Manu Claeys

Oosterweel, het oordeel van Eurostat en de gevolgen ervan (in mensentaal)

Manu Claeys Voorzitter stRaten-generaal

Nu Europa duidelijk gemaakt heeft dat Oosterweel niet buiten de begroting kan gehouden worden, beseffen BAM en de Vlaamse regering: hier geraken we niet door, we zullen ons moeten schikken naar de regels. En dat is een stap vooruit, aldus Manu Claeys en Peter Verhaeghe van stRaten-generaal.

Eurostat heeft nog maar eens aan de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) uitgelegd dat wanneer de Vlaamse regering borg blijkt te staan voor een groot (en bijgevolg financieel riskant) bouwproject de financiering van dat project in de begroting moet worden opgenomen. Dat is de logica zelve, wanneer je op termijn eventuele financiële problemen wil vermijden. De BAM en de Vlaamse regering kennen deze redenering al jaren, Europa legt dit ook al jaren zo uit aan de BAM en aan de Vlaamse regering en deze regels gelden voor alle lidstaten. Dit heeft niets te maken met nieuwe of strengere regels van Europa, het zijn de regels die al jaren gelden, door de lidstaten goedgekeurd zijn en vandaag – gelet op de internationale context – strenger dan ooit toegepast worden.

Vlaanderen hoopte jarenlang op basis van uitzonderingsgronden aan die regels te kunnen ontsnappen voor de financiering van de Oosterweelverbinding, maar de aangevoerde uitzonderingsgronden bleken telkens zo doorzichtig als wat. Eerder trapte Europa niet in de fabel dat de BAM (99% aandeelhouderschap door de Vlaamse regering) een autonome NV zou zijn, vandaag neemt Europa eenzelfde houding aan tegenover het al even onwaarachtige verhaal dat de NV Liefkenshoektunnel zelf het financiële risico zou dragen in het Oosterweeldossier. De BAM en de Vlaamse regering beseffen nu: hier geraken we niet door, we zullen ons moeten schikken naar de regels.

In se is dit vooruitgang. ‘We weten nu waar we aan toe zijn,’ erkent de BAM eindelijk. De publieke bekentenis is belangrijk. Die bekentenis kon er niet komen onder vorige regeringen, om electorale en psychologische redenen. Vandaag is daar eindelijk wel ruimte voor.

Nu die knop is omgedraaid en de ontkenningsfase stilaan op haar einde loopt, volgt een nieuwe fase: hoe dan wel een groot en riskant bouwproject te financieren? We geven een paar tips.

1. Vooreerst minstens goed bekijken of het wel een deugdelijk project is.

Onze opinie daarover is bekend: de Oosterweelverbinding is dat niet, om vele redenen.

2. Evalueren of er wel een lokaal draagvlak is voor het project.

Antwoord: er zijn weinig bouwprojecten zo gecontesteerd als de Oosterweelverbinding.

1 + 2: tweemaal neen, wat ook negatief weegt op de publieke wil tot mede-financieren van het project en onvermijdelijk leiden moet tot een juridische procedureslag. Beide vaststellingen neem je als overheid best mee bij het exploreren van denkpistes voor financiering, want waarom zou een overheid grote financiële engagementen aangaan voor niet-deugdelijke en gecontesteerde bouwprojecten? Om maar te zwijgen over de kans dat je voor dergelijke projecten private financiering zou vinden, tenzij… met borgstelling door de Vlaamse overheid.

3. Bekijken of je het project kan a. downsizen (= goedkoper maken) of b. kan opdelen in deelprojecten (= financiering spreiden in de tijd).

Voor de Oosterweelverbinding gaat dat niet, gelet op a. het berekende verkeersvolume in de derde Scheldekruising en b. de functionele eenheid van het project. Bij een alternatief als de Meccano is er ruimte voor zowel a. als b., gelet op het berekende verkeersvolume in de derde Scheldekruising en de opdeelbaarheid van het project (tangenten).

Een slimme Vlaamse regering beslist daarom, op basis van het oordeel van Eurostat en de budgettaire gevolgen ervan, om een bouwproject in fasen op poten te zetten, te beginnen met de reeds geplande A102 (geschatte kostprijs 800 miljoen euro) om de Antwerpse ring te ontlasten. Dat is wat velen nu al bepleiten binnen actiegroepen, politieke partijen (ook binnen de regering) en denktanks zoals Forum 2020. Uiteraard moet die A102 eerst wel de inspraakprocedures doorlopen.

Parallel daarmee, en rekening houdend met 1 + 2 (zie hoger), wordt het ‘besliste’ en dure beleid i.v.m. de Oosterweelverbinding on hold gezet, om op een correcte manier zowel de overkapping van de ring (Ringland) als alternatieve derde Scheldekruisingen (bv. het Meccanotracé) te onderzoeken op hun best mogelijke variant, incluis financiering ervan. Dat is voorlopig nog niet gebeurd, met als gevolg: blijvende contestatie tegen het lopende overheidsproject en, op termijn, eeuwige stilstand.

De schop

Vlaamse regeringen kunnen bij elke ’tegenslag’ in de besluitvorming of tegen alle publieke weerstand in blijven zeggen: ja maar, de schop moet in de grond. Een Vlaamse regering die dat laatste werkelijk meent, zoekt echter realisme op in de besluitvorming, zoekt dus naar oplossingen die ook werkelijk een kans op slagen hebben. Moge de boodschap van Eurostat hier tot een kentering leiden.

Vlaamse regering: draai de knop om, om op termijn daadwerkelijk ook iets gedaan te krijgen. Dat is veel verstandiger dan blijvend het vruchteloze ‘gesprek’ met Europa aan te gaan en in je omgang met alternatieve proposities mordicus vast te houden aan een bij voorbaat reeds achterhaald infrastructuurproject.

Manu Claeys en Peter Verhaeghe voor stRaten-generaal

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content