Kim De Witte (PVDA)

N-VA-pleidooi voor afschaffing brugpensioen en activering arbeidsongeschikten is geen voorbeeld van rechtvaardig sociaal beleid

Kim De Witte (PVDA) Pensioenspecialist bij PVDA en volksvertegenwoordiger

Het voorstel tot afschaffing van het brugpensioen en activering van arbeidsongeschikten is geen noodzakelijkheid, maar een keuze in het sociaal en fiscaal beleid. Deze keuze gaat in tegen het principe van de gelijkheid, namelijk een gelijk genot van het recht op rust bij ouderdom of arbeidsongeschiktheid

N-VA Kamerlid Nadia Sminate pleitte gisteren op Knack.be voor meer activering van arbeidsongeschikten en langdurig zieken. Sminate reageert hiermee op de laatste cijfers van de HR-dienstverlener Securex. Daaruit blijkt dat het ziekteverzuim van werknemers ook in 2013 is blijven stijgen. Vooral de langdurig zieken, die meer dan een jaar afwezig zijn, stijgen spectaculair: een verdubbeling tussen 2001 en 2013. Niet toevallig verdubbelde tijdens diezelfde periode ook het aantal vijftigplussers op de arbeidsmarkt.

Onze beroepsbevolking wordt grijzer. Volgens Securex is dat meteen de belangrijkste reden waarom we het langdurig ziekteverzuim elk jaar zien stijgen. Vijftigplussers zijn gemiddeld meer dan dubbel zo veel afwezig als hun collega’s onder de dertig. De link is volgens Securex dan ook snel gelegd: het stijgend aantal zieken is de keerzijde van werknemers langer laten werken. De toenemende werkdruk en stress verergert het probleem.

N-VA Kamerlid Theo Francken verdedigde woensdagavond, tijdens het kopstukkendebat van de Leuvense rechtenkring, het langer werken. Hij sprak zelfs van een volledige afschaffing van het brugpensioen. De linkerzijde repliceerde dat die maatregel in de eerste plaats een verhoging van het aantal werklozen en zieken met zich meebrengt. Sminate treedt haar partijgenoot nu bij met een pleidooi voor activering van arbeidsongeschiktheid, ook bij ouderen. Het voorstel veronderstelt misbruik van langdurige arbeidsongeschiktheid. Dat werd ook al gesuggereerd door Unizo-topman Karel Van Eetvelt.

De vraag stelt zich in welke mate misbruik van langdurige arbeidsongeschiktheid een belangrijk onderdeel uitmaakt van de sociale realiteit. Over de gezondheid van oudere werknemers is al heel wat onderzoek verricht. Daaruit blijkt dat de gezonde levensverwachting een stuk lager is dan de gewone levensverwachting. Bovendien zijn de verschillen tussen de socio-economische groepen in de samenleving zeer groot.

De ongelijkheid van de levensverwachting en de gezondheid

Het verschil in levensverwachting tussen de hoogste en de laagste socio-economische groepen in de samenleving bedraagt meer dan 7,5 jaar voor mannen en 6 jaar voor vrouwen. Waar deze verschillen de neiging hadden te krimpen, nemen ze recent terug toe. Maar de levensverwachting zegt nog niets over de kwaliteit van de geleefde jaren. Nog veel meer dan bij de gewone levensverwachting, wordt de gezonde levensverwachting bepaald door de socio-economische groep waar een persoon toe behoort.

Het verschil in gezonde levensverwachting tussen de hoogste en de laagste socio-economische groepen in de samenleving bedraagt maar liefst 10 tot 18 jaar, zowel voor mannen als voor vrouwen. In 2004 lag de gezonde levensverwachting voor een 25-jarige man die hoger onderwijs had gevolgd op 71,33 jaar. Voor mannen die middelbaar onderwijs hadden gevolgd lag dat cijfer op 66,54 jaar. Voor mannen die lager onderwijs hadden gevolgd was dat 61,65 jaar en voor mannen die geen onderwijs hadden gevolgd was dat 52,75 jaar. Voor vrouwen lagen die cijfers respectievelijk op 72,1 jaar, 66,24 jaar, 61,27 jaar en 53,92 jaar. Verscheidene onderzoeken kwamen tot gelijkaardige resultaten[1]. De hoofdoorzaak van die verschillen ligt bij de arbeidsomstandigheden: blootstelling aan gevaarlijke producten, werkritme, belasting van het lichaam, stress door werkonzekerheid, …[2]. De vraag naar brugpensioen van werknemers bij Ford Genk, Afga-Gevaert, Arcelor-Mittal, … sluit dan ook aan bij een duidelijke sociale realiteit: chronische vermoeidheid, ziekte en uitputting na een leven van intense arbeid.

Het gelijkheidsbeginsel in onze grondwet verplicht niet alleen om gelijke gevallen gelijk te behandelen. Het verplicht ook om ongelijke gevallen ongelijk te behandelen. Werknemers die 6 tot 7,5 jaar minder lang leven en 10 tot 18 jaar minder lang in goede gezondheid verkeren, hebben ook recht op rust na een loopbaan van intense arbeid.

De noodzaak van het langer werken

Langer werken zou noodzakelijk zijn voor de betaalbaarheid van onze pensioenen. De vergrijzing brengt inderdaad bepaalde kosten met zich mee. Maar zij mag ook niet worden overroepen en misbruikt voor vergaande hervormingen in het arbeidsmarktbeleid.

De Studiecommissie voor de Vergrijzing berekent jaar na jaar de economische afhankelijkheidsratio, dit is de verhouding tussen het totale aantal niet-actieven (ouderen, kinderen, werklozen en vrijwillig niet-werkenden) en het totale aantal actieven in België. Deze verhouding zou stijgen met 10%: van 1,38 niet-actieven per actieve in 2012 naar 1,52 in 2060.

De verwachte stijging van de economische afhankelijkheidsratio met 10% moeten we plaatsen naast de verwachte stijging van onze welvaart met meer dan 100%. De stijging van de productiviteit van arbeid maakt de vergrijzing betaalbaar. Voorwaarde is wel dat men de juiste keuzes maakt in het sociaal en fiscaal beleid.

Een kwestie van keuzes in het sociaal en fiscaal beleid

Het voorstel tot afschaffing van het brugpensioen en activering van arbeidsongeschikten is geen noodzakelijkheid, maar een keuze in het sociaal en fiscaal beleid. Deze keuze gaat in tegen het principe van de gelijkheid, namelijk een gelijk genot van het recht op rust bij ouderdom of arbeidsongeschiktheid, ook voor mensen die 6 tot 7,5 jaar minder lang leven en 10 tot 18 jaar minder lang in goede gezondheid verkeren.

Naast een recht op rust is er ook een recht op arbeid. Het inkomen uit arbeid ligt nog steeds een stuk hoger dan het vervangingsinkomen bij ziekte of brugpensioen. Ouderen worden nu verplicht om langer te werken. Maar rond aangepaste werkvormen, lagere werkritmes en bijscholing voor ouderen heerst geen enkele verplichting. Een recht op arbeid én op rust zijn beide belangrijke ingrediënten van een rechtvaardig sociaal beleid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content