Letterlijk: 11 juli-speech van Kris Peeters: ‘Staatshervorming geeft kansen aan Vlaanderen van morgen’

© Belga
Simon Demeulemeester

Vlaams minister-president Kris Peeters hield aan de vooravond van de Vlaamse feestdag al zijn 11 juli-speech. Lees hier de toespraak.

Volgens Peeters reikt de zesde staatshervorming kansen en bouwstenen aan. ‘Het is tijd om verder te bouwen aan het Vlaanderen van morgen. De zesde staatshervorming reikt ons daarvoor nieuwe bouwstenen aan. Na de uitvoering van deze staatshervorming, verschuift het zwaartepunt nog meer naar de deelstaten. Inhoudelijk én budgettair.’

“Ons succes schuilt in ons zelfbewustzijn, in onze eigen kracht, in onze positieve visie op een sterker Vlaanderen.” Dat zei Vlaams minister-president Kris Peeters in zijn jaarlijkse 11 juli-toespraak, die deze keer grotendeels in het teken stond van de jongste staatshervorming. “Vlaanderen zet voor niets of
niemand een stap achteruit”, waarschuwde de regeringsleider.

Peeters werd aan het monument van de Guldensporenslag in het Kortrijkse Groeningepark opgewacht door enkele honderden Vlaamsgezinde toeschouwers en een paar tientallen manifestanten van onder meer Voorpost. “Het is tijd om verder te bouwen aan het Vlaanderen van morgen”, zei de minister-president. “De zesde staatshervorming reikt ons daarvoor nieuwe bouwstenen aan.”

‘Vlaanderen zal meer afhankelijk zijn van eigen groei’

Die positieve boodschap werd onmiddellijk gevolgd door een waarschuwing: “De nieuwe financieringswet zal ervoor zorgen dat Vlaanderen in de toekomst veel meer afhankelijk zal zijn van de eigen economische groei. We worden meer beloond als we het goed doen, maar we zijn ook meer verantwoordelijk als het niet goed gaat. De bijkomende inspanningen om onze begroting in evenwicht te houden, zullen groot zijn.”

Peeters sprak in zijn toespraak rechtstreeks tot de andere regeringen van het land. “Ik stel vandaag luid en duidelijk de vraag aan elke politieke verantwoordelijke aan Vlaamse, Brusselse, Waalse en federale kant: wie heeft de moed om mee te gaan? Wie trekt mee met ons aan de kar om een krachtig competitiviteits- en werkgelegenheidspact uit te tekenen? Ik ben bereid mijn nek uit te steken en een inspanning te doen. Op één voorwaarde: iedereen moet inspanningen leveren. Niemand mag in dit dossier met de voeten slepen, niemand mag de ernst van de zaak ontkennen.”

Over de toekomstige rol van het federale niveau in het industrieel beleid was Peeters alvast duidelijk. “Wij geloven in het ondernemend talent in Vlaanderen (…) Vlaanderen zet de grote beleidslijnen uit en de federale overheid onderschrijft die lijnen en doet er alles aan om die te versterken.”

Op een paar slogans van Voorpost en V-SB na – “Belgiekske niekske, Vlaanderen alles” – verliep het evenement aan de vooravond van 11 juli rustig.

Lees hieronder letterlijk de toespraak van Kris Peeters:

‘Mijnheer de Burgemeester,

Dames en heren,

In de afgelopen jaren zijn we voor enorme uitdagingen geplaatst. De wilskracht van de Vlaming is op de proef gesteld door de ergste economische crisis in 80 jaar.

Bij mijn vele bezoeken in heel Vlaanderen, heb ik de gevolgen daarvan gezien. De terechte woede aan de fabriekspoorten in Genk en in Antwerpen en op al te veel andere plaatsen. De teleurstelling van de familiale ondernemer die zijn beste mensen moet laten gaan of een faillissement niet meer kan ontwijken. De zorg van ouders dat zij hun kinderen niet dezelfde kansen kunnen geven die ze zelf hebben gehad.

