Hendrik Bogaert (CD&V)

Minister Vandeput, waarom helpen onze soldaten het veroordeelde Gabon?

Hendrik Bogaert (CD&V) Hendrik Bogaert is Kamerlid voor CD&V en zetelt in de commissie Defensie

Daags nadat de EU zich in een referendum krachtig uitspreekt tegen het regime van Gabon, stuurt ons land 800 militairen naar het land om er te gaan trainen met lokale troepen. ‘In zo’n land doen alsof er niets aan de hand is, maakt ons passief medeplichtig,’ zegt Kamerlid Hendrik Bogaert.

Een dag nadat het Europees Parlement een resolutie goedkeurt die het regime in Gabon veroordeelt wegens intimidatie van de oppositie en het laten verdwijnen van mensen, vertrekken 800 van onze Belgische militairen om daar samen met soldaten van het bewind te gaan trainen. Ze gaan er luidens de persmededeling samen tactische oefeningen doen en parachute springen.

Minister Vandeput, waarom helpen onze soldaten het veroordeelde Gabon?

Sommigen zullen zeggen dat onze soldaten ergens moeten kunnen trainen in klimatologische omstandigheden die de onze niet zijn. Maar is het een goede beslissing om net in dat land en net nu te gaan helpen om militairen op te leiden van een bewind dat de EU krachtig veroordeelt?

Nog niet zo lang geleden vond in ons parlement een belangrijke discussie plaats of iemand 48 dan wel 72 uur administratief kan vastgehouden worden. Eminente collega’s van oppositie en meerderheid wogen op een schaaltje de argumenten zorgvuldig af. Het regime in Gabon heeft daar volgens de Europese resolutie minder moeite mee. Honderden mensen zijn er om politieke redenen opgepakt en sommigen worden er maandenlang vastgehouden. De huizen van oppositieleden worden er aangevallen en de leiders van de oppositie kunnen er soms het land niet uit.

Wat moeten we doen in landen waar het op het vlak van de mensenrechten grondig fout loopt? Wegblijven of doen alsof alles normaal is?

Weinig mensen zullen argumenteren dat we in landen die de mensenrechten niet respecteren, helemaal niet, ook bijvoorbeeld niet met handel, aanwezig moeten zijn – dat we zelfs onze handelsbelangen er weg moeten houden. Dat soort isolationisme is moreel niet te verdedigen, want het zou een impliciete steun zijn aan wie de democratische regels met voeten treedt. Zonder pottenkijkers kan een autoritair regime immers nog gemakkelijker de situatie naar haar hand zetten. Het eerste wat een dictator doet, is de pers buitensturen wanneer de situatie op menselijk vlak moeilijk wordt.

Hoe geloofwaardig kunnen we onze universele waarden promoten wanneer deze alleen gelden op ons eigen grondgebied?

Doen alsof er niets aan de hand is, kan evenmin de juiste richting van ons moreel kompas zijn. Onze jongens zullen niet ingezet worden om betogingen tegen het regime uiteen te jagen. Ze zullen niet in een parade door de hoofdstad marcheren ter ondersteuning van de machthebbers, geen trouw zweren aan Gabon en haar leiders. Maar hun loutere aanwezigheid en de opleidingen die ze zullen geven in deze delicate maanden en daags na de stemming van een overduidelijke resolutie in het Europees Parlement doet ons afvragen of we alles wel goed overwogen hebben.

Er is een alternatief voor de te verwerpen opties van wegblijven of doen alsof alles normaal is.

Het is voor mij duidelijk wat we níet moeten doen – namelijk onze soldaten voor training naar Gabon sturen – maar we moeten ons tegelijk afvragen wat we in de gegeven omstandigheden wél kunnen doen. We zijn met België lid van een wereldgemeenschap en delen we het engagement om de levensomstandigheden te verbeteren waar we dit rederlijkerwijs kunnen. Eén van de zaken die we moeten doen is een gezonde governance steunen in die landen. Dat betekent dat we ons aan de juiste zijde van de situatie moeten bevinden als het gaat over vrije verkiezingen en eerlijke instituties zoals rechtbanken en afdwingbare rechtsregels. We moeten onze houding daarover ter goeder trouw blijven communiceren in onze woorden en in onze daden zoals het de traditie is van onze diplomatie.

In zo’n land doen alsof er niets aan de hand is, maakt ons passief medeplichtig .

Handel drijven, ontwikkelingshulp bieden, meewerken aan de installatie van de democratische instellingen en het sociale middenveld versterken: stuk voor stuk werkvelden waar we ons beter in kunnen onderscheiden dan in de gezamenlijke oefeningen die in Gabon zullen plaatsvinden.

Minister Vandeput, met alle respect, ik begrijp dat we uitgestrekte oefenterreinen nodig hebben maar haal onze jongens weg uit dat moreel wespennest en laat ze trainen in democratische landen die onze steun wel verdienen. We zijn immers verantwoordelijk niet alleen voor wat we doen, maar ook voor wat we niet doen. In zo’n land doen alsof er niets aan de hand is, maakt ons passief medeplichtig aan een uitzichtloze spiraal van corruptie, van economisch en sociaal verval.

Hoe kunnen we nog met anderen debatteren over het respecteren van de inzichten van de verlichting wanneer we anno 2017 aan de verkeerde kant staan? Hoe geloofwaardig kunnen we onze universele waarden promoten wanneer deze alleen gelden op ons eigen grondgebied?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content