Op zoek naar de jackpot: succes en tegenslag in de farmaceutische sector

Galapagos-ceo Onno van de Stolpe © BelgaImage
Ewald Pironet

Medicijnen ontwikkelen is een riskante onderneming. Twee Belgische bedrijven ondervinden dat vandaag: terwijl de toekomst Galapagos toelacht, balanceert UCB op de rand van de afgrond.

Een maand geleden leek er op de algemene aandeelhoudersvergadering van farmabedrijf UCB geen vuiltje aan de lucht. Vol vertrouwen werd uitgekeken naar de testresultaten van romosozumab, een geneesmiddel tegen osteoporose. Dat is een miljardenbusiness, want wereldwijd lijden 75 miljoen mensen, vooral vrouwen na de menopauze, aan botontkalking. Romosozumab moest 2,7 miljard euro omzet per jaar opleveren en de toekomst van UCB veiligstellen. Tot vorige week bekend werd dat het medicijn aanleiding geeft tot ernstige hartproblemen. Gevolg: twijfels over het geneesmiddel en investeerders die hun UCB-aandelen dumpten. Op één dag daalde de waarde van UCB met 2,7 miljard euro. Hier en daar wordt zelfs getwijfeld over de toekomst van het bedrijf.

Bij biotechbedrijf Galapagos in Mechelen klinkt het verhaal helemaal anders. Alle testresultaten van filgotinib, zijn medicijn tegen reuma, zijn gunstig. Kenners denken dat het 4 miljard dollar kan opleveren. Investeerders lopen storm voor Galapagos, op één jaar tijd is de waarde van het aandeel zo goed als verdubbeld. Galapagos is nu 4 miljard euro waard en kan een groot farmabedrijf worden. Volgens sommigen kan het zelfs het succesverhaal dat UCB ooit schreef overtreffen.

Het Mechelse farmabedrijf Galapagos is vandaag vier miljard euro waard

Streep door de rekening

De geschiedenis van UCB gaat terug tot in 1928. Toen werd het als Union Chimique Belge opgericht door Emmanuel Janssen, medestichter van de Generale Bank en getrouwd met Paule Van Parys, kleindochter van Ernest Solvay, oprichter van het gelijknamige chemiebedrijf. Via de holding Financière de Tubize controleert de familie Janssen nog steeds 35 procent van UCB. Die familie behoort tot de rijkste van het land en bij UCB kom je de fine fleur van de Belgische adel tegen. Zo zat prins Lorenz, echtgenoot van prinses Astrid, er tot 2010 in de raad van bestuur.

Jarenlang combineerde UCB chemie met farmacie: het maakte zowel harsen en coatingfilms als medicijnen. In het begin van deze eeuw besloot het bedrijf om zijn scheikundige afdelingen te verkopen en zich te concentreren op geneesmiddelen. In de jaren tachtig had het daarin een gigantisch succes geboekt met Zyrtec, een middel tegen allergieën. Het was een blockbuster: op zijn hoogtepunt haalde Zyrtec meer dan 1 miljard euro omzet per jaar. Maar het patent is intussen verstreken zodat de concurrentie vrij spel heeft. Gevolg is dat de omzet vorig jaar was gedaald tot 140 miljoen euro.

Zoals elk farmabedrijf zoekt UCB naar nieuwe medicijnen. Op de aandeelhoudersvergadering zei de Franse topman Jean-Christophe Tellier dat er tien molecules in ontwikkeling zijn die tot nieuwe geneesmiddelen kunnen leiden. Experts gaan ervan uit dat minder dan tien procent van de molecules in onderzoek uiteindelijk tot een medicijn leiden. Tellier klonk optimistischer: ‘Ik ben ervan overtuigd dat we het beter zullen doen dan het gemiddelde en er dus meer dan één geneesmiddel zullen uithalen.’