Maar achter die woede en die teleurstelling en die zorg, heb ik ook een niet aflatende hoop en een verbeten wilskracht gezien. Vlaanderen laat zich niet doen. Wij laten ons niet doen.

De economische crisis van de afgelopen jaren heeft ons doen buigen, maar niet doen barsten. Vlaanderen blijft zich weren.

De Vlaamse ondernemers exporteren meer dan ooit tevoren. De bedrijfsinvesteringen liggen op het hoogste niveau in 7 jaar. Honderdduizenden werknemers blijven met veel passie schitterend vakmanschap leveren. Mensen die hun job verliezen, zoeken én vinden nieuw en beter. En ontelbare mannen en vrouwen zetten zich nog steeds vrijwillig in voor wie zorg nodig heeft.

Al die Vlamingen bewijzen dat ons succes schuilt in ons zelfbewustzijn; in onze eigen kracht; in onze positieve visie op een sterker Vlaanderen. Samen maken wij van Vlaanderen een volwassen deelstaat. Samen stuwen we de transformatie van Vlaanderen voort.

Onze werkloosheidsgraad zit nog steeds onder de 7%, wat een stuk lager is dan het Belgisch en Europees gemiddelde. En volgens de actuele prognose mogen we volgend jaar op een economische groei van 1,2% rekenen.

Die positieve signalen moeten ons motiveren om met vereende krachten aan een beter Vlaanderen te blijven werken; aan een Vlaanderen waar het goed is om te wonen en te werken, te ontspannen en te ondernemen, te leven en te investeren. We mogen vandaag niet op onze lauweren rusten. Onze plaats op de wereldkaart moet nog prominenter, nog duidelijker, nog scherper worden. We hebben nood aan een sterk Vlaanderen binnen onze landsgrenzen én aan een sterk Vlaanderen in de wereld.

Daarom was ik de afgelopen 3 dagen in Texas, samen met de Nederlandse minister-president Mark Rutte en met onze havenministers Hilde Crevits en Melanie Schultz van Haegen. Deze zending was een absolute primeur. Nooit eerder hebben de regeringsleiders van een deelstaat en een land samen een dergelijke zending ondernomen.

Samen met 95 Vlaamse en Nederlandse bedrijven, hebben wij onze Deltaregio ginds op de kaart gezet.

Door met onze Nederlandse buren die zending te ondernemen, hebben we nog meer deuren kunnen openen. En dat is ontzettend belangrijk. Want achter die deuren schuilen nieuwe exportmogelijkheden voor onze eigen bedrijven. Achter die deuren schuilen kansen om buitenlandse bedrijven te overtuigen in Vlaanderen te investeren.

En dat is goed voor ieder van ons. Want het levert nieuwe jobs en nieuwe welvaart op. Het geeft nieuwe kansen aan Vlamingen die door de crisis zijn getroffen.

Onze openheid is inderdaad één van de grootste troeven die we hebben. Wij werken samen met andere landen en deelstaten die onze doelen delen; die er ook van overtuigd zijn dat samenwerking loont.

Dames en heren,

Het is met dezelfde open geest dat we ook andere uitdagingen moeten aanpakken.

Met diezelfde open geest moeten we onze economie en industrie transformeren tot fabrieken van de toekomst. We moeten het sociaal overleg en de arbeidsmarkt moderniseren. We moeten onze samenleving warmer maken. En we moeten het onderwijs hervormen. Zodat onze kinderen de kans krijgen om hun passie te volgen, en de vaardigheden te leren waar onze bedrijven om vragen.

Dat is de transformatie die we in Vlaanderen moeten stimuleren; de transformatie waar iedereen aan moet meewerken. Het is tijd om verder te bouwen aan het Vlaanderen van morgen.

De 6de staatshervorming reikt ons daarvoor nieuwe bouwstenen aan. Na de uitvoering van deze staatshervorming, verschuift het zwaartepunt nog meer naar de deelstaten. Inhoudelijk én budgettair.

