‘OPCW-onderzoekers kunnen woensdag Doema binnen’

© AFP

De OPCW-onderzoekers die al in de Syrische hoofdstad Damascus zijn, kunnen woensdag beginnen met hun onderzoek in de stad Doema.

‘Woensdag verwachten we de komst van de OPCW-experts’, aldus een hoge verantwoordelijke bij de Russische OPCW-ambassade tijdens een persconferentie. In Doema werd begin deze maand een gifgasaanval uitgevoerd. Die aanval wordt toegeschreven aan het Syrische regime, maar Damascus ontkent.

Het team van de OPCW (de Organisatie voor een Verbod op Chemische Wapens) moest vanaf vandaag/maandag de aanval onderzoeken. Syrië en bondgenoot Rusland weigerden de onderzoekers echter toegang te geven.

OPCW-topman Ahmet Uzumcu meldde maandag dat de twee landen wijzen op ‘veiligheidsproblemen’ om de onderzoekers voorlopig niet tot het gebied toe te laten. Reden voor de vertraging is dat de wegen die leiden naar Doema nog ontmijnd moeten worden, aldus de verantwoordelijke op de Russische ambassade.

De Amerikaanse ambassadeur bij de OPCW beschuldigde Rusland ook op maandag van mogelijke manipulatie in Doema. De Russische ambassdeur bij de organisatie liet eerder op de dag dan weer weten te beschikken over ‘onweerlegbaar bewijs’ dat de aanval in scène gezet werd.

Frankrijk wil nieuwe formule voor vredesgesprekken in Syrië

De Franse premier Edouard Philippe wil een uitweg uit de crisis in Syrië forceren door onderhandelingsrondes op te starten in een nieuwe formule.

De westerse vetolanden in de VN-veiligheidsraad en de belangrijkste regionale actoren moeten volgens Edouard Philippe rond de tafel gaan zitten. Zowel voor- als tegenstanders van de Syrische president Bashar al-Assad worden op die manier bij de gesprekken betrokken.

De Franse premier lanceerde zijn plan tijdens een zitting van het parlement in Parijs. ‘We moeten de internationale consensus voor een inclusieve politieke oplossing versterken’, zo deelde Philippe mee.

Concreet moet de groep van landen die de Syrische oppositie steunt bestaan uit de VS, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Saoedi-Arabië en Jordanië. Zij moeten de gesprekken aangaan met Turkije en met de pro-Assadlanden Rusland en Iran.

Momenteel voeren die laatste drie landen, via het zogenaamde Astana-proces, al gesprekken die tot een politieke oplossing van de oorlog in Syrië moeten leiden. Dat overleg kwam tot stand nadat Turkije – dat de oppositie tegen Assad steunt – in 2016 dichter bij Rusland ging aanleunen.

De Franse president Emmanuel Macron had zondagavond al aangegeven dat hij gesprekken met Moskou en Ankara wil aanvatten.

Partner Content