Vrije Tribune

Ook atheïsten mogen de eeuwige liefde niet opgeven

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Bij de ideale huwelijksbelofte kiezen we ervoor om voor elkaar te blijven kiezen en vieren we terecht ons vermogen om dit te doen. En dat moet ook gelden voor atheïsten en ‘hun’ burgerlijk huwelijk, betoogt Pieter Gilles.

Ook atheïsten zouden hun vertrouwen in eeuwige liefde niet zomaar mogen opgeven. Het lijkt er echter op dat alles wat we nu weten over onszelf en over de liefde – dat we causaal gedetermineerd zijn en dat liefde een chemische reactie is in ons brein – de mogelijkheid om te weten of je altijd van iemand zal houden rechtstreeks tegenspreekt. Maar als dit klopt, hoe kan je dan oprecht een huwelijksbelofte maken? Een burgerlijk huwelijk lost dit probleem op door de standaarden te verlagen, het is een huwelijk waar de belofte van eeuwige liefde niet meer in opgenomen wordt. De nieuwe huwelijksbelofte betreft enkel samenleven, trouw, hulp en bijstand (het soort minimale beloftes waaraan je kan voldoen zelfs wanneer je de persoon waaraan je ze hebt gedaan hartgrondig veracht) en laat het bovendien na een termijn te vernoemen voor de relatie. Deze verarming van de huwelijksbelofte die gepaard gaat met onze achterdocht over eeuwige liefde is geen positieve evolutie. In zijn opiniestuk ‘Trouwen met een beetje hulp van God’ noemt Ignace Demaerel dit soort huwelijk ‘ultra light’, ‘een caloriearme versie’ van het kerkelijk huwelijk, en hij heeft gelijk.

De formele beloftes die in het burgerlijk huwelijk worden opgenomen zijn gespeend van alle passie en overtuiging die een ware huwelijksrelatie horen te kentekenen. Het enige wat overblijft is een leeg skelet, en daarmee ook een lege belofte. Dit betekent niet dat elk burgerlijk huwelijk gedoemd is om te falen, er is nog heel wat meer aan een huwelijk dan de vereiste plechtigheden en het zijn de partners zelf die uiteindelijk het vuur van hun belofte gaande moeten houden. Het burgerlijk huwelijk zelf draagt inderdaad niets bij aan de kracht van de huwelijksbelofte, maar integendeel een weerspiegeling is van de dubieuze status van ervan in onze maatschappij, een zwak begin dat zonder toegevoegde waarde een voorafschaduwing is van een vroegtijdig einde.

De exclusieve keuze die Demaerel suggereert tussen een kerkelijk, ‘calorierijk’ en een burgerlijk, ‘caloriearm’ huwelijk is evenwel vals. Het eerste komt sowieso na en bovenop het tweede en kan daarom vervangen worden door alternatieve plechtigheden, officieel of officieus, die in principe dezelfde rol kunnen vervullen. Dit soort alternatieve plechtigheden zijn in onze maatschappij echter zeldzaam, voor wie niet gelovig is het (openbaar) maken van een meer veeleisende belofte blijkbaar ofwel overbodig ofwel onrealistisch. Tenzij we het volledige idee van tafel willen schuiven is het van cruciaal belang dat er sterke, ‘calorierijke’ alternatieven op het kerkelijk huwelijk worden gevonden, maar om dit te doen moeten we eerst ons geloof in de mogelijkheid van een oprechte liefdesbelofte terug in leven roepen.

Het orakel van onze verlangens

Een vluchtige blik op de statistieken (statble.fgov.be) schetst een duidelijke evolutie: het aantal huwelijken in ons land is sedert 1950 gehalveerd terwijl het aantal echtscheidingen sedertdien verviervoudigd is. De eerste tendens kan verklaard worden door onze veranderende perceptie op relaties en het belang van het huwelijk, wat op zich geen probleem vormt. De tweede tendens is echter veel schrijnender: het toont de massale toename van ontbonden relaties, van teleurstelling en van gebroken beloftes.

Eén manier om de stijging in echtscheidingen te interpreteren is door dit te zien als een weerspiegeling van het aantal ongelukkige relaties in het verleden waar echtscheiding minder sociaal aanvaard was. Echtscheidingen maken het mogelijk om een relatie te ontbinden die hoort ontbonden te worden, een relatie die een kwelling is eerder dan een bron van geluk, en dat is een positieve evolutie. Maar hoewel de mogelijkheid tot echtscheiding inderdaad een verworvenheid is, iets waar nood aan is in onze samenleving, moeten we toch erkennen dat er meer aan de hand is. Samen met deze verworvenheid hebben we iets verloren dat essentieel is voor een succesvolle relatie: wederzijdse toewijding, engagement en passie in de keuze voor elkaar.

