Ann Peuteman

‘Moet je andere kant opkijken als een Facebook-vriend plots verdwijnt?’

Mensen hebben het recht om te verdwijnen. Zeker online. ‘Maar hoe moet je daar op reageren?’ vraagt Knack-redactrice Ann Peuteman zich af. ‘Is een Facebook-vriend zoals een bejaarde buurvrouw bij wie je even langsloopt als je een paar dagen geen beweging hebt gezien?’

'Moet je andere kant opkijken als een Facebook-vriend plots verdwijnt?'
© /

Er is een man verdwenen. Ik ken hem eigenlijk niet, maar sinds een paar jaar reageert hij op het gros van de berichten die ik op Facebook post. Zoiets schept op een vreemde manier een band. Heel af en toe stuurt hij me ook weleens een privébericht. Daardoor weet ik ondertussen een paar dingen over hem. Wat voor werk hij vroeger deed, bijvoorbeeld. Vorige week begon me op te vallen dat mijn digitale vriend wel heel stil was, en dat al een tijdje. Dus ging ik op zijn tijdlijn kijken. Al weken niets. Behalve een post van een vriendin met de vraag of alles wel goed met hem ging.

Dus stuurde ik de man – ietwat beschroomd – een Messenger-bericht. ‘Het valt me op dat je al even op niets meer hebt gereageerd. Is alles wel goed?’ schreef ik. Maar had ik dat wel moeten doen? Was dat niet ontzettend opdringerig en aanmatigend? Misschien had hij gewoon genoeg van mijn schrijfsels, beleefde hij de liefde van zijn leven of had hij even geen zin in Facebook. Hoe dan ook wacht ik nog altijd op antwoord terwijl zijn tijdlijn begint vol te lopen met bezorgde berichten, allemaal van digitale vrienden die hem in het echte leven niet blijken te kennen.

Moet je andere kant opkijken als een Facebook-vriend plots verdwijnt?

Het probleem is dat ik helemaal niet weet of mijn verdwenen Facebook-vriend in het echte leven familieleden of kameraden heeft die hij geregeld ziet. Even bij hem gaan aanbellen, gewoon voor de zekerheid, kan ik niet. Geen idee waar hij woont. En al had ik wel een adres: zou ik dan echt bij hem durven aan te kloppen? In elk geval maak ik me dezer dagen dus zorgen over een man die ik totaal niet ken, over wie ik zo goed als niets weet en met wie ik niets te maken heb.

En niet voor het eerst. Een paar jaar geleden verdween een andere Facebook-vriend van de ene dag op de andere van het digitale toneel: een gepensioneerde leraar fysica, die een paar keer per week scherp – bijwijlen zelfs vlammend – op mijn berichten reageerde. Ook op zijn tijdlijn verschenen op den duur verontruste oproepjes van andere Facebookers. Met een paar van hen nam ik contact op, maar niemand bleek hem persoonlijk te kennen. Net als ik dus.

‘Ik heb weleens met hem gechat’, schreef de ene. ‘Hij stuurde me soms links naar nieuwssites door’, antwoordde de andere. En iemand meende te weten dat hij ‘ergens in de Kempen’ woonde. Pas een halfjaar later kreeg ik plots een e-mail van de gepensioneerde leraar. Zijn digitale verdwijning kwam door een zware val. Pas anderhalve dag later had een buur hem in zijn slaapkamer gevonden en naar het ziekenhuis gebracht. ‘Toch wel fijn dat mensen je zoeken als je van Facebook verdwijnt. Het leek wel alsof jullie me misten’, liet hij me nog weten – woorden waarachter ik een grijns meende te ontwaren.

Digitaal burgerschap

Nu hebben mensen natuurlijk het recht om te verdwijnen. Zeker online. Alleen ben ik er nog niet uit wat de regels van digitaal burgerschap in zo’n geval voorschrijven. Moet ik de andere kant opkijken, de man actief opsporen of iets ertussenin? Is een Facebook-vriend zoals een bejaarde buurvrouw bij wie je even langsloopt als je al een paar dagen geen beweging achter de ramen hebt gezien? Ik mag er in elk geval niet aan denken dat er plots een wildvreemde, die ik vaagweg van een foto herken, voor mijn deur staat om te checken of ik nog wel in goede gezondheid verkeer. Maar toch, beste H., zou ik het heel fijn vinden als je me even een teken van leven geeft. Eerlijk gezegd begin ik je ietwat cynische reacties op mijn posts een beetje te missen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content