Karolien Grosemans (N-VA)

‘Mist Vlaanderen de drone-revolutie?’

Karolien Grosemans (N-VA) Voorzitter van de commissie Landsverdediging en Kamerlid voor N-VA

‘De jonge bedrijven in de drone-sector die in de overheid een innovatieve partner zoeken die mee de schouders zet onder het lanceren van de industrie, zien hun drones aan de grond staan’, waarschuwt Karolien Grosemans (N-VA).

De komende jaren verwacht Europa een snelle groei tot 7 miljoen drones. Honderden jonge Vlaamse operatoren hebben te kennen gegeven met drones te willen werken in de meest uiteenlopende domeinen. Dankzij de creativiteit, de inzet en de investeringen van jonge ondernemers schieten nieuwe kmo’s als paddenstoelen uit de grond. Ook Vlaanderen investeert in deze hoogtechnologische innovatie, bijvoorbeeld via het SALK in Limburg. De sector is jong, heeft een enorm groeipotentieel en spreekt vooral de jeugd aan. De troeven om een leidende rol te spelen in de dronerevolutie zijn er: hoog opgeleide ondernemers, een ideale testomgeving, investeringsbereidheid en academische toppers, om er maar een paar te noemen.

Onbemande vliegtuigen zijn een redelijk nieuw fenomeen. Er is nieuwe regelgeving nodig die de operaties in het luchtruim regelt, vooral qua veiligheid, maar ook het vlak van privacy, economische ontwikkelingsmogelijkheden en eerlijke concurrentie.

‘Mist Vlaanderen de drone-revolutie?’

Willen we onze bedrijven een kans geven om in de kopgroep te blijven, dan zal de federale overheid (en meer bepaald het Directoraat-generaal Luchtvaart DGLV) een constructief partnerschap moeten aangaan. Zonder een administratie die ervoor zorgt dat we de concurrentie met gelijke wapens kunnen aangaan, wordt het zeer moeilijk. En daar knelt het schoentje vandaag.

De sector heeft vanaf het begin op een positieve manier samenwerking gezocht met de administratie. Oplossingen leken mogelijk. Jammer genoeg heeft de administratie een drone-onvriendelijk Koninklijk Besluit uitgevaardigd, dat er voor de meeste bedrijven (twee derde) op neerkomt dat ze een uitzondering moeten vragen om hun business op een leefbare manier te ontwikkelen. Hierdoor zijn ze onderhevig aan willekeur, oplopende kosten en vertragingen die voor veel bestaande bedrijven de doodsteek zullen betekenen ondanks de investeringen in kennis, technologie en groei.

‘Ondernemingen met een gevuld orderboekje en de intentie om aan te werven, moeten hun personeelsbestand terugschroeven en afscheid nemen van goede medewerkers. Het is nog niet te laat, maar het is vijf voor twaalf.’

De jonge bedrijven in de drone-sector die in de overheid een innovatieve partner zoeken die mee de schouders zet onder het lanceren van de industrie, zien hun drones aan de grond staan. Velen moeten opdrachten annuleren, zien klanten afhaken, projecten sneuvelen. Meer dan één bedrijf staat het water aan de lippen. Ondernemingen met een gevuld orderboekje en de intentie om aan te werven, moeten hun personeelsbestand terugschroeven en afscheid nemen van goede medewerkers. Het is nog niet te laat, maar het is vijf voor twaalf. Als vanaf volgend jaar buitenlandse operatoren, die aan de Europese regels voldoen, hier ook zullen moeten toegelaten worden, is het kalf voor onze ondernemers verdronken.

Om de jonge drone-sector een kader te bieden waarin groei en ontwikkeling mogelijk zijn, moet er snel gehandeld worden. In samenspraak met de betrokkenen, die gekend zijn bij de administratie, want ze hebben reeds hun medewerking aangeboden in het verleden.

Onvoorspelbare administratieve context

Wat op het spel staat zijn jobs en economische groei. Zoals het bestaande Koninklijke Besluit vandaag gelezen wordt, maken onze bedrijven echter weinig kans om op het commerciële toneel mee te spelen: in de Europese ranking van drone-vriendelijke landen, staat dit land op de laatste plaats, en internationale partners beoordelen de Belgische administratieve context als weinig stabiel, onvoorspelbaar en rechtsonzeker.

Er is echter niet zoveel nodig om het tij te doen keren: Belgocontrol, de Europese commissie en de drone-industrie in dit land zitten nagenoeg op dezelfde golflengte. Het is een kwestie van politieke en vooral administratieve wil. Een begin van oplossing vereist op zeer korte termijn een aanpassing van het federale Koninklijk Besluit aan de op stapel staande EU-reglementering om een eerlijk speelveld te scheppen met de concurrentie. Het is vooral nodig om op een positieve manier de uitdagingen aan te pakken die op tafel liggen – nu het nog kan. Anders dreigen de dromen en inspanningen van deze jonge en innovatieve ondernemers op de klippen te lopen van een compromisloze bureaucratie die geen boodschap heeft aan technologische vooruitgang en innovatief ondernemerschap.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content