UCB ontwikkelt romosozumab (ook bekend onder de merknaam Evenity) samen met het Amerikaanse Amgen. De verwachtingen waren hooggespannen: het zou deze zomer ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Food and Drug Administration, de Amerikaanse geneesmiddelenautoriteiten, en daarna op de markt komen. Alle studies waren tot nu toe gunstig. Romosozumab vermindert de kans op botbreuken met de helft in vergelijking met alendronate, het gebruikelijke medicijn. Maar de recentste studie toont nu plots aan dat romosozumab een verhoogde kans op hartproblemen geeft. Meteen is meer onderzoek nodig en wordt zelfs getwijfeld of het geneesmiddel van UCB wel op de markt zal komen.

Dat is een streep door de rekening van UCB. Het mag dan wel tien molecules in ontwikkeling hebben, het heeft weinig zicht op een succesrijk geneesmiddel dat Zyrtec op korte termijn kan doen vergeten. De toekomst van het bedrijf hangt vandaag af van vijf geneesmiddelen: Cimzia (reumatoïde artritis), Neupro (parkinson) en Vimpat, Briviact en Keppra (epilepsie). Analisten twijfelen of die genoeg geld zullen opbrengen om een generatie te overbruggen. Het duurt immers gemiddeld dertien jaar om een medicijn te ontwikkelen. Gevolg is dat de koers van het UCB-aandeel op één dag 18 procent daalde. De familie Janssen verloor daarbij 70 miljoen euro, maar met een geschat fortuin van 2,7 miljard kan ze tegen een stootje. Vraag is hoe UCB dit te boven komt.

Op zoek naar de jackpot: succes en tegenslag in de farmaceutische sector
© iStock

Op zoek naar ‘sweet spots’

Ondertussen is Galapagos goed op weg om de ambitie van zijn Nederlandse ceo, Onno van de Stolpe, waar te maken: hij wil het ‘grootste biotechbedrijf van Europa’ opbouwen. Terwijl Belgische biotechbedrijven het vandaag moeilijk hebben om kapitaal te vinden of in buitenlandse handen terechtkomen, stoomt Galapagos op eigen kracht verder. In amper twee jaar tijd pompten investeerders 1 miljard euro in het bedrijf. Vorige week haalde het bijna 350 miljoen op bij Amerikaanse beleggers. Het heeft nu 1,2 miljard euro cash in voorraad, zodat het een tijdje zelfstandig voort kan.

Galapagos doet onderzoek naar wat analisten omschrijven als de sweet spots van de farmasector. Het hoopt met filgotinib, waarvoor het samenwerkt met het Amerikaanse Gilead, een medicijn te ontwikkelen dat reuma kan behandelen. Daarnaast zoekt het naar een middel tegen de dodelijke longziekte mucoviscidose. Dat laatste is nauwelijks ontgonnen terrein. De risico’s zijn dus groot, maar als het een goed resultaat oplevert, zal de beloning navenant zijn.

De testresultaten van filgotinib zijn veelbelovend. Als het geneesmiddel succesvol blijkt, zal Galapagos een steeds meer begeerde bruid worden en bestaat de mogelijkheid dat het door een ander farmabedrijf wordt overgenomen. Van de Stolpe weet dat ook het mooie Galapagos-verhaal plots kan eindigen. Toen De Tijd hem onlangs interviewde, zei hij tegen de fotograaf: ‘Neem ook maar enkele foto’s waarop ik zuur kijk. Die kun je gebruiken als het wat minder gaat.’

Niemand in de Belgische biotech- en farmasector is het verhaal van Thrombogenics vergeten. Dat bedrijf uit Leuven toonde aan dat een doeltreffend medicijn ontwikkelen één zaak is, maar een commercieel succes ermee behalen nog iets anders. In 2012 kreeg het als eerste Belgische bedrijf van de Amerikaanse autoriteiten de goedkeuring om een zelf ontwikkeld medicijn in de VS op de markt te brengen. Het ging om Jetrea, een geneesmiddel tegen een aandoening aan de achterkant van het oog die tot dan toe alleen met een operatie kon worden verholpen. Het bedrijf werd de hemel in geprezen, maar de verkoopcijfers van Jetrea vielen tegen. Volgens sommigen omdat oogartsen meer konden verdienen met een oogoperatie dan met de toediening van het wondermiddel Jetrea. Net zoals alle andere farma- en biotechbedrijven zoekt Thrombogenics vandaag krampachtig naar een nieuw succesvol medicijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content