Ignaas Devisch

‘Ook de ideologie van de weldenkendheid kan tot ontsporingen leiden’

Ignaas Devisch Medisch filosoof en CEO van denktank Itinera

‘Als we alle beperkingen willen wegwerken, dan schuiven we beetje bij beetje op in de richting van de optimalisatie van de mens’, schrijft filosoof Ignaas Devisch naar aanleiding van de discussie die ontstond over de mogelijke gevolgen van het volledig terugbetalen van de NIP-test.

Naar aanleiding van het terugbetalen van de NIP-test zaten Ignaas Devisch en Etienne Vermeersch tegenover elkaar in De Afspraak. Vermeersch had gezegd dat ‘alle weldenkende mensen nu natuurlijk hopen dat het Down-syndroom verdwijnt’. Bekijk hier een fragment uit het debat.

Aangezien ik volgens de man zelf niet kan lezen, heeft iemand mij het opiniestuk van Etienne Vermeersch in De Standaard voorgelezen. Daarin beticht hij me van kwade trouw en de titel ethicus onwaardig te zijn. Ik geef daarom grif toe: deze hooggeleerde methode van zogeheten helder nadenken is voor mij te moeilijk. Daarom heb ik iemand dit stuk laten intikken – de gave van het schrijven is me als zwakzinnige evident niet toebedeeld. Het is zelfs een wonder dat ik met al mijn afwijkingen nog niet ben uitgestorven.

Nog even ter verduidelijking: waar stond en sta ik bij stil? Bij de diepe kwetsuur die de fameuze zin heeft veroorzaakt bij heel veel mensen die al dan niet persoonlijk betrokken zijn bij het syndroom van Down. Vermeersch alludeerde er op dat ik de enige was die zich daarover verontwaardigde. Hij dwaalt.

Alleen al mijn mailbox puilt uit van getuigenissen van diep gekwetste mensen. En neen, een vergelijking tussen Down en een pokkenvirus helpt niet daarbij. Uiteraard, niet iedereen is geschokt, maar ik ben heus niet de enige. Dat Vermeersch alleen aan het einde van het debat toegaf dat de zin misschien een beetje ongelukkig gekozen was, is stuitend. Weten dat je mensen kwetst en ermee doorgaan, is dat dan de taak van een moraalfilosoof? Excuses waren blijkbaar te moeilijk. Dat je het hebt over de ziekte Down en niet de mens, is quatsch: wie de ziekte heeft, valt ermee samen. Mensen met Down zijn hun syndroom.

‘Ook de ideologie van de weldenkendheid kan tot ontsporingen leiden’

Verder is dit de kern van de zaak: individuele keuzes vrijwaren van maatschappelijke druk. Die druk is er vandaag, onmiskenbaar. Indien Vermeersch in het interview stelt ‘we kunnen ze niet dwingen maar…’ dan leg ik inderdaad meermaals de vinger op die ‘maar’. Dat is namelijk de druk op individuen opvoeren, zeker op zij die niet hopen op het uitsterven van Down. En ze vervolgens dan nog eens niet-weldenkend omschrijven, maakt het alleen maar erger. Wie niet kiest voor het laten uitsterven van een genetische afwijking, is blijkbaar niet goed bij het hoofd. Dat is een pertinente belediging voor ouders die wel bewust hun kind met Down laten geboren worden, en bovendien is onversneden dogmatiek: wie niet denkt zoals ik, heeft het verkeerd voor. Verder weg van filosofie kun je je moeilijk bevinden.

Waarom heb ik gehamerd op optimalisatieplicht? Omdat de logica van waaruit je beperkingen wil laten uitsterven een grote kans maakt om daar op uit te lopen. We moeten bijzonder waakzaam zijn voor een correctielogica die altijd een mogelijke ontsporing in zich draagt. Voor Vermeersch is het duidelijk: de mensheid gaat er op vooruit. Na de pokken, Spina Bifida en nu ook nog eens Down, we komen er wel. Maar wat daarna? In een ver verleden betoogde hij dat wie kleurenblind is, beter niet zou geboren worden. Welnu, om die logica is het mij om te doen. Eens je er in stapt, houdt het niet meer op. Want hartafwijkingen, autisme, ADHD, depressie, om maar enkele voorbeelden te geven, dat zijn ook allemaal beperkingen die een erfelijke component bevatten. In de logica die Vermeersch hanteert, dreigen we die ook allemaal te moeten wegwerken. En zo schuif je op, beetje per beetje, naar het optimaliseren van de mens.

