Vrije Tribune

Niet-Veel Alternatieven voor Brussel

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

In zijn opiniestuk “Brussel Vlaams? Pourquoi Pas?” betreurt N-VA-senator Karl Vanlouwe dat Brussel slechte publiciteit krijgt, nationaal én internationaal. ‘Zijn opiniestuk draagt hier in elk geval toe bij’, schrijven Brigitte Grouwels (CD&V), Paul Delva (CD&V) en Joris Poschet (CD&V).

In zijn opiniestuk “Brussel Vlaams? Pourquoi Pas?”neemt N-VA-senator Karl Vanlouwe zijn pen ter hand, nadat hij deze opnieuw in weinig subtiele Vlaamse zwadder en venijn doopte. Hij betreurt dat Brussel ‘slechte publiciteit krijgt, nationaal én internationaal’. Zijn opiniestuk draagt hier in elk geval toe bij. Graag blijven we stilstaan bij enkele opmerkelijke elementen uit zijn anti-Brussel-pamflet.

Zo betreurt Vanlouwe dat het Brussels Gewest ‘ook gemeenschapsbevoegdheden kreeg via de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC)’. Dat klopt. Maar mogen we er even aan herinneren dat het N-VA zélf is die, in de aanloop naar de zesde staatshervorming, aangaf dat het de kinderbijslagen naar de GGC wilde overhevelen (en dus niet ‘zuiver’ naar de Vlaamse en Franse gemeenschap, zoals CD&V dit wenste).

Dit staat zwart op wit in de “nota aan Koning Albert II” van Bart De Wever. Nog over de GGC stelt hij: “Wat deze GGC voor een beest is (let op het fijne taalgebruik) weet niemand buiten Brussel, in Brussel trouwens ook niet.” We stellen alvast voor dat Vanlouwe zijn N-VA-collega’s in het Brussels Parlement, die zich (terecht) in de materies van de GGC vastbijten, hierover contacteert.

Aantal politici in Brussel en Antwerpen

Vervolgens legt hij ‘de ploat’ op over het aantal politici in Brussel. Het klopt dat dit aantal vandaag te hoog ligt. We herinneren er toch graag aan dat een doorsnee dorp in Vlaanderen van zes- of zevenduizend inwoners, ook al een burgemeester en vijf schepenen telt. Terwijl Brusselse gemeenten als Anderlecht, Schaarbeek of Brussel-stad vlot de kaap van de 100.000 inwoners nemen.

In Antwerpen, dat ver genoeg van Brussel ligt om er niet door ‘besmet’ te worden, lopen overigens ook veel politici rond. De fusie van de Antwerpse gemeentes werd immers gevolgd door een ‘defusie’ in districten. En deze districten beschikken, jawel, over een districtsburgemeester, districtsschepenen, districtsraadsleden. Bovendien zijn er nog eens 21 provincieraadsleden. Dat zijn er dus gauw meer dan 300.

En, puisque le ridicule ne tue pas: wanneer Vanlouwe beweert dat ‘een groot deel van de burgemeesters en parlementsleden zelfs kan pronken met de titel van minister’, dan schiet hij natuurlijk een spreekwoordelijke bok.

Het klopt dat het beleid in Brussel baat zou hebben bij meer efficiëntie en meer transparantie

Verder stelt hij voor om de ‘Vlaamse mentaliteit en aanpak, ‘l’approche flamande’ meer ruimte te geven in Brussel. Gelijk heeft hij. Hoewel we dan veronderstellen dat hij boeiende dossiers zoals Oosterweel, de Turteltaks (onbestaande trouwens in Brussel…), Uplace, enz. buiten deze ‘approche flamande’ houdt.

Het klopt dat het beleid in Brussel baat zou hebben bij meer efficiëntie en meer transparantie. Dat is dan ook de reden waarom CD&V al lang mee aan het roer zit van het Brusselse schip. Om hier actief aan te werken. Een lastige klus, en van lange adem. Maar in ieder geval is de aanpak van deze stuurman efficiënter dan van zij die luid roepen maar aan wal blijven.

Er is nog enorm veel werk aan de winkel, maar er is geen alternatief dan samenwerking tussen Nederlandstalige en Franstalige partijen in Brussel

Neen, het is niet altijd makkelijk om met onze Franstalige stadsgenoten Brussel te besturen. En ja, sommige beleidsitems zouden we anders aanpakken als we het alleen voor het zeggen hadden. De verplichte inburgering in Brussel had er bijvoorbeeld al lang moeten zijn. En een aantal gemeentelijke bevoegdheden (o.a. inzake ruimtelijke ordening) hadden al lang naar het Gewest moeten overgeheveld worden. En het aantal politiezones moet dringend van zes naar één gebracht worden.

Er is dus nog enorm veel werk aan de winkel. Maar er is geen alternatief dan samenwerking tussen Nederlandstalige en Franstalige partijen in Brussel. Een partij kan zich zodanig positioneren dat ze noch gemeentelijk, noch gewestelijk aan de bak komt. Het enige wat dan nog overblijft is hard roepen en luide kritiek geven. En scherpe opiniestukken schrijven die ofwel open deuren intrappen ofwel vervallen in jammerlijke karikaturen.

Op die manier wordt het Brusselse debat evenwel niet constructief gevoed. En wordt actief bijgedragen aan het neersabelen van het imago van Brussel in binnen- en buitenland. Wat dan weer in datzelfde opiniestuk betreurd wordt. En zo vervalt zogenaamde rechtlijnigheid in cirkelvormige redeneringen zonder oplossing en zonder hoop. Brussel en de Brusselaars worden er alvast niet door geholpen.

Brigitte Grouwels, senator en Brussels volksvertegenwoordiger (CD&V)

Paul Delva, Brussels fractieleider (CD&V)

Joris Poschet, Vlaams volksvertegenwoordiger (CD&V)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content