Bij het grote publiek is Tom Meeuws een onbekende naam. Toch wordt hij de nieuwe voorzitter van de Antwerpse SP.A. Zijn ambitie is niet gering: hij wil dat de SP.A al in 2018 klaar staat om Antwerpen opnieuw een progressief – of toch progressiever – stadsbestuur te geven. ‘Ik ben geen kamikazepiloot. Veel Antwerpenaren hebben mij aangesproken over de slechte manier waarop Antwerpen vandaag wordt bestuurd.’

Niet-Antwerpenaren storen zich weleens aan de vanzelfsprekendheid waarmee ’t Stad zichzelf als het centrum van Vlaanderen ziet. Maar in de politiek valt het belang van Antwerpen amper te onderschatten. Vijftien procent van de Vlaamse kiezers woont er: de politicus en de partij die veel stemmen haalt in de stad of de kieskring Antwerpen, doet het automatisch goed in Vlaanderen. Dat was zo voor de CVP van Leo Tindemans, het VB van Filip Dewinter, de SP.A van Patrick Janssens en geldt nu ook voor de N-VA van Bart De Wever. Als Tom Meeuws erin slaagt om de SP.A weer sterk te maken, wordt hij een van de belangrijkste politici van zijn partij.

In afwachting van de volgende verkiezingen mogen de Antwerpenaren er alvast aan beginnen te wennen dat de nummer één van de socialisten een licht West-Vlaamse tongval heeft. Meeuws is afkomstig van Roeselare. ‘Mijn vader was schrijnwerker, mijn moeder werkte als bediende bij bussenbouwer Jonckheere. Ik was wat men nu een ADHD-kind noemt. Van mijn vierde tot mijn negende kreeg ik van Sinterklaas een drumstel, en elk jaar was dat na een paar weken uit elkaar gemept. Dat heeft geduurd tot mijn moeder me op mijn tiende inschreef bij het trommelkorps van Harmonie De Verbroedering. Dat was een fusie tussen twee fanfares die elkaar ooit nog naar het leven hebben gestaan.’ Tot vandaag is Meeuws een fervent drummer gebleven. En is Harmonie De Verbroedering de inspiratie voor zijn maatschappelijk engagement: ook als politicus wil hij mensen verbinden, en niet tegen elkaar op te zetten.

Na het middelbaar aan het Klein Seminarie van Roeselare studeerde Meeuws voor onderwijzer. ‘Mijn grote geluk is dat mijn ouders mij hebben laten studeren aan Sint-Thomas in Brussel, en niet aan de bisschoppelijke normaalschool in Torhout. In Brussel heb ik de liefde opgedaan voor de stad. Na een tijd ging ik niet meer naar huis in het weekend, zo fantastisch vond ik Brussel.’ Daarna studeerde hij nog pedagogie in Leuven, ‘al zou ik dat niet echt een stad durven te noemen’.

Ook staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) studeerde daar toen pedagogie. Hebben jullie nog met elkaar opgetrokken?

TOM MEEUWS: Nee, ik herinner mij hem niet. Maar misschien had Francken toen nog lang haar. (luide lach)

Vijftien jaar na zijn studententijd heeft Tom Meeuws een welgevuld cv opgebouwd en heeft hij in Antwerpen zijn thuis gevonden, maar zijn volkse afkomst is hij niet kwijt. Hij woont nog altijd in de Seefhoek, ontvangt journalisten op het terras van het plaatselijke ontmoetingscentrum Het Oud Badhuis, te midden van gepensioneerden en gehandicapten. De Seefhoek is nog altijd een zeer volkse buurt, en Meeuws is er voorzitter van ‘de meest multiculturele basketclub van het land’, De Willibies. ‘Dat komt van Willibrordus – goed dat niet al onze spelers en supporters dat weten. (lacht) We hebben een zeer gemengd publiek: Turkse Assyriërs spelen er samen met Marokkanen en een hoop ex-Joegoslaven. Die leven elk op hun manier, maar in de club komen ze samen. Dat is typisch voor de stad. (doceert) Stedelijkheid vertrekt vanuit drie d’s: diversiteit, densiteit en dissonantie. In een stad leven verschillende mensen dicht op elkaar, en dat leidt altijd tot een niet-harmonieus geheel. Iedereen is zo anders en werkt op andere uren, en dus heb je een paar afspraken nodig waaraan iedereen zich moet houden. Ik woon tussen de moskeeën. Ik kan u verzekeren: soms werken de brave moslims op mijn zenuwen, zeker als er met de ramen open wordt gezongen. En dus moet je over al die grote en kleine irritaties een gesprek kunnen voeren. Een stad is geen dorp. Wie daar problemen mee heeft, moet maar verhuizen.’

