Na de #MeToo-storm: ‘Ik hoop dat er nog veel getuigenissen volgen’

© Reuters
De Streekkrant
De Streekkrant De Streekkrant blikt als gratis krant elke woensdag vooruit op de week die komt.

Zelden of nooit vond een hashtag zoveel weerklank als #MeToo. Wereldwijd getuigden tal van vrouwen over grensoverschrijdend gedrag. Aan de publieke schandpaal kwamen grote namen uit alle hoeken, met Hollywood-producent Harvey Weinstein op kop. Ook Vlaanderen daverde op zijn grondvesten toen tv-figuur Bart De Pauw werd beticht. Deze Week besprak het thema met KU Leuven-professor Omer Van den Bergh.

Grensoverschrijdend gedrag, de overkoepelende term voor die vaak schrijnende verhalen, zal wellicht ook in 2018 het openbare debat beheersen. De kans dat de vloed ontmaskeringen en al te lang opgekropte getuigenissen van slachtoffers plots stopt, is klein. Er zijn de onvermijdelijke emotionele uitbarstingen en grote publieke verontwaardiging, maar helpen die steekvlammen de noodzakelijke nieuwe bewustwording wel vooruit? Wij vroegen het aan professor Omer Van den Bergh, ombuds- en vertrouwenspersoon aan de KU Leuven en medeauteur van het Draaiboek grensoverschrijdend gedrag van zijn alma mater – lang voor er sprake was van #MeToo.

We mogen ons niet vergalopperen in het organiseren van heksenjachten.

‘Wanneer de bom barst, zijn heldere en genuanceerde discussies zelden mogelijk. Ik ga over Bart De Pauw niets zeggen want ik ken de elementen van het dossier niet. Er is uiteraard gedrag dat in elke context grensoverschrijdend is, maar vaak speelt context een belangrijke rol voor de betekenis van gedrag en kan er verschil zijn tussen bedoeling en effect. Ik kan mij voorstellen dat als je wekenlang dicht op elkaar op een filmset zit, er een flauwe studentikoze stijl ontstaat waarin al eens gedrag voorkomt dat niet noodzakelijk slecht bedoeld is, maar wel als ongepast ervaren wordt. Dat moet dan kunnen gezegd worden en die feedback moet volstaan om het te doen stoppen. Hetzelfde gedrag is iets heel anders als het om een repetitief patroon gaat en de feedback dat iets niet kan telkens genegeerd wordt.’

Gaat #MeToo ons helpen bewuster en respectvoller met elkaar om te gaan?

Ik ben in elk geval blij dat er een kanaal is ontstaan waarin veel meer mensen dan wij beseffen hun boodschap kwijt kunnen. Dat is goed. Maar ik maak meteen ook een kanttekening omdat ik vind dat alles nu onder dezelfde noemer terechtkomt. Er is weinig nuance tussen al die verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag, dat gaat van ongepaste opmerkingen tot regelrechte criminele feiten. Laat ons hopen dat dit een kantelpunt is, een belangrijk moment van bewustwording bij veel mensen. Ik sympathiseer met de beweging en ik hoop dat er nog veel getuigenissen volgen, maar ik hoop evenzeer dat we voorbij het punt van emotionele ventilatie komen. Dat we op een meer genuanceerde, gecoördineerde en efficiënte manier gedragspatronen, regels en codes gaan ontwikkelen die we dan ook echt implementeren in organisaties en op plaatsen waar mensen samenwerken en -leven. Zo kunnen we een cultuur ontwikkelen waarin grenzen in een vroeg stadium benoembaar en bespreekbaar zijn en waarvoor heldere procedures bestaan als ze over schreden worden. Met ons draaiboek en ons beleid aan de KU Leuven heb ik de indruk dat we daarin goed bezig zijn.

Voorbij de blaming en de shaming?

We leven in heel emotionele tijden naar aanleiding van breed uitgesmeerde gevallen van grensoverschrijdend gedrag die mensen doen schrikken en kwaad maken. Maar ik hoop dat het een katalysator is om ons effectief een stap verder te brengen. We mogen ons niet vergalopperen in het organiseren van heksenjachten. De Weinsteins van deze wereld zijn volgens mij de uitzonderingen. Er zijn veel meer vormen van grensoverschrijdend gedrag, er is dus meer werk aan de winkel. Er zijn veel zaken die bij wijze van spreken stoemelings gebeuren, gedrag waar geen uitgekookt patroon achter zit. Melders van grensoverschrijdend gedrag moeten een beroep kunnen doen op anonimiteit. Confidentialiteit is belangrijk. Toch vind ik dat het een goede zaak zou zijn mochten melders geen schrik meer hebben om geïdentificeerd hun verhaal te doen, zonder schrik voor negatieve consequenties. Dat opent de kans op dialoog.

