Nauwelijks nog hoop om overlevenden te vinden in Bangladesh

(Belga) Bijna een week na de instorting van een textielfabriek in Bangladesh met meer dan 380 doden hebben de reddingswerkers nog nauwelijks hoop op overlevenden. “Buiten een wonder denk ik niet dat zes dagen na het ongeval nog iemand levend onder het puin zou kunnen zitten”, zei Abdus Salam van de brandweer op de plaats van het ongeluk in de omgeving van de hoofdstad Dhaka. Vandaag was de eerste dag dat geen enkele overlevende kon geborgen worden. De hulpdiensten halen in plaats daarvan steeds meer lijken vanonder het ingestorte gebouw, waar voornamelijk vrouwen werkten.

Het aantal doden is opgelopen tot minstens 382. Volgens de autoriteiten zijn nog steeds rond de 600 mensen vermist. Circa 2.400 mensen werden verwond toen het acht verdiepingen tellende gebouw woensdagmorgen instortte. In het gebouw in Savar, 25 kilometer ten noordwesten van Dhaka, waren vijf textielfabrieken, een bank en een winkel ondergebracht. Salam zei dat zondag nog een textielarbeidster levend werd teruggevonden. Maar een brand heeft haar berging ondanks verwoede pogingen verhinderd. Toen de brand geblust was, was de vrouw overleden. Legerwoordvoerder Shahinul Islam zei dat helpers de brokstukken voorzichtig met kranen opruimen om eventuele overlevenden niet in gevaar te brengen. Textielarbeiders in de grote omgeving van Dhaka legden maandag het werk neer. Ze eisen de doodstraf voor de eigenaar van het gebouw. Hij werd gisteren opgepakt toen hij probeerde naar buurland India te ontkomen. Hij zou bij de bouw minderwaardig materiaal gebruikt hebben. Demonstrerende arbeiders vielen textielfabrieken aan en staken auto’s in brand. De politie zette traangas en rubberkogels in. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content