De Vlaamse begroting zal stijgen van 27 naar 38 miljard euro, een stijging met meer dan 40%. Dat betekent dat onze middelen voor welzijn, volksgezondheid en gezin zullen stijgen van 4 naar meer dan 10 miljard. Die voor werk van 1,6 naar meer dan 4 miljard; en die voor het woonbeleid van 850 miljoen naar meer dan 3 miljard.

Het is onze plicht om die middelen efficiënt in te zetten, want dit gaat over bevoegdheden die elke Vlaming raken. Dit gaat over zaken die het leven van ieder van ons kunnen versterken; van de wieg tot in het rusthuis.

We moeten daarom de nieuwe bevoegdheden in welzijn en gezondheidszorg gebruiken om onze zieken en gehandicapten, onze kinderen en bejaarden, nog beter op te vangen en te ondersteunen. We moeten ons versterkt woonbeleid gebruiken om ervoor te zorgen dat iedereen in een comfortabele woning kan leven. We moeten de nieuwe bevoegdheden op het vlak van arbeidsmarktbeleid gebruiken om zoveel mogelijk mensen aan de slag te krijgen en hen ook langer aan de slag te houden.

Want een sterk Vlaanderen, dat is een Vlaanderen waar iedereen niet alleen kansen krijgt, maar ook engagement toont.

We mogen dus geen schrik hebben voor deze staatshervorming. We blijven geloven in de kracht van een eigen beleid, voor en op maat van de Vlaming.

Maar we moeten tegelijk beseffen dat dit ook een grote uitdaging is. De nieuwe financieringswet zal ervoor zorgen dat Vlaanderen in de toekomst veel meer afhankelijk zal zijn van de eigen economische groei. We worden meer beloond als we het goed doen, maar we zijn ook meer verantwoordelijk als het niet goed gaat.

De bijkomende inspanningen om onze begroting in evenwicht te houden, zullen groot zijn. Tegelijk moeten we beseffen dat we een sterke startpositie hebben. Diegenen die vandaag nog geen evenwicht hebben, zullen nog veel zwaardere inspanningen moeten doen. Want ook zij moeten zo snel mogelijk naar een begroting in evenwicht.

Op 1 juli 2014 moet iedereen dus klaar staan. Daarom bereiden we in Vlaanderen de overdracht heel zorgvuldig voor aan de hand van een groenboek. Dat groenboek zal in september klaar zijn en zal ons toelaten om op een gefundeerde manier de juiste keuzes te maken en onze nieuwe bevoegdheden optimaal in te vullen.

Dit is echter niet het einde van de weg. Met de Senaat van de deelstaten heeft de 6de staatshervorming het juiste forum gecreëerd om verder te werken aan ons positief confederalisme. Die nieuwe Senaat is per definitie het resultaat van de Copernicaanse gedachte.

Dames en heren,

De 6de staatshervorming zal ons dus nieuwe kansen geven om Vlaanderen nog sterker te maken. Tegelijk moeten we vandaag alle kansen die er nu al zijn, ten volle benutten. Dat doen we met ons Nieuw Industrieel Beleid. Via dat Nieuw Industrieel Beleid zet Vlaanderen de lijnen van de economische transitie uit.

De industrie moet gebruik maken van alle sterke troeven van Vlaanderen. Van het baanbrekend vakmanschap van de Vlaamse werknemer. Van ons sterk netwerk van flexibele KMO’s. Van wereldspelers als IMEC, VIB, BARCO, LMS en Thrombogenics in toekomstgerichte industrieën zoals nano- en biotechnologie, de voedingsindustrie en cleantech.

Via het Nieuw Industrieel Beleid spelen we die troeven uit. Want wij geloven in het ondernemend talent in Vlaanderen.

