Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Nieuwe minister van Begroting moet op twee jaar 10 miljard vinden: geen wandeling in het park’

Wat is de inzet van de verkiezingen op 25 mei 2014? Knack.be vroeg het aan experts over de belangrijkste thema’s van vandaag. In deze aflevering: professor Herman Matthijs over de (federale) begroting. ‘De volgende jaren worden geen gezondheidswandeling voor de excellentie die de FOD Begroting gaat leiden.’

Wat is de inzet van de verkiezingen op 25 mei 2014? Die vraag stelde Knack.be aan experts over de belangrijkste thema’s van vandaag. De volgende 15 onderwerpen komen in onze reeks aan bod: Justitie, Mobiliteit, Defensie, Buitenlandse Zaken, Economie, Pensioenen, Politieke vernieuwing, Armoede, Begroting, Werk, Overheidsbedrijven, Financiën, Fraudebestrijding, Staatshervorming en Asiel & Migratie.

Vandaag: professor Herman Matthijs (VUB) over federale begroting. Gisteren sneed professor Matthijs de Vlaamse begroting aan.

Aangezien het grootste deel van de tekorten en de schuld zich situeren op federaal niveau, moeten daar ook de grootste inspanning gebeuren. Zelfs met een snelle federale regeringsvorming zal de nieuwe minister van Begroting naar een ongekende Belgische politieke snelheid moeten schakelen: op minder dan twee jaar tijd moet hij of zij 10 miljard euro vinden om tegen 2016 een begroting in evenwicht te hebben.

Bovendien moet de schuldgraad van dit land (op heden 100% van het BBP) dalen met 2% van het BBP per jaar. Enfin, de volgende jaren worden geen gezondheidswandeling voor de excellentie die de FOD Begroting gaat leiden.

Maar de minister van Begroting start al met functionele handicaps, aangezien het al jaren de gewoonte is om op federaal niveau de departementen Begroting en Financiën op te splitsen tussen twee diverse regeringsleden. Dat is een gevolg van het wantrouwen tussen de politieke partijen in die regering.

Maar daardoor heeft de FOD Begroting geen greep op de inkomsten, want die worden beheerd door de almachtige FOD Financiën met haar 30.000 ambtenaren. Ook het schuldenbeheer valt daaronder. Zodoende moet de minister van Begroting zich toepsitsen op de uitgaven van dit federale koninkrijk.

Om de nieuwe minister van Begroting te laten wegen op het beleid van de nieuwe federale regering is het wenselijk dat zijne/hare excellentie benoemd wordt tot vicepremier, zoals dat ook in Vlaanderen het geval moet zijn. Daardoor zit de minister van Begroting ook in de kern, waar al de grootse beslissingen worden genomen. Bovendien is het ook raadzaam dat de uitredende regering het stelsel van de voorlopige twaalfden strikt toepast. Dat heeft na de politieke crisis tijdens de paasvakantie 2010 veel problemen vermeden.

Door de invoering van de Europese budgettaire regelgeving (two pack, big six pack, fiscal compact treaty) heeft dit land ook zijn publieke budgettaire soevereiniteit verloren en dat in navolging van de monetaire soevereiniteit in 2002. Bovendien is het maar de vraag of de laatste begrotingscontrole niet electoraal gedreven was: zullen er lijken uit de kast gaan vallen tijdens de regeringsformatie? In het verleden was dat herhaaldelijk het geval.

Partijprogramma’s: waar is de 10 miljard euro?

Diverse partijprogramma’s hebben reeds hun licht laten werpen op de toekomst van ’s lands openbare Financiën. Maar hier zijn er toch wat kritische opmerkingen te plaatsen.

Inderdaad, deze programma’s zijn de logische vertolking van ideologische opinies. Bovendien zijn diverse aspecten uit die programma’s niet exact te berekenen. Trouwens, het is maar de vraag wat de desbetreffende politieke partijen ‘in fine’ willen bereiken. Wat opvalt, is dat men rekent op het einde van de crisis! Op wat die stelling gebaseerd zou zijn, is onduidelijk.

Andere opvallende kenmerken uit nogal wat programma’s zijn de hoge inschatting van de groei van het BBP in de nabije toekomst en de enorme groei van de werkgelegenheid. Ook de te positieve berekening van de terugverdieneffecten is een politiek electorale ‘evergreen’.

Maar op de vraag hoe men nu concreet 10 miljard euro gaat vinden, zijn de antwoorden minder duidelijk. Tot nader order zal dit moeten gebeuren met saneringen in de uitgaven en/of nieuwe taksen. Want er zijn nog geen gasvelden, oliebronnen of goudaders ontdekt in dit land.

Waar kan er nog geld gezocht worden, is de vraag. Het overheidsbeslag ligt al op 53% en met de belastingdruk halen we al jaren mondiale medailles.

Arbeid is te duur

Een kernprobleem is de kost van arbeid, door het verschil tussen het brutoloon en wat men netto verdient. Want als men in dit land denkt dat de toekomst ligt in een kenniseconomie, dan kunnen we beter de boeken sluiten en het statuut aanvragen van een ontwikkelingsland. Een herindustrialisering is absoluut nodig om de welvaart op zijn minst te behouden.

