Ook strengere aanpak forfaitaire kosten op regeringsagenda

(Belga) De federale regering speelt met het idee strenger te worden voor de forfaitaire onkosten die bedrijven aan hun personeel betalen. Die techniek wordt vaak gebruikt om op een fiscaal vriendelijke manier het nettoloon van de werknemers te verhogen. De regering heeft die forfaitaire onkosten nu in het vizier, schrijft De Tijd.

“De programmawet van februari bevat daarover waarschijnlijk een tekst”, zegt An Baccaert, de woordvoerster van John Crombez (sp.a), staatssecretaris voor de Bestrijding van Sociale en Fiscale fraude. Het kabinet-Crombez vindt het verder voorbarig om details prijs te geven over de manier waarop de belastingen op beroepskosten zouden veranderen. Uit cijfers van het sociaal secretariaat SD Worx blijkt dat op dit moment 22,2 procent van de werknemers maandelijks forfaitaire onkosten ontvangt. Gemiddeld gaat het om 145,80 euro. Die onkosten bieden een dubbel voordeel: ze laten toe het nettoloon van de werknemer op te krikken en tegelijk de sociale lasten van de werkgever te verlagen. Een van de opties is het overnemen van het Nederlandse model, zegt Bart Ooghe van het sociaal secretariaat Acerta. “Daar mogen forfaitaire onkosten niet hoger zijn dan een bepaald percentage van het brutoloon.” Volgens Ooghe doet het gerucht de ronde dat België zich door dat Nederlandse model zal laten inspireren. Veel ondernemingen hebben op dit moment rulingovereenkomsten met de fiscus gesloten. Daarin wordt maximum 300 euro per maand voor de forfaitaire onkosten toegestaan. “Maar in de praktijk wordt er te systematisch een beroep op gedaan”, zegt een zaakvoerder van een boekhoudkantoor uit Charleroi. (MVL)