Dat valt ook op in het Draaiboek grensoverschrijdend gedrag, waar staat: ‘de schuldvraag is niet de eerste bekommernis van onze aanpak’.

Het kan zijn dat een 55-jarige prof zijn doctoraatstudente van 25 jaar de hand op de schouder legt als een vaderlijk gebaar. Terwijl de jongedame dat ervaart als ongepast.

Met het uittekenen van dat draaiboek zijn we sinds vorig jaar bezig. Je moet weten dat de KU Leuven een gigantische organisatie is met meer dan 11.000 personeelsleden en 55.000 studenten. Lang voor #MeToo wilden wij voorbereid zijn op dingen die sowieso gebeuren. Wij zijn niet immuun voor de dingen des mensen. We willen daar een goed protocol rond hebben en een aantal klemtonen leggen. Ons vertrekpunt is onafhankelijkheid. Zowel melders als plegers van grensoverschrijdend gedrag moeten de keuze hebben overom intern of extern te gaan. We willen absoluut nooit de verdenking op ons halen dat we dingen binnenskamers willen houden. Ten tweede gaan wij uit van respect voor zowel de melder als de pleger en werken in vertrouwen. En tot slot, daar komt die ‘schuldvraag’: wij spelen geen rechter. Als er criminele daden zijn, gaan wij uiteraard mensen coachen en begeleiden om daar het gerecht bij te betrekken en klacht in te dienen. Maar als mensen echt anoniem willen blijven, dan respecteren we dat. Dus ja, we hebben ook respect voor de plegers. Het is er ons niet om te doen mensen te vangen en tegen de muur te nagelen. In de praktijk merken we dat we zelden of nooit te maken hebben met criminele verkrachters. In veruit de meeste gevallen gaat het over mensen die momenten van zwakheid kennen en al eens over de schreef gaan. Vaak realiseerden ze zich niet dat ze een grens overschreden. Door die plegers met respect te behandelen, willen we ruimte maken voor herstel. We hebben meldpunten, maar doen ook aan preventie met programma’s die onder andere uitleggen wat grensoverschrijdend gedrag is.

Dat meldpunt bestaat intussen een jaar. Tijd voor een evaluatie?

Sinds de invoering van het meldpunt is er een toename van het aantal meldingen. We vermoeden dat het niet wijst op een toename van het aantal gevallen maar wel dat we erin geslaagd zijn de drempel te verlagen.

In het draaiboek staat over grensoverschrijdend gedrag: ‘de subjectieve beleving is het criterium en niet de objectieve handelingen in strikt juridische zin’. Valt dat niet altijd in een grijze zone van interpretaties?

Respectloos gedrag is niet meteen een criminele handeling, maar respect is voor ons wel een belangrijke waarde. Wat gepast is, houdt rekening met de context en de persoon. Aanrakingen zijn niet per definitie verkeerd. Een troostend gebaar kan zinvol zijn, maar in een andere context een heel andere betekenis hebben. Je kunt bijna niet anders dan het subjectieve criterium nemen. Dit impliceert dat er een verschil kan zijn tussen de bedoeling en het effect van gedrag. We zien soms dat gedrag als grensoverschrijdend beleefd wordt, terwijl de plegers dat zelf niet doorhebben. Het kan zijn dat een 55-jarige prof zijn doctoraatstudente van 25 jaar de hand op de schouder legt als een vaderlijk gebaar. Terwijl de jongedame dat ervaart als ongepast. Dat moet dan ook gezegd kunnen worden op een manier die de werkrelatie niet schaadt. Er zijn ook heel wat situaties in een universitaire context waarbij hele nauwe en zelfs intieme contacten nodig zijn. Ik denk aan artsen in opleiding, psychotherapeuten, kinesisten… Vandaar onze definitie: als iemand gedrag als grensoverschrijdend ervaart, aanvaarden wij de kwalificatie. In principe is er zerotolerantie en proberen we zo vroeg mogelijk bij te sturen. Soms kan dat via een feedbackgesprek, maar als blijkt dat grensoverschrijdend gedrag duidelijk seksueel getint is, zich over een langere periode en met meerdere mensen voordoet, worden er harde beslissingen genomen, inclusief ontslag. Soms gebeurt dat in een moeilijke juridische context, maar als de vertrouwensbreuk onherstelbaar is, kan het niet anders.

Dirk Remmerie/Deze Week

Dit artikel verscheen in Deze Week

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content