Walter Pauli

Onze parlementaire democratie toonde zich tijdens deze campagne op haar best

Er zijn massaal congressen georganiseerd, beginselverklaringen herschreven, electorale strategieën bedacht. Daarna volgde een overvloed aan debatten: in de media, maar ook aan universiteiten en in scholen. Het is een verkiezingsstrijd geweest met open vizier.

Jean-Luc Dehaene had er de ironie ongetwijfeld zelf van ingezien: dat sommigen het politieke belang van zijn overlijden zouden vergelijken met de electorale impact van de dioxinecrisis in 1999. Ook die ‘kippencrisis’ vond een week voor de verkiezingen plaats – en maakte onverwachts een einde aan zijn premierschap, en vooral aan de dominantie van zijn christendemocratische CD&V.

Het is evenwel maar de vraag of zijn staatsbegrafenis grote impact zal hebben op de verkiezingen. ‘Dehaene’ is een naam als een klok, maar toch vooral voor wie in politiek geïnteresseerd is. Aan de toog in menig Vlaams café zou het best kunnen dat vooral de kritiek op zijn riante vergoedingen als Inbev-bestuurder nagebouwd wordt. Waarna men nog een Stella drinkt. Bij de dioxinecrisis stond de veiligheid van het voedsel en de gezondheid van elke Belg op het spel. Dat is toevallig ook de inzet van ‘Ringland’ in Antwerpen, het project om de Ring te overkappen en zo duizenden omwonenden te beschermen tegen het fijnstof. Zo lang het over de BAM of de Vlaamse regering ging, waren Oosterweel of de Ring geen dominante thema’s in de verkiezingscampagne. Dat veranderde in één klap toen het opeens over onze kinderen en senioren ging.

Maar als het niet over de Wetstraat zelf gaat, vangen politici-in-verkiezingsmodus dergelijke signalen niet snel op. Een paar maanden lang is niets belangrijker, urgenter en allesomvattender dan de eigen partij. Men verliest bijvoorbeeld ook uit het oog hoe relatief verkiezingen voor binnenlandse parlementen zijn geworden, nu veel essentiële bevoegdheden zijn afgestaan aan Europese instellingen. En tegelijk gebruikt een deel van de Antwerpse publieke opinie de Vlaamse en federale verkiezingen om een lokaal probleem van luchtvervuiling te agenderen, en worden Kris Peeters en Bart De Wever om commentaar verzocht bij het geplande aantal nieuwe rijstroken bij het Sportpaleis. Dat relativeert meteen de ernst van het gebeuren.

Maar het debat over dat Ringland wordt wel met passie gevoerd. En dat onderscheidt deze verkiezingsstrijd van de vorige. Deze verkiezingen zijn een stuk relevanter dan die van 2010, toen Alexander De Croo zijn stekker uit de regering trok en daarop het hele electoraat in het donker zat: ‘Waarom kunnen die politici niet overeenkomen?’ Het waren verkiezingen onder een antipolitiek gesternte, waarbij B-H-V een thema was dat vooral de politieke klasse obsedeerde. En de partijen die hun eigen probleem niet konden oplossen, kregen de rekening gepresenteerd.

Ditmaal is de inzet veel maatschappelijker. De partijen debatteren over werklozen en pensioenen, over lonen en lasten, over onze welvaart, hoe die te bewaren en te verdelen. Eindelijk ook is een mogelijke hervorming van ons onderwijs voorwerp van breed debat, ook bij leerkrachten en ouders. Het gaat tijdens deze verkiezingscampagne dus over de fundamenten van onze welvaartsstaat, over de afspraken die een samenleving met haar burgers maakt. Het is een campagne die ertoe doet.

Ook omdat alle partijen hun uiterste best hebben gedaan. Ze hebben de tijd gekregen om hun sterkste lijsten op te stellen, met de beste kandidaten. Verstoppertje spelen zoals in 2009 of 2010 – waar Vlaams Parlementsleden vonden dat federale verkiezingen hen niet aangingen, en vice versa – is er ditmaal niet bij geweest. Er zijn massaal congressen georganiseerd, beginselverklaringen herschreven, electorale strategieën bedacht. Daarna volgde een overvloed aan debatten: in de media, maar ook aan universiteiten en in scholen. Het is een verkiezingsstrijd geweest met open vizier.

Zondag 25 mei zal dus het eindpunt zijn van bijzonder democratische verkiezingen. De partijen die verliezen, kunnen alleen bij zichzelf te rade gaan. En de winnaars zullen terechte winnaars zijn. Tijdens deze campagne toonde onze parlementaire democratie, hoe onvolmaakt ook, zich op haar best.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content