Na de hitte: ‘De planeet overleeft het wel. De mens? Dat is een ander paar mouwen’

Jill Peeters en Nicole van Lipzig © Franky Verdickt

Qua hittedagen – waarop de temperatuur boven de 25 graden stijgt – heeft de zomer van 2018 die van 1976 al ingehaald. De kans dat het opnieuw 42 jaar duurt voor hij op zijn beurt wordt onttroond, lijkt nihil. ‘We maken de klimaatverandering live mee’, klinkt het bij Jill Peeters en Nicole van Lipzig. Maar de weervrouw en de klimaatwetenschapster geven de hoop niet op.

Bossen ontvlamden van Griekenland tot Scandinavië, in Spanje en Portugal klom het kwik ver boven de 40 graden Celsius, in Vlaanderen deden twee hittegolven droogtealarmen afgaan en ontlokten ze noodkreten aan landbouwers en watermaatschappijen – ook andere sectoren kreunden onder het weer. We lijken op weg naar de warmste zomer in het warmste jaar sinds het begin van de metingen.

‘Helaas hadden de klimaatsceptici ongelijk: dat gevoel overheerst bij mij’, zegt Jill Peeters. ‘Ik hou me in om te roepen: “Zie je wel!” Voor hetzelfde geld hebben we volgend jaar een onderkoelde zomer, met amper zon en veel regen, en krijg ik van de mensen in de straat het verwijt dat ik onnodig paniek gezaaid heb. Maar ook zo’n zomer zou dan het gevolg van klimaatverstoring zijn. We zitten nu eenmaal, onmiskenbaar, in het decennium waarin we het aan den lijve beginnen te voelen. De klassieke seizoenen zoals we ze ons hele leven gekend hebben, zullen niet meer terugkeren.’

De zomer van 2018 drukt ons met de neus op de feiten, beaamt Nicole van Lipzig. ‘En als we ons gedrag niet veranderen, zal hij maar een voorproefje zijn.’

Nicole van Lipzig

– Is voorzitter van het Leuvens Centrum Duurzame Aarde en professor geografie met specialisatie in het klimaatmodelleren aan de KU Leuven

– Spitst zich toe op onderzoek rond de interactie tussen het land en de atmosfeer, polair klimaat, stadsklimatologie en ze maakt voor verschillende stakeholders klimaatscenario’s voor de toekomst

Volgens de gezaghebbende Amerikaanse klimatoloog Michael E. Mann hebben we de voorbije maanden in realtime de gevolgen van de klimaatverandering gezien.

Nicole Van Lipzig: Hij heeft gelijk. Het is liveklimaatverandering. Extreme hitte is de eerste indicatie van klimaatverandering, dat wisten we. Voorlopig verloopt het dus zoals verwacht. Maar in een veranderend klimaat is het almaar moeilijker om voorspellingen te doen op basis van statistieken uit het verleden.

Kijk naar wat er deze winter in Kaapstad is gebeurd. Na twee droogtejaren zeiden alle meteorologen dat er nooit een derde zou volgen. Dat was helaas wél het geval, en daardoor zat de stad op een bepaald moment bijna zonder drinkwater. Zo kan het hier ook gaan. Als het straks opnieuw begint te regenen, zal iedereen denken dat we volgend jaar nooit opnieuw zo’n droge zomer zullen krijgen. Een gevaarlijke gedachte, want door de klimaatverandering is de kans op opeenvolgende droge zomers groter.

Jill Peeters: Michael E. Mann schrijft ook dat het lastige is: we zullen aan deze nieuwe situatie wennen, langzaamaan – maar op het moment dat we eraan gewend zullen zijn, zal het nog veel erger worden.

Friederike Otto, Duits klimaatwetenschapper in Oxford, schrijft in een nieuw rapport: ‘Doordat de mens het klimaat heeft ontwricht, is de kans op deze hittegolf in Noord-Europa twee keer zo waarschijnlijk geworden.’

Van Lipzig: Ik heb het hele rapport gelezen: haar aannames zijn erg voorzichtig. Otto heeft een snelle attributie willen doen (een attributiestudie kan aangeven of klimaatverandering de kans op of op de ernst van een extreme gebeurtenis beïnvloed heeft, nvdr). Als ze haar studie straks nog eens grondig zal herhalen, zal ze ongetwijfeld op een hogere waarschijnlijkheid uitkomen.

Daarnaast hebben onderzoekers ook gekeken naar alle extreme gebeurtenissen van de voorbije jaren. Ze kwamen tot de conclusie dat twee derde van al die gebeurtenissen – buitengewone neerslag, droogte, orkanen – waarschijnlijker of ernstiger geworden zijn door de klimaatverandering. De link tussen extremen en het veranderende klimaat is niet langer te ontkennen.