Dit is geen toeval, het is een gevolg van de manier waarop en de geest waarin de huwelijksbelofte gemaakt wordt. Het bewust niet stellen van een termijn gaat gepaard met een fatalistische houding, een heimelijke erkenning dat we niet in staat zijn om te voorspellen of we iemand ons hele leven kunnen liefhebben. Los van het feit of dit al dan niet waar is, is een dergelijke houding de ideale voedingsbodem voor een self-fulfilling prophecy. We veronderstellen dat liefde iets is dat in de eerste plaats voortkomt uit onze onbewuste verlangens en gevoelens voor een persoon, iets waar we uiteindelijk, helaas, geen controle over hebben. Door onszelf echter op deze manier als ondergeschikt aan ons gevoelsleven te beschouwen vernietigen we al te vaak de mogelijkheid van een duurzame relatie. Zonder een actieve en geëngageerde houding tegenover elkaar verliest elke relatie een groot deel van zijn bindende kracht. We moeten het heft terug in eigen handen nemen en inzien dat wij zelf ook een invloed hebben op onze verlangens, dat we ze niet slechts ondergaan maar ook vorm en richting kunnen geven.

Chemische liefde

Er is heel wat onderzoek naar het fenomeen van de liefde, en hoewel de resultaten hiervan nog verre van conclusief zijn wijzen alle pijlen in dezelfde richting: zowel verliefdheid (lust en aantrekking) als liefde (gehechtheid) zijn complexe neurobiologische fenomenen die evolutionair gegroeid zijn en getriggerd worden door het vrijkomen van bepaalde chemische stoffen in ons brein. Bijgevolg is het mogelijk om deze extern te manipuleren, om mensen te doen verliefd worden en hun liefde te doen verliezen. Op het eerste zicht vernietigt deze chemische blik op liefde eens en voor altijd de mogelijkheid van romantische liefde, de mogelijkheid om werkelijk voor elkaar te kiezen. Maar hier wringt iets, dit verhaal staat te ver af van onze ervaring. Ook al erkennen we dat we geen ultieme controle kunnen hebben over ons gevoelsleven, dan nog blijft het idee dat we er volstrekt geen controle over zouden hebben een stap te ver. Gelukkig volgt dit, bij nader inzien, helemaal niet uit deze redenering: het feit dat ons gevoelsleven op allerlei manieren extern gemanipuleerd kan worden sluit de mogelijkheid van interne manipulatie, de mogelijkheid om zelf richting te geven aan onze verlangens, niet uit. We kunnen erkennen dat we onderhevig zijn aan allerlei krachten die van buitenaf op ons inwerken zonder het wiel van ons gevoelsleven volledig uit handen te geven. Meer nog: hoe meer we weten over wat ons van buitenaf determineert, hoe bewuster we kunnen kiezen om hier al dan niet tegen in te gaan.

We zijn in staat om onze verlangens en zelfs onze emoties te sturen op basis van onze idealen. Niet alleen kunnen we, bijvoorbeeld, in onszelf een verlangen creëren om niet meer te roken of minder vlees te eten, mits we er voldoende van overtuigd zijn kan dit verlangen zich bovendien vertalen in ons gevoelsleven. Hierdoor zullen we minder genieten van het bevredigen van een verlangen dat ingaat tegen onze idealen en meer van de verlangens die ermee stroken. Dit opmerkelijke vermogen om ons eigen gevoelsleven te determineren is actief op alle vlakken, en dus ook op het vlak van de liefde. Van iemand houden is meer dan alleen het vrijkomen van de gepaste chemische stoffen, het vergt ook steeds een bewuste bevestiging van deze gevoelens om een stabiele, duurzame toestand te kunnen worden. Dit vermogen om werkelijk voor elkaar te kiezen maakt ons tot morele wezens, wezens die in staat zijn om elkaar ‘lief te hebben en te waarderen in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in ziekte en gezondheid, tot de dood ons scheidt’. Bij de ideale huwelijksbelofte kiezen we ervoor om voor elkaar te blijven kiezen en vieren we terecht ons vermogen om dit te doen.

Pieter Gilles studeert Wijsbegeerte aan de UGent

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content