Nicolas Bouteca

‘Na Gent en Antwerpen: ook het Kortrijkse CD&V-imperium staat niet meteen in bloei’

Nicolas Bouteca Politicoloog aan de UGent, en lid van onderzoeksgroep Gaspar

Sarah Claerhout in Gent en Caroline Bastiaens in Antwerpen brachten opnieuw het stedentrauma van CD&V ter sprake: de partij heeft het moeilijker om voet aan de grond te houden in de steden dan in het landelijker Vlaanderen, schrijft politcoloog Nicolas Bouteca (UGent).

De stadslucht brengt de christendemocraten nochtans niet alleen kommer en kwel de laatste tijd. In Hasselt bijvoorbeeld kon partijvoorzitter Wouter Beke van een interne ruzie bij SP.A profiteren om hen de burgemeesterssjerp voor een partijgenote te ontfutselen en in Brugge zou CD&V een grote kans maken om in 2018 opnieuw de burgemeester te leveren. In Kortrijk, tot 2012 nog een onneembare CD&V-burcht, lijken de vooruitzichten dan weer minder rooskleurig.

Het was een opvallend stukje in een artikel van Het Nieuwsblad dat de aandacht vestigde op de moeilijke situatie van de Kortrijkse christendemocratie: ‘In Kortrijk staan de aanhangers van Stefaan De Clerck en Jean de Bethune met getrokken messen tegenover elkaar’, stelden de journalisten van de krant. De formulering is wat spectaculairder dan de realiteit, maar dat CD&V ook in Kortrijk met een lijsttrekkersprobleem zit is een feit. Officieel luidt het marketingpraatje dat de partij eerst met een inhoudelijk project wil komen en pas dan de discussie over de koppen wil aansnijden. Dat is uiteraard zeer interessant, maar de indruk leeft toch dat het ook moet verbergen dat de partij er eigenlijk nog niet uit is wie de kopman of -vrouw moet worden.

Van Quickenborne vs. De Clerck

De puzzel is dan ook vrij ingewikkeld. Van buitenaf bekeken lijkt Stefaan De Clerck de gedoodverfde kandidaat om lijsttrekker te worden. Veel Kortrijkzanen zien in de positieve verandering die de stad de laatste tien jaar onderging immers nog altijd zijn hand. Voor veel inwoners is hij bovendien nog steeds de incarnatie van CD&V in Kortrijk. En dat geldt ook voor de buitenstaanders: de nationale media bekijken de Kortrijkse politiek steevast als een boksmatch tussen huidig burgemeester Vincent Van Quickenborne en ex-burgemeester De Clerck.

Electoraal gezien is de keuze voor De Clerck dus de meest rationele. Als het tot een nieuw duel met Van Quickenborne komt, zullen de verkiezingen draaien rond de strijd CD&V-Open VLD. Het is een scenario waar alle andere partijen in Kortrijk bang voor zijn: ze zouden daardoor in de schaduw komen te staan.

Het aanduiden van een lijstrekker is dus ook in Kortrijk een moeilijke kwestie, maar dat is slechts het topje van de ijsberg.

Vraag is evenwel of De Clerck zin heeft in zo’n presidentiële race. Het risico bestaat immers dat hij zijn politieke carrière dan zal moeten afsluiten met een nederlaag tegen Van Quickenborne. In 2012 haalde hij nog nipt meer voorkeurstemmen dan de liberaal, maar de vraag is of dat in 2018 nog zal lukken nu Van Quickenborne zes jaar lang nummer 1 was in de stad en De Clerck zich in de luwte concentreerde op zijn job bij Proximus.

Bovendien wordt De Clerck halfweg de volgende legislatuur 70. Wil familieman de Clerck dit offer wel nog brengen? De keuze was in elk geval makkelijker geweest indien zijn mediagenieke zoon Felix aan boord kon worden gehesen. Helaas, Felix De Clerck woont nog altijd niet in Kortrijk en kan zich vanuit zijn job als algemeen directeur van het Kunstenpunt van de Vlaamse Gemeenschap moeilijker politiek profileren.

Wie wordt lijsttrekker?

Jean de Bethune is de tweede kanshebber voor het lijsttrekkerschap. Voor velen is dat een verrassing en dat is meteen ook zijn grootste probleem. Hij was 12 jaar schepen van Kortrijk, maar haalde in 2012 vanop de vierde plaats minder stemmen dan lager geplaatste kandidaten. De zoon van de voormalige burgemeester Emmanuel de Bethune is wellicht een van de knapste koppen uit de Kortrijkse politiek, maar het is geen absoluut stemmenkanon.

