Walter Pauli

‘Nukkige PS maakt kapitale vergissing’

Op 21 en 22 november ‘kiest’ de PS een nieuwe voorzitter. Elio Di Rupo loopt nog minder risico dan Bart De Wever op een slechte afloop. Maar daar houdt de vergelijking op.

Elio Di Rupo wordt bevestigd als oppositieleider. Voor hem en zijn partij is dat eigenlijk een boze droom. Elke vezel van de PS is gemaakt om te beheren en te regeren. Geen gemeente, geen OCMW, geen intercommunale, geen stad, geen provincie, geen ziekenhuis, geen parastatale, geen overheidsbedrijf, geen regering of de PS wil participeren in het bestuur. Op een intermezzo in de jaren tachtig na doet die partij dat ook, quasi-onafgebroken sinds de val van Gaston Eyskens in 1961.

Onrecht

Vandaag moet Di Rupo toekijken hoe ‘zijn’ Wetstraat 16 het epicentrum is geworden van een antisocialistische coalitie. Vanuit zijn visie is hem onrecht aangedaan: zijn regering won bij de verkiezingen twee zetels. ‘In elk ander land zou zo’n meerderheid zichzelf opvolgen’, vindt hij.

Het bleek een misrekening, en dat legde een eerste zwakte bloot: de PS-voorzitter was merkwaardig slecht geïnformeerd over het noorden van het land. Hij had niet goed ingeschat dat CD&V en Open VLD nooit echt van plan waren om Di Rupo II in het zadel te brengen. Hun gedrag strookte met het stemgedrag van de Vlaamse kiezer. Die beloonde de meerderheidspartijen naarmate zij zich distantieerden van de regering waarvan ze zelf deel hadden uitgemaakt. Open VLD nam het duidelijkst afstand van het regeringsbeleid, en dat stuwde de uitslag van de Vlaamse liberalen omhoog. CD&V deed ambigu en benadrukte liever de prestaties van de eigen ministers dan die van de hele regering, en ook de verkiezingen waren halfslachtig. Alleen de Vlaamse socialisten deden enthousiast over de regering-Di Rupo. De SP.A scoorde zoals bekend slecht.

Nukkig

Toch gaat men er aan de Keizerslaan van uit dat de federale oppositie een tijdelijk ongeluk is. De PS’ers doen zoals de CVP’ers in 1999, bij het begin van Paars: men bekijkt de nieuwe regeerders als usurpatoren, onrechtmatige maar ongetwijfeld slechts tijdelijke bezetters van een gezag dat eigenlijk hen toebehoort. Terwijl mogelijk ook Franstalig België aan het begin staat van een politieke evolutie die heel West-Europa al jaren treft: de klassieke sociaaldemocratie verkeert in ademnood, niet het minst het Franse socialisme waaraan de Franstalige PS zich zo graag spiegelt. Vergeleken met het prestige van François Mitterrand is François Hollande een dwerg.

Dat wordt de voornaamste opdracht van Di Rupo: hij moet zijn partij ervoor behoeden te zwelgen in loutere oppositie tegen de regering-Michel. In het ideale geval kan hij zijn partij zó modelleren dat andere Vlaamse partijen dan de SP.A over vijf jaar ook om inhoudelijke politieke redenen een regering willen vormen met de PS, en niet alleen omdat de rekenkunde van de verkiezingsuitslag hen daartoe verplicht.

Maar daar is de PS nog lang niet. Vandaag heerst nog het verongelijkte discours, de nukkige houding. In Knack legt politicoloog Carl Devos uit dat het gewoon niet kán wat Paul Magnette doet als burgemeester van Charleroi: hij laat weten dat Jan Jambon, N-VA-minister van Binnenlandse Zaken, niet welkom is bij de opening van de nieuwe politiegebouwen. Net zoals de Brusselse burgemeester Yvan Mayeur al te verstaan gaf dat Jambon als N-VA-minister niets te zeggen heeft aan een belangrijke PS-burgemeester.

Kapitale vergissing

De PS, die op haar congressen graag begrippen als ‘démocratie’ of ‘citoyenneté’ bezigt, begaat daarmee een kapitale vergissing. Respect voor ‘de instellingen’, dus ook voor ‘de minister’ as such, is essentieel in een parlementaire democratie. Wie geen onderscheid maakt tussen de functie en de persoon van een gezagsdrager, wie bewust die twee aspecten door elkaar haspelt, plaatst zichzelf niet in een democratische traditie, maar herinnert vooral aan rexistische praktijken.

Ooit was Elio Di Rupo zelf het voorwerp van een vuile oorlog waarbij zijn persoonlijke opvattingen en waarden werden gebruikt om hem politiek te treffen. Zeker hij zou zijn partij moeten overtuigen om die grens zorgvuldig te bewaken. Dat ook Bart De Wever de N-VA ooit fel op de man deed spelen, kan voor de nieuwe PS-voorzitter juist een aansporing zijn om het vooral beter te willen doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content