Vlaanderen beschikt volgens minister Philippe Muyters over veel nuttige gegevens om het kadastraal inkomen zelf te bepalen. ‘Een overkoepelend agentschap heeft geen meerwaarde.’
‘Het Kadaster hanteert voor het kadastraal inkomen (KI) uit een woning een aantal bouwtechnische criteria: oppervlakte, bouwmaterialen, bad- en slaapkamers enzovoort. Maar vandaag bepalen veel meer elementen de waarde van een woning: een school in de buurt, een verkeersveilige omgeving, of de nabijheid van een gevaarlijk bedrijf, een spoorweg of een watergevoelig gebied’, aldus Vlaams minister van Financiën Philippe Muyters (N-VA). ‘Daarom wil ik overleggen over een grondslag voor de onroerende voorheffing, die meer rekening houdt met die omgevingsfactoren. Ik denk dan concreet aan een koppeling van de KI-gegevens en onze Vlaamse geografische databanken.’
Welke informatie zit er in die databanken?
Muyters: In het Grootschalig Referentiebestand worden diverse gegevens gedetailleerd opgemeten: wegen, gebouwen, administratieve percelen. Samen met de nutsbedrijven werken we tegen 2014 ook aan een groot topografisch bestand. Voorts is er de Geografische Data Infrastructuur Vlaanderen, met onder meer bestemmingsplannen, watertoetskaarten en informatie over voorkooprechten. Ook de digitalisering van de bouwaanvraag wordt voorbereid. Op termijn zie ik dus kansen om een realistische huurwaarde van een woning te bepalen, maar vandaag is het daar nog te vroeg voor.
De federale overheid legt het KI vast, Vlaanderen bepaalt de onroerende voorheffing. Is die opdeling nog logisch?
Muyters: Nee. De gewesten zijn voor het grootste deel bevoegd voor alles wat met wonen te maken heeft. De nieuwe staatshervorming voegt daar stukken van de huurwetgeving aan toe. Het Kadaster houdt dus veel meer verband met gewestelijke dan federale bevoegdheden. Ik ben ervan overtuigd dat Vlaanderen, door de vele gegevens die we in de toekomst aan elkaar kunnen koppelen, beter en doelmatiger de grondslag voor de onroerende voorheffing kan bepalen.
Het akkoord over de nieuwe staatshervorming wil dat federale overheid en gewesten samen een agentschap voor patrimoniale informatie oprichten.
Muyters: Het lijkt een detail in het geheel, maar het toont nogmaals dat efficiëntie bij de nieuwe staatshervorming niet het leidmotief is geweest. Ik zie geen enkele meerwaarde in dat overkoepelende agentschap. Het is toegeven dat de gewesten eigenlijk het best geplaatst zijn om die taak op te nemen en tegelijk is het krampachtig vasthouden aan de bestaande stroeve structuren. Dat is jammer. (PAM)
Dit is een uittreksel uit een groot dossier over het kadastraal inkomen, dat deze week in Knack verschijnt.