Jill Peeters

– Studeerde in 1997 af als geograaf aan de KU Leuven en is sinds 2000 weervrouw bij VTM

– Zet zich al jaren in voor de bewustmaking rond klimaatverstoring, runt daartoe met Climate Without Borders een organisatie van meer dan 130 weermannen en- vrouwen over de hele wereld, en ontving deze zomer een Ereteken van de Vlaamse Gemeenschap

We puffen en klagen eens, maar ’s avonds leggen we een lekker stukje vlees op de barbecue, en straks vliegen we voor een weekendje naar Ibiza.

Peeters: Ik merk dat vooral de jeugd er almaar feller mee bezig is. Ze zijn allemaal tegen plastic, gebruiken hun eigen drinkbus in plaats van altijd maar nieuwe flessen te kopen, eten minder vlees, kiezen bewust voor de fiets of het openbaar vervoer, noem maar op. Maar tegelijk hebben ze allemaal wel een smartphone met een batterij vol mineralen, nemen ze minstens één keer per jaar het vliegtuig, en laten ze voortdurend pakketjes uit God weet waar overkomen. Tja. Dat verhaal klopt natuurlijk niet.

Van Lipzig: Zolang we de gevolgen van ons gedrag niet aan den lijve voelen, veranderen we het zeer moeilijk. Hopelijk gaat er na deze zomer bij veel mensen een alarmbel af. Dit is een wake-upcall.

Maar zelfs als we vandaag nog zouden stoppen met fossiele brandstoffen, zou de aarde blijven opwarmen.

Peeters: Als ik het goed heb, zit er een vertraging van vijftig jaar op.

Van Lipzig: Het is moeilijk om daar een precies getal op te kleven. Voor sommige langzame componenten van het klimaat – zoals het ontdooien van de permafrost, waarbij grote hoeveelheden methaan vrijkomen, of zeeniveaustijging – is de vertraging nog een stuk groter.

Er is momenteel bijvoorbeeld veel zorg om het ijs op Antarctica. Daar blijkt veel meer afsmelt te zijn aan de ijsplaten dan we al die tijd met satellietbeelden hebben kunnen zien. Het smelten van het ijs heeft een lange aanlooptijd, maar ineens zal het erg snel gaan. Het is als een tanker: eenmaal op gang is het niet meer te stoppen.

Dat zal ons dagelijkse leven uiteraard sterk beïnvloeden. Niet alleen zal het zeeniveau stijgen. Hoe minder sneeuw en ijs er op aarde is, hoe minder het zonlicht gereflecteerd zal worden, hoe warmer de oceanen zullen worden en hoe sneller de planeet zal opwarmen. Zulke kantelpunten zijn extra argumenten om vanuit wetenschappelijke hoek druk op de beleidsmakers te blijven zetten: zorg alstublieft dat we de opwarming van de aarde onder controle houden.

Peeters: Ik was erbij tijdens de klimaatconferentie van Parijs, in 2015. Vooral bij de bedrijven voelde ik een positieve dynamiek. Die wilden economie en ecologie echt hand in hand laten gaan. We zijn drie jaar later en ik stel vast dat het nog altijd vooral de bedrijven zijn die initiatief nemen, niet de overheden. De politiek loopt achter.

Van Lipzig: In Parijs is er afgesproken om de opwarming onder de 2 graden Celsius te houden, en liefst onder de 1,5 graad ( vergeleken met het begin van de eerste industriële revolutie in de 18e eeuw, nvdr). De verschillende landen hebben beloftes gemaakt, maar we zien nu al dat die beloftes niet volstaan. Het is van essentieel belang om de inspanningen op te voeren. Anders is het hek misschien helemaal van de dam en kunnen er processen in gang worden gezet waar we als mens geen vat meer op hebben. We moeten ambitieuzer zijn.

In Nederland stellen ze wél ambitieuze klimaatplannen op. In Vlaanderen zijn het vooralsnog de steden die de kar trekken.

Nicole van Lipzig

Onlangs maakte u in een rapport bekend dat we, als we er niet in slagen om onze uitstoot terug te dringen, tegen 2100 jaarlijks 64 hittedagen zullen tellen – dagen van meer dan 25 graden Celsius. Nu zijn dat er gemiddeld 10, met een duidelijk verschil tussen stad en platteland.

Van Lipzig: Juist daarom moeten we dringend anders gaan denken over infrastructuur en stadsplanning. We moeten denser gaan bouwen, meer koelte-eilanden in de vorm van parken inplanten, de CO2-uitstoot verminderen, efficiënter met mobiliteit omgaan, nog meer inzetten op de fiets en voorzien in voldoende waterreservoirs. Anders krijgen we heel binnenkort steeds meer dagen met hittestress, zeker in de steden.