Nee, dat wordt niet letterlijk zo gezegd, en dat heb ik ook nooit beweerd. Wel is het de logica van waaruit wordt geredeneerd. En die is wel degelijk een bedreiging voor de individuele vrijheid, zelfs vandaag al. Mijn pleidooi is inderdaad gericht op het vrijwaren van die keuze en blijkbaar treedt Vermeersch me nu mij, maar ik mis bij hem aandacht voor het goed en degelijk informeren van ouders die een keuze moeten maken, en voor het principieel aanvaarden dat beperkingen, zelfs de zware vormen ervan, niet zullen uitsterven. Maar ik heb ook nooit beweerd dat Vermeersch mensen zou willen uitroeien. Zij die hem dat toedichten heb ik actief bestreden, ook op sociale media. Van meet af aan heb ik gesteld dat discussies niet om personen gaan. Ik moet helaas vaststellen dat niet iedereen daarin slaagt.

‘De moeilijkheid is te bepalen wanneer correcties overgaan in optimalisatie en bovendien het niet tot een soort collectief programma te maken.’

Waar treed ik hem bij? Als we lijden kunnen voorkomen, dan ben ik er uiteraard voorstander van. De moeilijkheid is te bepalen wanneer correcties overgaan in optimalisatie en bovendien het niet tot een soort collectief programma te maken. Want dat is wat vandaag gebeurt: indien een test wordt veralgemeend, dan ligt de verantwoordingsplicht bij degenen die er zich niet voor kandidaat stellen. Dat is nu al aan de gang.

Maar wat indien we straks genetische screenings kunnen gebruiken die zowat ons hele DNA blootleggen? Dan zal blijken dat elke mens een vat vol afwijkingen is. Wat moeten dan? Alle genetische risico’s uitsluiten, is onmogelijk, dus waar liggen de grenzen en wie bepaalt deze? Daarom moeten we nu zeer goed nadenken over wat we morgen kunnen, in plaats van te denken dat we ooit alle beperkingen zullen weggewerkt krijgen. Daarvan te vertrekken is de beste manier om gedachteloos, beperking na beperking te willen wegwerken, in de waanzin dat we er zo steeds meer op vooruit zouden gaan. En op die manier geleidelijk aan uit te komen bij een mensbeeld dat normaliteit gelijkstelt met geen beperkingen meer te hebben. Kijk alleen nog maar naar het aantal meisjes dat zich in een ziekenhuis aandient met de vraag naar correctie van hun schaamlippen. Door een of andere maatschappelijke normering zijn ze ervan overtuigd dat ze niet de normen voldoen.

Welnu, wie de vrije keuze verdedigt moet ook politiek denken: de samenleving is niet machtsvrij en kiezen doen we nooit in het luchtledige. Dat zal na het wegwerken van Down niet anders zijn. Ethiek, het nadenken over wat wenselijk is bijgevolg geen zaak van vooruitgang, van vooruitgangsdenkers versus gelovigen, van weldenkenden versus zwakzinnigen, maar een kwestie van voortdurend heroverwegen van gelijkaardige dilemma’s: wat is van waarde en hoe verhouden we ons er tegenover? Hoe meer we kunnen, hoe meer we ons moeten afvragen wat wenselijk is, en hoe groter de maatschappelijke druk om in een welbepaalde vooruitgangsidee mee te stappen.

Wie pretendeert dat alleen zij die wel in die vooruitgangsidee meestappen weldenkend zouden zijn, doet aan ideologie. Dat mag, maar dan moet men niet verongelijkt zijn als anderen de consequenties hiervan doordenken.

Prof. Dr. Ignaas Devisch (medische filosofie en ethiek, Universiteit Gent/Arteveldehogeschool)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content