Verwacht wordt dat het openbaar vervoer tegen 2025 75 procent meer reizigers zal moeten vervoeren dan nu.
En daar is de tram weer. Vorige week stelde Brussels minister van Openbare Werken en Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V) het beheerscontract 2012-2016 van de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB voor. De ambities zijn groot. Verwacht wordt dat het openbaar vervoer tegen 2025 75 procent meer reizigers zal moeten vervoeren dan nu.
De MIVB wil dat onder meer opvangen door nieuwe tramlijnen naar de rand van Brussel in te leggen. Ook De Lijn kondigt aan dat ze tegen 2020 vier nieuwe tramlijnen vanuit Brussel gaat bouwen: naar Heist-op-den-Berg, Ninove, Boom en een rond de hoofdstad. Een paar Franstalige media gewaagden van fricties tussen De Lijn en de MIVB over wie waar mag rijden. ‘Klopt niet’, klinkt het op het kabinet-Grouwels. ‘Wij werken in begeleidende comités fantastisch samen met onze vrienden van De Lijn. Trouwens, er stoppen nu ook al bussen van De Lijn in het Brussels Gewest. Wij van onze kant denken na over een verlenging van tramlijn 62 naar Zaventem.
Maar het is geen simpele en goedkope materie: 1 kilometer tramlijn kost 10 miljoen euro. Het uitgangspunt is wel dat de reizigers niets mogen merken als ze een gewestgrens oversteken. Bedoeling is ook om tegen 2014 een gezamenlijk ticket in te voeren waarmee mensen zowel op het openbaar vervoer van De Lijn, de MIVB, de TEC en de NMBS kunnen stappen.’ (ST)
