Partijvoorzitters geven partijvisie tijdens openingscollege aan UGent

(Belga) Op enkele plaagstoten na hebben de voorzitters van de zeven grote partijen mekaar redelijk gespaard tijdens het traditionele openingscollege van de vakgroep politieke wetenschappen aan de UGent. Elke voorzitter kreeg een kwartier de tijd zijn partij op een intelligente manier te verkopen.

De voorbije jaren nodigde professor Carl Devos steevast één politicus uit om het openingscollege voor zijn rekening te nemen. Omdat het college ditmaal midden in de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen valt, was de gebruikelijke formule geen optie. Daarom mochten dit jaar de Vlaamse partijvoorzitters hun opwachting maken. Jean-Marie Dedecker hield vooral een pleidooi voor de afschaffing van de provincies. Bruno Valkeniers (Vlaams Belang) verdedigde zijn partij als een “zweeppartij” die (hypothetische) machtsdeelname niet uitsluit, maar haar principes daarvoor niet wil verloochenen. Ook het vreemdelingenstandpunt en het thema veiligheid kwamen tijdens zijn vijftien minuten aan bod. “Dit zijn geen rechtstreeks burgemeestersverkiezingen”, bezwoer Groen-voorzitter Wouter Van Besien de studenten in de zaal. Hij ziet in recente studies van de Vlaamse regering over ruimtelijke ordening en mobiliteit dat het Groen-programma beantwoordt aan de wensen van de kiezer. Als je een groen beleid wil, heb je ook groenen in het beleid nodig”, luidde het. Alexander De Croo introduceerde twee nieuwe termen: de “nip” en de “pip”, ofwel de negatief en positief ingestelde persoon. De keuze op 14 oktober gaat volgens hem dan ook deels over de manier waarop een partij naar de samenleving kijkt. Bruno Tobback (sp.a) verwees naar de Uplace-saga en de stelling dat grote projecten in Vlaanderen geen kansen krijgen. Hij haalde de voorbeelden van Leuven, Antwerpen en Gent aan om het tegendeel te bewijzen. Het is wel mogelijk “indien je vertrekt vanuit de vraag wat het project betekent voor je omgeving”, luidde het. Wouter Beke (CD&V) zei blij te zijn dat hij als voorlaatste aan de beurt was. “Zo had ik tijd om aan mijn verhaal te schrijven”, verwees hij ironiserend naar het ideologisch congres dat CD&V volgend jaar organiseert. Hij stelde dat het geen zin heeft de schuld bij anderen te leggen maar dat een burgemeester zelf de handen uit de mouwen moet steken en zijn verantwoordelijkheid moet nemen. “Wie burgemeester wil zijn, kan dat niet zijn voor enkelen, maar moet er zijn voor iedereen”. “Ik ben geen ‘nip’ en ik heb zelfs een smartphone”, kreeg slotspreker Bart De Wever de lachers op zijn hand. Hij maakte nog eens duidelijk hoe belangrijk de verkiezingen zijn voor N-VA om lokaal verankerd te raken. “Wij zijn een reus met dwergvoeten”, aldus De Wever. “Men gaat zo hard zoeken naar gaten dat men zelf constateert dat men geen verhaal meer heeft en dat in een moment van overdreven eerlijkheid ook zegt”. Hij blikte ook vooruit naar het belang van de steden in de toekomst en wees op de kloof tussen de steden en de omringende regio’s. Daar moet volgens De Wever snel een oplossing voor worden gevonden. (KAV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content