Tom Meeuws is ongeveer vijftien jaar geleden naar Antwerpen verhuisd. Inmiddels is hij een vertrouwd gezicht geworden op het Schoon Verdiep. Als ambtenaar werkte hij goed samen met politici van alle mogelijke partijen. Eerst met CVP’er Marc Wellens, schepen van Sociaal Beleid, daarna met Open VLD’er Dirk Grootjans, schepen van Veiligheid: ‘Ik dacht dat ik al mijn linkse vrienden zou verliezen, maar als ambtenaar kon ik met hem uitstekend samenwerken. Hij heeft mij nog proficiat gewenst toen het nieuws uitlekte dat ik kandidaat-SP.A-voorzitter ben.’

Grootjans was in het schepencollege ooit de antipode van de socialistische burgemeester Leona Detiège.

MEEUWS: We hebben een veiligheidsplan opgesteld zonder ideologische taboes. Ondanks de kritiek van Agalev zijn we toen begonnen met huisbezoeken, waarvoor nu ook Jan Jambon pleit in Molenbeek. Gemengde teams met een wijkagent en een sociaal werker klopten bij de mensen aan met de vraag: wat hebt u nodig? We begonnen in de bekende probleembuurten. Daar schuilt veel miserie achter de gevels: familiaal geweld, achterstelling van de vrouw… Ook om cybercriminaliteit aan te pakken, moeten we eerst bij de mensen thuis binnen kunnen. Moslimradicalisering vertrekt al lang niet meer vanuit de moskeeën.

Vervolgens werd Meeuws kabinetschef van de groene schepen Chantal Pauwels, en zo kwam hij uiteindelijk terecht in de entourage van burgemeester Patrick Janssens: van 2004 tot 2013 was hij directeur van de stadsdienst Samen Leven. Meeuws: ‘Mijn eerste contact met Patrick Janssens was een nota over de voetbalclub Beerschot. Bij Chantal Pauwels was ik als kabinetschef ook bevoegd voor sport. Daar heb ik het klappen van de zweep geleerd, en de goesting opgedaan om dossiers in handen te nemen die jarenlang verneukeld waren omdat er nooit beleid rond gevoerd was.’

Na een eerder ongelukkig intermezzo als provinciaal directeur van de Lijn, is Meeuws sinds 2015 zelfstandig zaakvoerder van een bedrijf dat uiteenlopende organisaties advies geeft over hun werking. Dat gaat van moskeeverenigingen tot kerkfabrieken, van publieke overheden tot private spelers. Dat Tom Meeuws politicus werd, is niet evident voor zijn eigen zaak. Meeuws: ‘Mijn kandidatuur is uitgelekt in een krant, en voor sommigen van mijn klanten was dat nieuws even schrikken. We zullen onze samenwerking moeten evalueren. Ik ben benieuwd naar de afloop.’

Men stapt in dit land niet ongestraft in de politiek.

MEEUWS: Nee, en dat is jammer. Op den duur kun je nog alleen in de politiek stappen als je al op de loonlijst van een partij staat. Vooral omdat ik toch ‘maar’ de kandidaat-voorzitter ben van een plaatselijke afdeling.

Antwerpen is belangrijk. U weet waaraan u begint.

MEEUWS: Ik ben een SP.A’er sinds 2014. Daarvoor vond ik dat ik het professioneel te druk had om mij ook nog eens politiek te engageren. Maar in de aanloop naar de verkiezingen begon ik te gruwen van de lichtzinnigheid waarmee men afscheid nam van sociaaldemocratische waarden die aan de basis liggen van onze verzorgingsstaat. De dag van de Ronde van Vlaanderen las ik in De Zondag een interview met Geert Bourgeois (N-VA). Hij zei: ‘Alle kinderen in dit land krijgen dezelfde kansen en uw succes in het onderwijs wordt niet bepaald door uw afkomst.’ Dergelijke uitspraken raken mij recht in mijn hart. Tot de derde beklimming van de Oude Kwaremont was ik er niet goed van. Wie nadenkt, wéét toch dat dat niet waar is. En het was geen eenmalige uitschuiver. Onlangs heeft Bourgeois ook Bea Cantillon van het Centrum voor Sociaal Beleid proberen onderuit te halen omdat zij ontgoocheld is in de hervorming van de kinderbijslag. In 2014 heb ik meteen een SP.A-kaart aangeschaft, nog voor ik de verkiezingsuitslag kende.

