moeite om hiervoor een dossier op te starten, maar dat was buiten Defensieminister Pieter De Crem gerekend. Hij diende een klacht in met burgerlijke partijstelling. Dan is het gerecht verplicht om te vervolgen.

Er volgde een gerechtelijke procedure die meer dan 5 jaar in beslag nam. De kosten daarvan zijn niet berekend maar zullen allicht een groot veelvoud zijn van de 233,86 euro die De Crem van de vredesmanifestanten wilde recuperen. Grootste slachtoffer van deze vete is de belastingbetaler.

De rechter is de minister dan toch niet gevolgd. Vredesactie is over de hele lijn vrijgesproken. Ook de procureur had eerder al weinig zin om de argumentatie van De Crem te volgen. In normale omstandigheden vordert de procureur tijdens de zitting een straf voor de beklaagden. In dit geval vroeg het openbaar ministerie de vrijspraak. Volgens de rechter was het dossier echt wel te zwak en heeft Vredesactie geen fout begaan.

Vraag blijft waarom Pieter De Crem van enkele liters water een halszaak maakte. Volgens Vredesactie zelf was het de bedoeling om hen te intimideren.

‘Dit soort processen zijn een vorm van intimidatie en een grove aanfluiting van het recht op vrije meningsuiting,’ zegt woordvoerder Roel Stynen. ‘De repressieve aanpak van activisten schrikt mensen af om geweldloze acties te organiseren of er aan deel te nemen. Om niet te spreken van de financiële gevolgen die verbonden zijn aan dergelijke procedures. Naast het invoeren van de GAS-boetes en de eenzijdige verzoekschriften is deze rechtszaak een duidelijk voorbeeld van het inperken van het fundamentele recht op vrije meningsuiting.’