Bert Bultinck

‘Met Facebook is het zo’n beetje zoals bij elke vrijheid die niet wordt ingeperkt: het gaat snel mis’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

‘Traditioneel wordt uw vrijheid begrensd door de vrijheid van de ander’, schrijft Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck. ‘Dat is tot nader order ook de bestaansvoorwaarde van de vrijheid zelf, voordat ze omslaat in misbruik of geweld.’

‘Er is geen plaats voor haat op Facebook’, schreef Sheryl Sandberg vorige woensdag op Facebook. Mark Zuckerberg, baas van de internetmoloch, schuwt met zijn bedrijf doorgaans de meeste debatten, maar in dit geval stuurde hij toch Sandberg, zijn Chief Operating Officer, het mijnenveld in. Zij mocht het vorige week gaan uitleggen, toen de Amerikaanse nieuws-ngo ProPublica had onthuld dat Facebook advertenties verkoopt aan mensen die specifiek Jodenhaters willen bereiken. Op de site van ProPublica kunt u in detail nalezen hoe de organisatie 30 dollar kon besteden om reclame te maken bij drie door Facebookalgoritmes gecreeerde publiekscategorieën: ‘Jodenhater’, mensen die interesse betoonden in ‘hoe Joden te verbranden’ en in de ‘geschiedenis van: ‘hoe Joden de wereld om zeep helpen”. ’t Zijn nieuwerwetse categorieën, maar ProPublica kon ze als aspirant Facebookadverteerder alle drie als bestemmelingen aanvinken. Lekker handig zo’n antisemitismeknopjes, in tijden waarin de extreemrechtse AfD het Duitse parlement binnenstapt.

Met Facebook is het zoals bij elke vrijheid die niet wordt ingeperkt: het gaat snel mis

Het is natuurlijk niet zo dat Facebook bewust die categorieën in de etalage heeft gezet. De labels werden automatisch gegenereerd om heel specifieke of zogenaamde ‘target audiences’ te bereiken. Dat is het businessmodel van Facebook: zo veel mogelijk over hun twee miljard (!) gebruikers te weten komen en die gegevens herverpakken om aan adverteerders heel specifieke doelgroepen te kunnen verkopen. Bent u op zoek naar kapitaalkrachtige tuiniers boven de vijftig? U kunt ze vinden. Maar nu dus ook Jodenhaters en liefhebbers van de antisemitische geschiedenis. In The New York Times viel in de nasleep van het ProPublica-onderzoek het woord ‘Frankenstein’, naar de dokter die zijn eigen creatie niet meer onder controle kreeg. Sandberg, zelf een Joodse, schreef met schaamrood op de wangen hoe wansmakelijk ze het verkoopspakketje ‘hoe Joden te verbranden’ vond: ‘Ik ben ontgoocheld dat onze systemen dit mogelijk hebben gemaakt.’

Twee miljard Facebookgebruikers: die moet je opvoeden, elke dag. Dat is niet eigen aan Facebook of de sociale media. De geschiedenis van de jongste technologie laat systematisch hetzelfde zien. Bij elk nieuw speeltje worden de meeste gebruikers overvallen door een licht euforisch gevoel. Weet u nog wat u voelde bij uw eerste e-mail? U weet wel, zo’n brief met de computer die enkele seconden na verzenden al aangekomen is, waar ook ter wereld? Die euforie maakt gebruikers aanvankelijk blind voor wat er allemaal kan gebeuren als er niet wordt op toegezien – dat werkgevers u 24/7 met vragen kunnen lastigvallen, bijvoorbeeld. Met Facebook is het zo’n beetje zoals bij elke vrijheid die niet wordt ingeperkt: het gaat snel mis. Traditioneel wordt uw vrijheid begrensd door de vrijheid van de ander: u mag uw buurman niet de hersenen inslaan, bijvoorbeeld. Maar ook de zorg voor het milieu, of herverdelingsmechanismen vormen grenzen – ook belastingen worden, knarsetandend, aanvaard als een inperking op de vrijheid. Vervelende dingen allemaal voor wie eens flink wil doorstomen, zeker wel. Maar tot nader order ook de bestaansvoorwaarde van de vrijheid zelf, voordat ze omslaat in misbruik of geweld.

In een tijd waarin ‘disruptie’ – letterlijk: kapotscheuren – als een hoerawoord wordt binnengehaald, is reguleren geen populair project

Facebook weet dat. Hun Chief Security Officer Alex Stamos gaf deze zomer toe dat ze elke dag 1 miljoen accounts moeten sluiten, meestal van spammers en fraudeurs, maar dat ze dan nog niet in staat zijn om alle ’threat actors’ buiten te sluiten. Zuckerberg kondigde aan dat ze nog eens 3000 mensen gaan aannemen om beledigende content eruit te gooien. En dat de rest zal moeten gebeuren met artificiële intelligentie, want met mensen alleen lukt het nooit. Geruststellend? Toch niet helemaal. En dat was ongeveer een week of twee voor dezelfde Stamos moest uitleggen wat er nu precies was misgegaan met de naar schatting 470 valse accounts en pagina’s, die de afgelopen maanden wellicht aangestuurd werden vanuit Rusland. De boodschappen op die pagina’s bleken niet direct verband te houden met de presidentsverkiezingen, maar zetten vooral in op ‘verdelende’ thema’s: holebirechten, wapenbezit, racisme en immigratie. Identitaire debatten dus, alsof Rusland maar al te goed weet wat die discussies met het Westen aan het doen zijn.

De Europese Unie loopt voorop in de strijd voor regulering van de digitale Frankensteins, met EU-commissaris Margrethe Vestager als voorvechtster, die langzaamaan zelfs in de VS gehoor vindt. In een tijd waarin ‘disruptie’ – letterlijk: kapotscheuren – als een hoerawoord wordt binnengehaald, is reguleren geen populair project. Maar noodzakelijk is het wel. Facebook kan het duidelijk niet meer alleen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content