En ik ga ervan uit, dames en heren, dat dit ook voor de federale overheid geldt; dat zij bereid is om onze groeistrategie te ondersteunen. Vlaanderen zet de grote beleidslijnen uit en de federale overheid onderschrijft die lijnen en doet er alles aan om die te versterken. Dat is de Copernicaanse gedachte die ik met vuur verdedig en blijf verdedigen.

Want ook dat maakt deel uit van ons staatshervormingsproces.

Door de 6de staatshervorming wordt het sociaal-economisch en fiscaal instrumentarium van Vlaanderen nog sterker, net als dat van de andere deelgebieden trouwens. Als Vlamingen moeten wij ook hier het voortouw nemen: onbevangen en zeker van ons stuk, omdat wij weten dat dit de juiste weg is.

Daarom heb ik de loon- en energiekosten opnieuw op de politieke agenda gezet.

Eindelijk is iedereen het erover eens dat we onze welvaart maar kunnen behouden als we iets aan die kosten doen. Dat op zich is al een vooruitgang. Maar het is niet genoeg. We moeten de daad bij het woord voeren en we moeten dat nú doen.

De Vlaamse regering doet daarbij wat ze kan. Vlaanderen heeft een begroting in evenwicht. Vlaanderen stimuleert de export. Vlaanderen versterkt het sociaal vangnet. Vlaanderen hervormt het onderwijs. Vlaanderen investeert meer middelen in onderzoek en ontwikkeling dan ooit tevoren. En Vlaanderen verlaagt de energiekosten waar mogelijk.

Onlangs hebben we voor 200 bedrijven de energiekosten met 38 miljoen euro verlaagd, het maximum dat is toegelaten door Europa. Dat is een reële lastenverlaging voor die bedrijven. Maar dat werkt natuurlijk niet in op de loonkost. En daar is het net om te doen. Want de daling van de loonkost heeft een rechtstreekse impact op de werkgelegenheid. Eén op één.

Daarom stel ik vandaag – aan de vooravond van onze feestdag – luid en duidelijk de vraag aan elke politieke verantwoordelijke aan Vlaamse, Brusselse, Waalse en federale kant: wie heeft de moed om mee te gaan? Wie trekt mee met ons aan de kar om een krachtig competitiviteits- en werkgelegenheidspact uit te tekenen?

Ik ben bereid mijn nek uit te steken en een inspanning te doen. Op één voorwaarde: iedereen moet inspanningen leveren. Niemand mag in dit dossier met de voeten slepen, niemand mag de ernst van de zaak ontkennen.

Dit gaat over het bundelen van de krachten. We moeten maatregelen nemen die indruk maken op de bestuurskamers van buitenlandse bedrijven die hier willen investeren. Maatregelen die onze eigen KMO’s de zuurstof geven die ze verdienen. Maatregelen die een reëel en positief verschil maken voor elke Vlaming die hier woont, werkt en leeft.

Dames en heren,

Als we allemaal sterker uit deze transitieperiode willen komen, dan hebben we visie en positivisme nodig. Dan moeten we moedige beslissingen in moeilijke tijden nemen. Dan moeten we vanuit onze eigen sterkte samenwerken.

Vlaanderen zet voor niets of niemand een stap achteruit. Maar we reiken wel steeds de hand naar zij die – binnen en buiten de grenzen van dit land – onze doelen delen. Alleen door samen te werken, kunnen we onze kinderen de toekomst geven die we hen wensen.

Wij willen daarom wat goed werkt, nog beter maken, en wat niet meer werkt, veranderen. We zijn hoopvol, maar niet naïef. Realistisch, maar niet cynisch. Daadkrachtig, maar nooit radicaal. Dat is ons positief confederalisme.

Ik geloof in een mooie toekomst voor Vlaanderen. Omdat ik geloof in elke Vlaming, in ieder van u. Want het zijn al die Vlamingen die al eeuwenlang steeds opnieuw het voortouw nemen. Het zijn al die Vlamingen, dames en heren, die onze regio in het hart van Europa, groots maken.

Ik dank u.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content