In Nederland is dat besef al langer doorgesijpeld. Daar wordt er proactiever nagedacht over de langere toekomst en stellen ze wél ambitieuze klimaatplannen op. In Vlaanderen zijn het vooralsnog de steden, zoals Leuven, Mechelen, Antwerpen of Gent, die de kar trekken.

Peeters: Bij onze politici lijkt nog niet helemaal doorgedrongen hoe ernstig de situatie is en hoe allesomvattend het probleem is. Klimaatverandering draait niet alleen om energie en technologie, maar ook om volksgezondheid, luchtkwaliteit, veiligheid, migratie, landbouw en tewerkstelling. Als ik in de schoenen van premier Charles Michel (MR) zou staan, zou ik resoluut de Europese kaart trekken. Vooral op het vlak van energie. Kerncentrales, met al hun scheuren: einde verhaal, zeker in overbevolkte regio’s als de onze. Duurzame energie is the way to go, maar je moet het samen aanpakken, met alle EU-lidstaten: zonne-energie oogsten op de de meest zonnige plekken, wind op zee, enzovoort. Als dat de komende jaren niet gebeurt, wordt het heel, heel moeilijk.

De planeet overleeft het wel. De mens? Dat is een ander paar mouwen. En als het zover komt, wie zal het dan overleven? Alleen de rijken die hogere muren kunnen bouwen en zich een sterkere airconditioner kunnen veroorloven? Niemand? Of toch iedereen?

De Wereldbank publiceerde in juni een studie die de impact van de stijgende temperaturen in Azië in kaart brengt. Als er niets verandert, ziet bijna de helft van de inwoners van Zuid-Azië zijn levensstandaard dalen door krimpende landbouwopbrengsten, nieuwe gezondheidsrisico’s en lagere arbeidsproductiviteit. Alleen al in India leven 600 miljoen mensen in regio’s die hard getroffen zullen worden. ‘Ongeremde klimaatverandering versterkt de ontberingen van armoede’, zo vatte The New York Times de studie samen.

Van Lipzig: Vergeet Afrika niet. Daar zijn de uitdagingen zo mogelijk nog groter: een enorme bevolkingsgroei, een warmer klimaat en nog minder middelen om zich aan te passen dan in Azië. Ik was onlangs in Uganda, in de hoofdstad Kampala deed ik veldwerk voor een nieuw onderzoek. De gemiddelde leeftijd is er achttien jaar. Achttien! En ze hebben nu al zulke grote problemen om het land draaiende te houden. De thematiek leeft daar dan ook veel meer dan hier: iedereen beseft het acute gevaar van klimaatverandering. Bij ons moeten veel mensen toch nog overtuigd worden. We denken nog te vaak op korte termijn. ‘Te warm? Dan haal ik toch gewoon een airconditioner in huis?’ Ik snap die reactie wel, maar net daardoor wordt het probleem alleen maar groter.

Jonge mensen zijn tegen plastic, eten minder vlees, noem maar op. Tegelijk laten ze voortdurend pakketjes overkomen. Tja.

Jill Peeters

Peeters:Cruciaal vind ik het idee van sociale rechtvaardigheid. We willen meer en we zijn met meer. De mensen die erbij komen, willen minstens zoveel als wie er al was. Wat zullen we dan zeggen? ‘Jullie mogen geen kinderen krijgen’? ‘Jullie mogen geen vlees eten’? ‘Jullie mogen niet in een vliegtuig stappen’? Dat gaat toch niet? Wij in het Westen hebben het jarenlang zelf zo gedaan. We zijn niet bepaald een stichtend voorbeeld geweest.

Waaruit putten jullie hoop?

Van Lipzig: Ik merk de laatste jaren een duidelijke transitie in de samenleving. Mensen die hun gedrag veranderen, steden die klimaatneutraal willen worden… Ik ben intussen dertien jaar in België aan de slag. In het begin kwamen bedrijfsleiders na een lezing naar me toe en begonnen ze te discussiëren. Ze geloofden me niet. Vandaag vragen ze me oprecht wat ze kunnen doen, hoe ze kunnen helpen. Ik hoop dat we snel een voldoende grote kritische massa krijgen, om zo eindelijk een omslag te verwezenlijken.

Peeters: Ik blijf toch hoop putten uit het akkoord van Parijs. Oké, het wordt niet simpel om het daadwerkelijk uit te voeren. En oké, in de Verenigde Staten is er intussen een man aan de macht die vindt dat zijn land wel een beetje klimaatopwarming kan gebruiken. Maar het blijft hoopgevend dat 197 landen hebben gezegd: ‘ Wir schaffen das.’

En niet te vergeten, op Mars is er zojuist een meer van vloeibaar water ontdekt.

Peeters:(lacht en kijkt naar Van Lipzig) Geloof jij dat de mens daar kan overleven?

Van Lipzig: Hoegenaamd niet. We zullen het met deze planeet moeten doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content