Ontslag wegens hoofddoek geen discriminatie

Een moslimvrouw is in het ongelijk gesteld door de Antwerpse arbeidsrechtbank.

De Antwerpse arbeidsrechtbank heeft een receptioniste onlangs ongelijk gegeven nadat ze werd ontslagen wegens het dragen van een hoofddoek. Dat meldt De Juristenkrant.

De moslima werkte aanvankelijk zonder hoofdoek, maar liet op een bepaald moment weten dat ze er één wilde dragen.

Haar bedrijf meldde echter dat dat niet zou getolerereerd worden omdat een en ander zou indruisen tegen de neutraliteit die zowel binnen de onderneming als tegenover klanten wordt nagestreefd.

De vrouw was een tijd arbeidsongeschikt en kreeg bij haar terugkeer te horen dat ze een uniform moest dragen.

Het kwam daarop tot een confrontatie waarbij de werkneemster werd gemeld dat ze niet meer welkom was tot ze de kledingcode stipt zou naleven.

De ondernemingsraad bij het bedrijf paste intussen het arbeidsreglement zodanig aan dat het bepaalt dat het verboden is voor werknemers om op de werkplaats zichtbare tekens te dragen van hun politieke, filosofische of religieuze overtuigingen.

Na een mislukt overleg kreeg de vrouw uiteindelijk haar ontslag. Daarop stapte ze naar de arbeidsrechtbank, waar ze aanvoerde dat ze ten onrechte werd ontslagen wegens haar
geloofsovertuiging.

Volgens de rechtbank werd ze echter niet ontslagen om haar geloof, maar omdat ze zich niet neutraal kleedde.

Er zou volgens de rechtbank enkel sprake zijn geweest van directe discriminatie als ze was ontslagen omdat ze een aanhangster was van de islam. De Juristenkrant heeft daar bedenkingen bij.