Twee jaar later wordt u voorzitter van een afdeling die in het hele land bekendstaat om haar interne ruzies. U moet een bijzondere ambitie koesteren om deze functie te willen uitoefenen.

MEEUWS: Dat zijn oude verhalen. Ik weet vooral dat deze stad een betere toekomst verdient. Ik ben geen kamikazepiloot. Veel mensen hebben mij aangesproken over de slechte manier waarop Antwerpen vandaag wordt bestuurd. Mijn kandidatuur is dus weloverwogen: ik weet dat er een draagvlak is voor een ander beleid. Onder Patrick Janssens speelde het Antwerpse stadsbestuur stilaan mee in de Champions League van moderne, goed bestuurde steden zoals Kopenhagen. We hadden de ambitie om in de top te raken van het klassement van The Monocle.

The Monocle richt zich op een intelligente maar ook rijke bovenklasse. Het is een merkwaardige referentie voor socialistische stadsbestuurders.

MEEUWS: Ik hou niet van afgunstsocialisme. In alle steden die hoog scoren in de lijstjes van The Monocle is het ook goed leven voor de lager geschoolde, minder welvarende niet-lezers van dat blad. En ook voor de betere bovenklasse, dat klopt. Er is toch niets fout aan geld verdienen of glossy magazines lezen? Zolang die rijke mensen maar belastingen betalen, net als iedereen. Ik heb zonet mijn kwartaalafrekening onder ogen gekregen. Ik moet veel btw betalen, maar ik doe dat met het grootste plezier. Mijn boekhouder verklaart mij zot.

Maakt u in uw bedrijf gebruik van de notionele-interestaftrek?

MEEUWS: Nee. Ik betaal zelfs graag belastingen. Helaas hebben wij socialisten niet meer goed uitgelegd gekregen dat het grootste deel van de belastingen terugvloeit naar de mensen, dus naar de belastingbetalers zelf. Vooral de middenklasse profiteert daarvan. Over het algemeen zijn belastingen goed besteed geld.

Alleen bent u niet de partij die in Antwerpen kan beslissen hoe dat belastinggeld wordt besteed, om de eenvoudige reden dat uw partij in 2012 de verkiezing verloren heeft.

MEEUWS: Het was niet goed en dat weten we. Maar het was ook niet zo dramatisch als wat de pers ervan gemaakt heeft. In 2000 haalden de Antwerpse socialisten geen 20 procent meer. In 2006 klommen we met Patrick Janssens tot 38 procent. In 2012 bleef daarvan 28 procent over. In veel steden en gemeenten zouden de SP.A’ers een feestje bouwen met dat resultaat. Patrick heeft altijd gezegd: ik heb de verkiezingen verloren omdat er een ander was die er beter in slaagde om de mensen te overtuigen.

Hebt u zich ooit ernstig afgevraagd of uw beleid echt wel zo goed was als de meeste SP.A’ers dachten?

MEEUWS: We kunnen leren uit onze fouten, ja. Ik geef één voorbeeld. We hebben als stadsbestuur gewoon niet ingeschat dat veel Antwerpenaren eigenlijk liever niet in de stad wonen. Ze zijn op zoek naar rust en groen en verhuizen naar de districten buiten de ring, en nog verder, naar Borsbeek of Wijnegem. Dat beperkt zich niet tot tweeverdieners met kinderen. Mijn Afghaanse kapper is heel goed aan het boeren en nu droomt hij van een groot huis met een strooien dak. Dat zal hij dus in Brasschaat vinden. En omgekeerd blijven ook voortdurend mensen naar de stad verhuizen. Ooit was Antwerpen een magneet voor mensen uit Brabant, later voor Limburgers en West-Vlamingen. Met de nieuwe Belgen zal dat niet anders zijn. Ze belanden in de stad en zwermen daarna weer uit. Het helpt dus niet om als OCMW-voorzitter in volle vluchtelingencrisis te zeggen: ‘Antwerpen zit vol.’ Die vluchtelingen komen toch. En ooit vertrekken ze weer, als hun tijd gekomen is. Va et vient, dat is al eeuwen het verhaal van de stad. Een stadsbestuur kan daar maar beter rekening mee houden.

Uw ambitie is duidelijk: in 2018 wilt u een ander stadsbestuur.

