Loonsverhoging voor onderwijspersoneel en maatregelen voor starters

Hilde Crevits © Belga

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) heeft met vakbonden en onderwijsverstrekkers een een akkoord bereikt over een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst.

Naast een loonsverhoging voor de 175.000 onderwijspersoneelsleden komen er maatregelen om de situatie van startende en tijdelijke leerkrachten te versterken.

De vakbonden hadden in hun eisenbundel fors ingezet op een loonsverhoging en die is er nu. Vanaf september 2018 komt er een lineaire verhoging van 0,3 procent die vanaf januari 2021 oploopt tot 2,1 procent. Daarmee zullen de onderwijslonen de tred van andere sectoren volgen.

Om een einde te maken aan het feitelijke loonplafond na 25 jaar komt er een extra loontrap vanaf 35 jaar anciënniteit. Het akkoord moet helpen om het beroep van leerkracht aantrekkelijker te maken.

De komende jaren zijn er veel leraren nodig, door de groeiende lerarenpopulatie en de uitstroom van oudere leerkrachten. Vanaf 2019 zou de jaarlijkse vraag naar nieuwe leraren stijgen van 5.000 tot 7.000 voltijdse leraren per jaar.

De cao bevat daarom ook maatregelen om startende en tijdelijke leerkrachten te helpen, met doorgedreven aanvangsbegeleiding voor starters. Er komen ook lerarenplatforms voor vervangende leerkrachten.

Scholen die ondanks die platforms toch geen vervanger vinden, kunnen vervangingsopdrachten sparen en bundelen. Vanaf 1 september kunnen leraren ook sneller een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur krijgen.

De procedure voor de vaste benoeming wordt vereenvoudigd. Een deel van de functies van personeelsleden die voor langere tijd in een verlofstelsel zitten, zullen vacant verklaard worden, waardoor 6.000 tijdelijke leerkrachten meer perspectief krijgen op een stabiele loopbaan. Koepels, netten en vakbonden engageren zich om het akkoord bij hun achterban te verdedigen.

‘Spijtig dat bonden en koepels vooral op loonsverhoging hebben ingezet’

N-VA-onderwijsspecialist Koen Daniëls betreurt dat de onderwijsvakbonden en -koepels in de cao-onderhandelingen zo hard hebben ingezet op loonsverhoging. Hij meent dat het onderwijspersoneel op het terrein liever wat meer middelen had gezien voor het verlagen van de werkdruk.

‘Ik gun de leraren hun loonsopslag, maar als ik in scholen kom en vraag waaraan we die 108 miljoen euro zouden moeten besteden, hoor ik vragen naar extra kinderverzorgers voor kleuters die onzindelijk zijn, extra leerkrachten om klassen van 28 leerlingen te splitsen, voor extra ondersteuning in het kader van het M-decreet of voor ondersteuning voor de directeurs in het basisonderwijs’, zegt Daniëls. ‘Ik hoor weinig mensen zeggen dat ze tussen de 16 euro en de 29 euro extra loon per maand willen als dat hun werkdruk niet oplost’.

‘Stap in de goede richting’, maar niet genoeg voor sp.a en Groen

De oppositiepartijen sp.a en Groen zien de nieuwe onderwijscao als ‘een stap in de goede richting’, maar vrezen dat er meer nodig zal zijn om het beroep van leraar opnieuw aantrekkelijker te maken.

‘Als sp.a betreuren wij dat deze CAO enkel van de cruciale uitdagingen voor de aantrekkelijkheid van het beroep niet aanpakt zoals aandacht voor werkbaar werk, ruimte voor zij-instroom en werkzekerheid voor alle leerkrachten op langere termijn’, zegt Vlaams sp.a-parlementslid Caroline Gennez. De oppositiepartijen wijzen er op dat er de komende jaren duizenden nieuwe leerkrachten nodig zullen zijn. ‘De cao zoals ze nu wordt voorgesteld, laat nog te veel onzekerheden open. Ik lees vooral veel goeie intenties en te weinig maatregelen die echt iets in beweging zullen zetten op de werkvloer. En het is net dat waar we nood aan hebben. Ons onderwijs is te belangrijk om het nog langer op luchtkastelen en goodwill te laten draaien. Leerkrachten moeten eindelijk zekerheid krijgen: werkzekerheid, begeleiding, een eerlijk loon, doorgroeimogelijkheden, een afwisselend takenpakket. Al deze dingen moeten verankerd worden in een stevig loopbaanpact’, zegt Groen-parlementslid Elisabeth Meuleman.

Partner Content