Sociale zekerheid: saneren

Het is absoluut nodig dat men de sociale zekerheid op een andere wijze gaat financieren . De parafiscale middelen volstaan al lang niet meer. Veel te veel middelen uit de BTW, accijnzen e.a. worden gebruikt om dit stelsel in evenwicht te houden. Maar met een budget van meer dan 80 miljard euro is de sociale zekerheid meer dan dubbel zo omvangrijk dan de eigenlijke federale begroting.

Aangezien die begroting buiten de eigenlijke federale begroting staat, is de minister van Sociale Zaken veel machtiger dan de minister van Begroting of die van Financiën. De sanering zal in de eerste plaats hier moeten gebeuren. De twee voornaamste uitgavenkosten zijn de ziekte/gezondheidsuitgaven (2014: over de 30 miljard euro ) en de pensioenen (2014: over de 30 miljard euro). Hier zullen keuzen moeten gemaakt worden.

Geen publieke reserves voor pensioenen

Ten aanzien van de pensioenen is er de vaststelling dat er geen publieke reserves zijn. Zodoende moet de overheid de mensen de mogelijkheid geven om zelf hun verantwoordelijkheid te nemen voor het pensioen. De afbouw van de schuld kan daarbij best helpen. Want een dergelijke afbouw is een zeer sociale politiek, die mogelijkheden vrijmaakt in de begroting.

Maar heel de stijgende kost voor de pensioenen komt op een zeer slecht moment als we dat in relatie brengen met de demografische evolutie in België. Men zal een keuze moeten maken tussen langer werken of een omvangrijke jongerenwerkloosheid. Een maatschappij moet altijd kiezen voor de jongeren, want zij zijn de toekomst. Trouwens, het zou al een enorme prestatie zijn als de volgende federale regering erin slaagt om iedereen tot zijn/haar 60ste te laten werken.

Kerntaken overheid

Ten aanzien van de eigenlijke begroting moet de regering een grondig debat voeren over de kerntaken van de federale overheid. Die taken (vb. Defensie, Justitie e.a.) moeten wel goed worden gedaan. In combinatie met een uitgebreide deregulering, zeker in de sectoren van de fiscaliteit en de sociale zekerheid, en een eenvoudigere federale administratieve structuur moet er wel nog te saneren zijn.

Desalniettemin is het raadzaam dat de overheid terug gaat naar een budgettaire structuur van gewone versus een buitengewone begroting. Die laatste moet dan terug op niveau worden gebracht ten aanzien van de overheidsinvesteringen, waar de laatste jaren veel te veel op bespaard is uit gemakzucht.

Maar de oplossing van de begrotingsproblemen ligt vooral in meer BBP-groei en die zal moeten komen van de private sector. Ook daarvoor moet de begroting gesaneerd worden: om de private tewerkstelling te bevorderen.

In feite heeft dit land voor een belangrijk deel dezelfde problemen als Zweden 20 jaar geleden. Los van de te complexe Belgische staatsstructuur had het land van ABBA in 1993 een schuld van 84% BBP, een tekort van 11% BBP en een overheidsbeslag van liefst 69%. Heden is die schuld teruggebracht tot 48% BBP, een begroting in evenwicht en een overheidsbeslag van 47%.

Dat is gepaard gegaan met een grondige pensioenhervorming, een grondig debat over de kerntaken van de staat, een uitgebreide deregulering, mededinging in plaats van planning en een efficiënter beheer van de openbare administratie. Het centrale punt in de Zweedse discussie is dat de staat niet moet uitgebreid worden naar de markt, doch de markt uitbreiden naar de staat.

In feite leeft dit land al jaren boven zijn stand en een sanering van ’s lands openbare financiën is absoluut noodzakelijk om de welvaart te behouden voor de volgende generaties.

Lees ook:

Economen Marc De Vos, Koen Schoos en Gert Peersman over Pensioenen: ‘Het stilzwijgen van de partijen over pensioenen moet doorbroken worden

Danny Smagghe (Touring) en Johan De Mol (UGent) over Mobiliteit: ‘Er is geen ambitie om naar duurzame mobiliteit te evolueren

Ere-vrederechter Jan Nolf over Justitie: ‘Geef tanden aan de Privacycommissie voor Big Brother tot in je onderbroek bijt

Professor Michel Maus over Fraudebestrijding: ‘Fiscus en fiscale middenveld moeten uit loopgraven kruipen voor rechtvaardigere fiscaliteit

Daan Killemaes (Trends) over Economie: Drie prioriteiten voor de volgende minister van Economie.

Tom Sauer (Universiteit Antwerpen) en Ludo De Brabander (vrede vzw) over Defensie: ‘België moet afstappen van idee van volwaardige krijgsmacht’

Els Keytsman en Naima Charkaoui over Asiel en Migratie: ‘Veroordelingen door Europees Hof voor mensonwaardig asielbeleid moeten verleden tijd worden

Wim Van Lancker en Frederic Vanhauwaert over Armoede(bestrijding): ‘De beperking van werkloosheidsuitkeringen in de tijd is een schijnoplossing

Herman Matthijs over de Vlaamse begroting: ‘De budgettair genereuze dagen zijn ook voor Vlaanderen voorbij

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content