MEEUWS: Inderdaad. Wij gaan voor een ander en liefst progressief samengesteld stadsbestuur. In 2018 gaat de SP.A alleen in zee met partijen en mensen die iederéén in de stad een toekomst willen geven, en die de angst willen wegnemen die nu bewust wordt geëxploiteerd.

Door wie?

MEEUWS: Door dit stadsbestuur. Door sommigen in dit stadsbestuur.

U bedoelt: door de N-VA.

MEEUWS: De militarisering van de politie boezemt zelfs mij angst in. Vooral omdat het gepaard gaat met de afbouw van de buurtpolitie. Politieagenten komen vaak van buiten Antwerpen en kunnen de stad niet meer ‘lezen’. Daardoor gaan ze situaties fout beoordelen. Kijk naar dat dramatische voorval in Brussel, waar agenten vijf uur lang een ‘vreemde’ Iraanse onderzoeker onder vuur hielden. Heel dat circus is in gang gezet door een privébewakingsagent die ook de stad niet goed inschat. Op die manier wordt de angstcultuur al snel een bedreiging voor de burgers zelf.

Wie tegen een gespierd optreden van de ordediensten is, heet al snel een ‘softie’.

MEEUWS: Dat is flauwekul. Ik ben ook voor goede afspraken rond veiligheid, dat is het punt niet. Het punt is: stedelijkheid versus antistedelijkheid. Ik heb vorige week nog gepraat met een soldaat die op de Meir patrouilleerde: het bleek een West-Vlaming te zijn die in Koksijde is gestationeerd en het liefst van al zo snel mogelijk weg wil uit Antwerpen.

Burgemeester De Wever heeft de Antwerpse politie uitgerust met patrouillewagens met zware wapens en ballistische helmen.

MEEUWS: Ik ben niet onder de indruk. Ten eerste kun je in een auto niet goed patrouilleren: de agenten zien en horen te weinig. Bovendien beginnen ze de stad als een vijandige omgeving te zien. Ik sprak onlangs met twee agenten. Het was een gemoedelijke babbel, en we hadden het over de moeilijke verkeerssituatie aan de Schijnpoort. Plots zegt een van de twee: ‘Daardoor moet ik na mijn diensturen een heel eind omrijden om thuis te raken, dwars door Borgerokko.’ Zulk taalgebruik kan anno 2016 toch niet meer door de beugel?

Bij de Antwerpse politie is dat de spreektaal, ‘Borgerokko’?

MEEUWS: Ik wil niet veralgemenen, maar dat is mij een week geleden toch woordelijk zo gezegd. Wij hebben veiligheidsmensen nodig die de stad omarmen.

De ‘bottinekes’, het ‘bijzondere bijstandsteam’ van de politie, is er wel gekomen onder Patrick Janssens.

MEEUWS: Er is met ‘de bottinekes’ één vreselijk incident geweest dat we allemaal kennen (de zaak Jonathan Jacob, die in zijn isoleercel gedood werd tijdens een politie-interventie, nvdr). Ik ben niet tegen zogenaamde snelleresponsteams. Ik wil dat de brandweer, de ziekenwagen én de politie snel reageren. Het kan namelijk soms hard fout lopen in een stad. Maar net zoals in het onderwijs de kleuterjuf de belangrijkste leerkracht is, is dat bij de politie de wijkagent. Zij detecteren als eerste de echte problemen.

Sinds bekend werd dat u de nummer één van de SP.A wordt in Antwerpen, weigert u te spreken over uw politieke toekomst. Maar in de politiek draait het om verantwoordelijkheden, en dus om functies. Wordt u de uitdager van Bart De Wever, of gaat u dat in kartel met Groen doen?

MEEUWS: Het zou arrogant zijn om daar nu al mee bezig te zijn. Ik ben niet eens verkozen als voorzitter van de Antwerpse SP.A. We gaan nu vooral werken aan ons eigen SP.A- profiel, en dan zien we wel. We zijn nog helemaal niet aan vergaderen toe. Maar als u aandringt, kan Knack misschien drie weken lang een paar redactielokalen ter beschikking stellen? Een discrete plaats vinden is niet gemakkelijk.

Als wij mogen meeluisteren, waarom niet?

MEEUWS: Er moet véél plaats zijn, want wij zijn van plan om met bijzonder veel mensen te praten. Met Groen, maar waarom ook niet met CD&V en Open VLD? We moeten een zo ruim mogelijk netwerk aan contacten hebben, want het gaat om de toekomst van de stad.

