Johan Van Overtveldt (N-VA)

Loonkosten: de valse discussie

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

De federale regering dwaalt als ze een daling van de inflatie voldoende acht om onze loonkostenhandicap te verbeteren. We voeren het loonkostendebat op een verkeerd niveau: het zou daarbij veel meer om tewerkstelling dan wel om internationale concurrentiepositie moeten gaan.

Het zit niet goed met onze loonkosten. Uit de jongste cijfers van Eurostat blijkt dat over het tweede kwartaal van 2013 de uurloonkost in België op jaarbasis met 2,2% opliep. Voor het geheel van de eurozone lag de stijging op 0,9% en ook bij de drie buurlanden situeerde de toename van de loonkost zich onder het Belgische cijfer: Duitsland + 1,8%, Frankrijk + 0,5% en Nederland + 0,3%. Hiermede wordt de trend van de voorgaande kwartalen, nl. een snellere stijging van de uurloonkosten bij ons, verder bevestigd.

Vanwege de federale regering kwam er onder meer via vice premier en minister van Economie Johan Vande Lanotte een lakoniek klinkend antwoord. We zitten met een loonkostenhandicap, zo gaf VdL toe, maar de inflatie loopt terug en zodoende verkleinen we de loonkostenhandicap geleidelijk. Twee commentaren dringen zich hierbij op. Ten eerste, Vande Lanotte geeft daarmede impliciet toe dat het vooral de automatische indexering van de lonen is die aan de basis ligt van onze loonkostenhandicap. Dalende inflatie zorgt immers voor relatief kleinere stijgingen van de loonkosten via indexeringen. Voor alle duidelijkheid: de loonstop van de regering laat de automatische indexering ongemoeid.

Ten tweede, en meer ten gronde, houdt de argumentatie van Vande Lanotte geen steek, net omwille van het bestaan van het automatisch indexeringsmechanisme. Een dalende inflatie biedt geen enkele garantie op een verbetering van de situatie van de relatieve loonkosten omdat met name onze drie buurlanden geen dergelijk systeem kennen. Bovendien klopt het wel dat onze inflatie daalt maar, zoals blijkt uit bijgaande tabel 1, blijven we toch nog achter op Frankrijk, zit Duitsland in de buurt van onze inflatie en klokt enkel Nederland af met een substantieel hogere inflatie. Wat stellen we trouwens vast? Dat in Nederland de voorbije vijf kwartalen de uurloonkosten, op één kwartaal na, steeds een stuk minder snel stegen dan bij ons en in ieder geval voortdurend veel minder toenamen dan de inflatie in Nederland (zie tabel 2).

Loonkosten: de valse discussie
© OESO/Eurostat
Loonkosten: de valse discussie
© Eurostat

De loonkostenhandicap van onze economie loopt dus verder op. Eind 2012 bedroeg op basis van de OESO-gegevens onze handicap inzake loonkosten per eenheid product (dus rekening houdend met verschillen in productiviteit) 10%. Op een globale loonmassa in de private sector van, 135 miljard euro gaat het dan om een handicap van 13,5 miljard. Deze handicap nam de eerste zes maanden van het lopende jaar gegarandeerd verder toe. Unizo-topman Karel Van Eetvelt zit dus aan de gematigde kant als hij een ingreep van 7 miljard euro vraagt om onze loonkostenhandicap weg te werken.

Het gegeven van onze loonkostenhandicap wordt voortdurend gesitueerd in het kader van de internationale concurrentiepositie van onze ondernemingen. Loonkosten vormen een belangrijk onderdeel van de kostprijs van de meeste ondernemingen en als die loonkosten méér oplopen bij ons dan bij de concurrenten dan zitten onze bedrijven met een probleem. Dat klinkt logisch en dat is het ook. Toch situeert de ware problematiek rond de te hoge loonkosten en de gevolgen daarvan zich nog op een dieper niveau. Immers, ondernemingen die hun concurrentiepositie aangetast zien door te hoge loonkosten kunnen en zullen daarop reageren door, bijvoorbeeld, te rationaliseren en te automatiseren (dus door arbeid zoveel mogelijk uit het productieproces te bannen) en/of door te delokaliseren.

Het maatschappelijke vergif van relatief hoge loonkosten zit hem dus niet zozeer bij de aantasting van het concurrentievermogen van onze ondernemingen maar wel bij de vernietigende impact die er van uitgaat op de tewerkstelling. Regeringen die jobcreatie hoog in het vaandel voeren moeten daarom alle zeilen bij zetten om de handicap inzake loonkosten zo snel mogelijk weg te werken. Vooropstellen, zoals Di Rupo I doet, dat we daar tot 2018 kunnen voor uittrekken, is schuldig verzuim.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content