Bij Binnenlandse Zaken is een tiental mensen druk in de weer om zicht te krijgen op het precieze aantal doden en gewonden.
Het zal nog een hele tijd duren eer er betrouwbare cijfers over het exacte aantal slachtoffers kunnen gegeven worden, zo valt te vernemen bij het federaal crisiscentrum en de ministeries van Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken. Alleen al bij Binnenlandse Zaken is een tiental mensen druk in de weer om zicht te krijgen op het precieze aantal doden en gewonden.
Cijfer kan nog oplopen
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block spreekt momenteel van “ongeveer 31 doden” en bijna 260 gewonden. De 31 dodelijke slachtoffers die De Block noemt, zijn de mensen – al dan niet geïdentificeerd – waarvan men 100 procent zeker is dat ze overleden zijn, verduidelijkt haar kabinet. “Dat cijfer kan nog oplopen”, zo verklaart men het verschil met de 34 dodelijke slachtoffers waarvan eerder sprake was.
De identificatie verloopt immers erg moeilijk. “Sommige mensen worden in slaap gehouden of zijn op intensieve, of ze hebben zeer zware verwondingen. Er zijn ook mensen waarvan men vermoedt dat ze slachtoffer zijn, maar waarvan nog geen fysiek bewijs gevonden is”, verduidelijkt De Block. Extra moeilijkheid is dat het om slachtoffers uit erg veel landen gaat.
Minstens veertig nationaliteiten
Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders heeft indicaties van minstens veertig nationaliteiten en blijft met zijn diensten in contact met de verschillende ambassades. Eerste zorg is de toestand van de slachtoffers, onderstreepte De Block nog. “De patiënt primeert, pas daarna volgt de identificatie”, aldus de huisarts-minister, die beklemtoont dat eerst de familie zal worden ingelicht. “Het is afwachten en de patiënt laten primeren om zo goed mogelijk te zorgen voor de overlevingskansen.”
In de loop van de voormiddag komen de betrokken diensten van de ministeries en het crisiscentrum bijeen om een zicht te krijgen op de puzzel. (Belga/TE)