Naast het feit dat het een man is met visie, is hij ook vooral een topkandidaat omdat hij als voorzitter van de partij een grote impact heeft op de lijstvorming. Het lijsttrekkerschap zou bovendien een troostprijs kunnen zijn voor zijn minder zekere politieke toekomst. Momenteel is de Bethune gedeputeerde, maar aangezien er in de West-Vlaamse deputatie vanaf 2018 twee zitjes minder te verdelen zijn wordt dat moeilijker. Zijn penetratiegraad, d.i. het aantal voorkeurstemmen ten aanzien van het totaal uitgebrachte stemmen in de kieskring, was in 2012 verre van de hoogste van alle CD&V-lijsttrekkers voor de provincie in West Vlaanderen. Bovendien komt ook de provinciegouverneur al uit de Kortrijkse CD&V-stal. De gouverneur mag dan al een ander statuut hebben dan de verkozen gedeputeerden. Als puntje bij paaltje komt zou de regionale spreiding van gedeputeerden wel eens in het nadeel van de Bethune kunnen uitdraaien.

De outsiders voor het lijsttrekkerschap zijn huidig fractievoorzitter in de gemeenteraad, Hannelore Vanhoenacker, en federaal parlementslid Roel Deseyn. De eerste is wellicht te onbekend bij de kiezer om potten te breken, al zou CD&V met haar als enige met een vrouwelijke lijsttrekker kunnen uitpakken in 2018. Deseyn is dan weer de enige ACW’er in het lijstje van potentiële lijsttrekkers. Die vleugel moet ook een mooi plaatsje krijgen op de lijst. Hij is bovendien een nationaal kopstuk. Al speelt dat ook in zijn nadeel. De kwestie-Bastiaens in Antwerpen toont immers dat ook bij CD&V het verzet toeneemt tegen het cumuleren van nationale en lokale uitvoerende mandaten.

Het aanduiden van een lijstrekker is dus ook in Kortrijk een moeilijke kwestie, maar dat is slechts het topje van de ijsberg. Het stevige lokale netwerk waar CD&V zich in landelijk Vlaanderen nog op kan beroepen is er in Kortrijk niet meer. Café De Gilde, waar christelijke werknemers thuis waren, is al lang verleden tijd en café De Middenstand, waar katholieke bakkers en slagers wel eens een pint kwamen drinken, is vandaag een schoenenwinkel. Het ACW komt alleen nog boven water als de lijst wordt gevormd en Unizo heeft ook bij de N-VA-bestuurders goede contacten.

CD&V wordt in Kortrijk weggeoncureerd

Bovendien eist een oppositiekuur van zes jaar zijn tol. Men staat constant in de schaduw van een bedrijvige stadscoalitie die haast meesterlijke de media weet te bespelen. CD&V komt amper in beeld. Er is in de oppositie ook minder tijd om professioneel met politiek bezig te zijn omdat politiek voor ‘gewone’ gemeenteraadsleden niet meer is dan een hobby. Tijdens de lange jaren in het bestuur is CD&V ook vergeten om de lokale partijorganisatie uit te bouwen en nieuwe mensen te lanceren. En dat allemaal terwijl de concurrenten niet stil zaten.

SP.A loopt dankzij de slimme personeelspolitiek van Philippe Decoene over van nieuw jong politiek talent. Open VLD mag met overtuiging dingen naar de titel van partij van ’t stad en heeft in 2018 de burgemeestersbonus aan haar kant. N-VA krijgt stilaan zijn partij op orde na de problemen in het begin. Tot overmaat van ramp trekt het Vlaams Belang door de migratie- en veiligheidsagenda ook weer aan en kan ook Groen tevreden zijn over haar zeer gedreven fractie.

Neen, het wordt niet simpel voor CD&V in Kortrijk. De partij kan enkel een sprankeltje hoop puren uit de idee dat ze in 2018 misschien groot genoeg zullen blijven om een coalitie met twee aan te bieden. Uit onderzoek blijkt immers dat lokale coalitievorming voor een groot stuk gedreven wordt door het zogenaamde size principle. Volgens dat principe streeft men er naar om met zo weinig mogelijk partijen een coalitie te vormen om de schepenmandaten onder zo weinig mogelijk partijen te moeten verdelen.

Daar liggen dus kansen om de stadscoalitie, die bestaat uit Open VLD, SP.A en N-VA, van een tweede termijn te houden. Zeker als bij N-VA de antisocialistische gevoelens, die bij de nationale partij bestaan, ook lokaal de bovenhand zouden halen. Maar dan nog leert de traditie van voorakkoorden op het lokale niveau dat het ook in dat geval geen kwaad kan om op tijd een duidelijke partijchef te hebben. Het slagen van zo’n gentlemen’s agreement hangt immers nauw samen met de garantie dat de partijleider die het akkoord sluit ook werkelijk de macht heeft. Momenteel is dat dus niet duidelijk bij CD&V in Kortrijk. Misschien kijkt men daarom best naar Hilde Crevits en Wouter Beke voor een extra duwtje in de rug. Op die manier kan CD&V-Kortrijk misschien onder de nationale paraplu van voorakkoorden mee aan tafel schuiven in 2018 in plaats van opnieuw zes jaar te verkommeren in de oppositie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content