Ondernemers zijn geen financiers

De notionele-interestaftrek is een mooi ding, vinden de meeste ondernemers. Maar als ze mochten kiezen…

Vandaag verschijnt de nieuwe editie van de Top 30.000 van Trends/Tendances, een cijferbijbel die de belangrijkste gegevens van onze 30.000 grootste ondernemingen overzichtelijk op een rijtje zet. Elk jaar haalt de redactie een specifiek thema naar voren. Dit jaar is dat de opvallende discrepantie tussen het hoge officiële tarief waartegen ondernemingen in ons land belast worden, 34 procent van de winst, en de werkelijk betaalde belasting: gemiddeld 12 procent.

In de marge van de publicatie werd rond het thema vennootschapsbelasting ook een enquête gehouden bij zo’n 307 ondernemers. Uit die enquête komt duidelijk naar voren hoe de belasting die ondernemingen betalen een wig drijft tussen gewone ondernemingen – die goederen of diensten voortbrengen, en doorgaans veel méér belastingen betalen dan het gemiddelde van 12 procent – en de grote financiële constructies die vaak zonder personeel werken, enorme winsten boeken en vrijwel geen belastingen betalen.

Fiscaal paradijs?

Een reële belastingvoet van 12 procent kan bijvoorbeeld suggereren dat België in werkelijkheid een fiscaal paradijs zou zijn. Maar zo wordt het alvast niet aangevoeld door de ondervraagde ondernemers: minder dan vier procent zou België zo betitelen. De ondernemers herkennen zich in feite niet in het verhaal van de grote financiële winstmachines die alleen bestaan om handig gebruik te maken van fiscale spitstechnologie.

Gevraagd naar een verklaring voor het grote verschil tussen de officiële en de reële fiscale lasten, denken de meeste ondernemers spontaan aan de notionele-interestaftrek, aan de Definitief Belaste Inkomsten (dat zijn de dividenden van dochterondernemingen, waarop geen belasting betaald wordt omdat die winsten al belast zijn in hoofde van de dochter) en aan de fiscale recuperatie van vroegere verliezen. In werkelijkheid speelt ook de niet-belasting van gerealiseerde meerwaarden een belangrijke rol, maar die wordt door de ondernemers behoorlijk onderschat.

Afschaffen of aanpassen

Nagenoeg twee derde van de ondernemers gelooft dat de notionele-interestaftrek misbruikt kan worden. Maar dat wil niet zeggen dat ze die aftrek, die in wezen bedoeld is om bedrijven aan te moedigen voldoende kapitaal aan te houden en niet te veel bij de bank te lenen, op zichzelf nutteloos vinden. Slechts iets meer dan één procent zou het een goed idee vinden het systeem botweg af te schaffen.

Aan de andere kant gaat ruim veertig procent meteen akkoord om de notionele-interestaftrek te laten verdwijnen, als in ruil daarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting omlaag zou kunnen. Suggesties om de notionele-interestaftrek alleen toe te staan voor winsten die geherinvesteerd worden in het bedrijf of te koppelen aan jobcreatie, vinden bijval bij respectievelijk 25 en 10 procent van de ondervraagde ondernemers.

Minder dan vijf procent zou opteren voor een gewone verlaging van de aftrekvoet. En laat dat nu net de keuze van de nieuwe regering zijn.

Luc Baltussen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content