Ludo Bekkers

‘Panamarenko Universum’: wetenschap en technologie worden kunst

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Panamarenko is zonder enige twijfel een bevlogen mens met een gedreven inzicht, met een kritische geest die zich niet om conventies bekommerde maar in een volstrekt eigen wereld een oeuvre tot stand bracht, bizar, absurd, gelaagd en van een specifieke schoonheid.

Zelden heb ik op een tentoonstelling zoveel nieuwsgierige en blije bezoekers gezien als enkele dagen na de opening van een vrij compleet overzicht van het oeuvre van de Antwerpse universele beeldende kunstenaar Panamarenko (Henri van Herwegen, 1940). Met een haast kinderlijke nieuwsgierigheid keken vrouwen, mannen en kinderen naar de mysterieuze bouwsels, objecten en tekeningen van een onterecht beschouwd wereldvreemde artiest.

Wie voldoende jaren de kunstscene gevolgd heeft herinnert zich in de jaren zestig een jonge kerel uitgedost in een paramilitair uniform met bijpassende pet en rondtoerend in een Amerikaanse limousine door de binnenstad. Of ook de rebel die met enkele kompanen op een zaterdag het Conscienceplein in Antwerpen voor het autoverkeer afsloot met net aangevoerde ijsblokken. Het was een onderdeel van een serie happenings die de toen nog vrijwel onbekende student aan de Academie in Antwerpen, samen met Hugo Heyrman, Wout Vercammen en de Japanner Yoshio Nakajima, op poten zette om de goegemeente uit haar lethargie wakker te schudden. Zij brachten onrust in de stad en in de kunstwereld die in de jaren zestig nog dommelde in de schaduw van een post-expressionisme en een aarzelend zoeken naar abstracte modellen.

Vervelende lessen in de kunstschool

Die happenings waren maar een fase in Panamarenko’s kunstenaarsleven. In de ouderlijke woning, in het centrum van de volkswijk de Seefhoek, knutselde hij vreemde objecten in elkaar, prutste hij met magneten en elektrische weerstanden, tekende hij futuristische modellen van toestellen die hij later concrete vorm zou trachten te geven. Een van zijn doelstellingen was de zwaartekracht te onderzoeken en ze te trotseren. Een voorbeeld, aan de zolen van een paar lederen laarzen bevestigde hij vier electro-magneten die met een snoer werden verbonden met een stroombron. Het was de bedoeling om op die manier een muur te kunnen oplopen. Of het lukte of niet, het was in ieder geval voor hem het experiment waard. Maar zijn aspiraties gingen verder. Liever dan de vervelende lessen in de kunstschool ijverig te volgen bestudeerde hij natuurwetenschappelijke geschriften die hem mateloos interesseerden en inspireerden. Zo bouwde hij in 1967 voor het eerst een fragiel uitziend vliegtuig met behulp van aluminium buizen, stalen draad, twee fietswielen en vleugels in kunststof overtrokken met canvas. Het werd met pedalen in beweging gebracht en zou, met voldoende basissnelheid van de grond kunnen komen. In datzelfde jaar bouwde hij de “Prova-Car”, een racewagen vervaardigd uit blik, behandeld met was tegen oxidatie. Later ontwierp hij nog een immens luchtschip, de Aeromodeller met gondel, een deltavliegtuig, vliegende schotels en een duikboot. De constructie van die toestellen werd door hem zelf uitgevoerd, soms met de hulp van assistenten. Ze werden wel uitgetest maar het bleef bij een experiment. Voelde hij zich daarbij een kunstenaar of een semi-wetenschapper die toestellen ontwierp voor een toekomstige wereld. Het is een vraag die hem ook gesteld werd in de documentaire die door Canvas op de VRT televisie werd uitgezonden en waarop hij op een ambigue manier een antwoord gaf. Ondertussen heeft hij de status van internationaal gerenommeerd kunstenaar verworven en exposeerde hij in belangrijke internationale musea. De universiteit van Mons zal hem een eredoctoraat toekennen.