Hoe zit het met die andere linkse coalitiepartner in het district Borgerhout, de PVDA?

MEEUWS: Borgerhout wordt erg goed bestuurd, en ik heb er geen moeite mee om te erkennen dat de PVDA in Borgerhout met Zohra Othman een voortreffelijke schepen levert.

Als u een ander beleid wilt, dan wordt uw slogan een variant op: ‘De Wever moet weg’.

MEEUWS: ‘Weg met De Wever’: daar houd ik echt niet van. Ik gruw van dat agressieve taalgebruik. Ik denk dat dit stadsbestuur veel te veel kansen laat liggen, en dus werken wij aan een project waarbij we weer iedereen willen meepakken. Wij weten heel goed waar we staan.

Is dat zo? Waar staat u in de multiculturele debatten, want daarover is de SP.A altijd bijzonder vaag geweest?

MEEUWS: Zoals alle partijen eisen wij dat iedereen de rechtsstaat en de rechtsorde aanvaardt. Maar integratie komt er pas, zeggen wij, als er ook participatie is in het onderwijs en in het werk. Dat is onze tweede eis. We willen hard strijden tegen de gigantische discriminatie die wel degelijk bestaat. Yasmine Kherbache trekt in het Vlaams Parlement onverdroten aan die kar, en het heeft me oprecht geplezierd dat Liesbeth Homans (N-VA) als minister van Inburgering nu ook voor mystery calls is bij het verhuren van woningen. Dat is een eerste stap, maar het volstaat niet. Om iedereen vooruit te helpen, moeten we ons onderwijs wel wat straffer hervormen dan de Vlaamse regering nu heeft gedaan. De schooluitval is in Antwerpen even groot als in Brussel. Dat is echt niets om trots op te zijn.

En verder: al de rest is vrijheid. Iedereen heeft de vrijheid om zijn cultuur te beleven zoals hij of zij dat wenst. Ik heb recht van spreken. Ik heb in het Klein Seminarie in Roeselare nog leren vendelzwaaien. Als dat kan en mag (lacht), dan hebben al die nieuwe Belgen toch ook het recht om hun cultuur en hun geloof te beleven, en alles wat daarbij komt?

Het ‘hoofddoekenverbod’ is wel ingevoerd door Patrick Janssens.

MEEUWS: Met het hoofddoekenverbod hebben wij ons vergist. We hebben neutraal handelen willen stimuleren, en dat was terecht: een ambtenaar mag zich niet partijdig gedragen. Alleen wat het niet juist om ervan uit te gaan dat een vrouw met hoofddoek zich niet neutraal kan opstellen – alsof vrouwen niet meer in staat zijn tot correct gedrag als ze zich naar hun eigen inzicht kleden. En wat met de politieman die over ‘Borgerokko’ sprak? Zijn uniform was onberispelijk, maar helaas had hij zich bepaald niet neutraal opgesteld. Het gaat om het gedrag, niet om de kledij.

Veel ‘witte konijnen’ bleken niet om te kunnen gaan met tegenslag. Christine van Broeckhoven werd SP.A-lijsttrekker voor de Kamer maar was na één zittingsperiode weg. Patrick Janssens werd politicus om partijvoorzitter en burgemeester te kunnen zijn, maar hij had geen zin in oppositie.

MEEUWS: Natuurlijk wil ik mee het gezicht zijn van de Antwerpse socialisten, maar ik zie mezelf niet als een ‘wit konijn’. Ik blijf gewoon werken als zelfstandige. Alleen zal veel van mijn vrije tijd opgaan aan mijn vrijwilligerswerk als voorzitter.

Als u het gezicht wilt zijn van de SP.A, zult u bij de verkiezingen toch een zichtbare plaats moeten krijgen?

MEEUWS: Dat probleem gaan wij toch op die vergadering in uw redactielokalen bespreken? (lacht)

DOOR WALTER PAULI, FOTO’S FRANCKY VERDICKT

‘Ik moet veel btw betalen, maar ik doe dat met het grootste plezier. Mijn boekhouder verklaart mij zot.’

‘Het helpt niet om als OCMW-voorzitter in volle vluchtelingencrisis te zeggen: “Antwerpen zit vol.” Die vluchtelingen komen toch.’

‘In 2018 gaat de SP.A alleen in zee met partijen en mensen die iederéén in de stad een toekomst willen geven.’

‘De militarisering van de politie boezemt zelfs mij angst in. Vooral omdat het gepaard gaat met de afbouw van de buurtpolitie.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content