En dan, in 2005, op de opening van zijn tentoonstelling in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel en zijn 65e verjaardag kondigde hij aan met pensioen te gaan en te genieten van de aanwezigheid van zijn echtgenote Eveline Hoorens en de natuur in Michelbeke. Exit Panamarenko. Hij “knutselt” nog wat verder in zijn vrije tijd maar de kunstwereld laat hij achter zich. Voor hem hoeft het niet meer want die wereld interesseert hem geen bal zoals hij het formuleert en de zogenaamde “kunstpausen” zijn allemaal “rotzakken”. Maar uit de geschiedenis van de hedendaagse kunst kan men hem niet meer wegdenken. De inventieve werken die hij maakte, zijn prachtige (werk)tekeningen, zijn wetenschappelijk onderbouwde experimenten zijn van die aard dat hij een unieke status in het artistieke landschap heeft verworven. Er wordt niet meer besmuikt geglimlacht om zijn onvervalst Antwerps accent en de vele “rare” objecten maar hij wordt beschouwd als een baanbreker, een innovator, een unicum.

Panamarenko, Pepto Bismo, 2003
Panamarenko, Pepto Bismo, 2003© Panamarenko, courtesy Private Collection photo M HKA

Er werden de jongste weken veel moeilijke en hermetische woorden gebruikt om hem te situeren en zijn werk te verklaren. Museumdirecteuren en critici hadden geen superlatieven genoeg om hem (en daarmee zichzelf ) de hemel in te prijzen. Het was dan ook verfrissend om hem in de VRT-documentaire zichzelf te horen relativeren en de puntjes op de i te zetten.

Een geval apart

Panamarenko is vanaf zijn eerste stappen in de kunstwereld bewust in de contramine gegaan en tot en met zijn laatste werken heeft hij bewust de geldende canons ontweken. Hij opereerde binnen de driehoeksformule : wetenschap, kunst en technologie die elkaar overlapten en waar de geldende artistieke regels nog moeilijk op toepasbaar waren en nog altijd zijn. De ambivalentie tussen die drie, nauwelijks met elkaar te vergelijken disciplines, heeft hij voortdurend en bewust geëxploiteerd. Wetenschap en technologie waren zijn eerste bekommernissen en het werd kunst, misschien wel buiten hem. Zoals Joseph Beuys, die hem hoogschatte, was hij een bedenker van situaties die andere achtergronden hadden dan de beeldende kunst. Hij was evenzeer geboeid door technologische innovaties en wetenschappelijke experimenten als in de kunstgeschiedenis. Maar hij was zich ook bewust dat hij nooit zou doordringen in de High-Tech wereld van de NASA of de bedrijven in Sillicon Valley of de “Hoge” kunst niet zou kunnen evenaren. Misschien daarom ontpopte hij zich tot een figuur die drommels goed wist en weet dat hij met zijn absurde werken, je kan ze niet anders benoemen, verbazing zou wekken, hij moeilijk in het kunstspectrum te plaatsen zou zijn en daarom, heel lucide, zijn broek vaagde aan de gangbare normen. Dat belet niet dat sommigen zijn oeuvre nu definiëren als poëtisch omdat ze er geen andere omschrijving voor vinden.

Het is wel duidelijk dat wanneer men nu zijn evolutie kan volgen aan de hand van authentieke werken, Panamarenko een geval apart is waar geen beproefde kwalificaties kunnen op toegepast worden. Daarom hoor en lees je zoveel vage woorden omdat hermethiek nu eenmaal een serieuze analyse moet verbergen. Deze kunstenaar, want dat is hij zonder enige twijfel, is (of moeten we nu zeggen “was”) zonder meer een bevlogen mens met een gedreven inzicht, met een kritische geest die zich niet om conventies bekommerde maar in een volstrekt eigen wereld een oeuvre tot stand bracht, bizar, absurd, gelaagd en van een specifieke schoonheid.

Tentoonstelling : “Panamarenko Universum”, Antwerpen M HKA nog tot 22 februari 2015.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content