Zevenentwintig procent van de Belgische jongeren tussen 9 en 16 jaar bezondigt zich af en toe aan overmatig internetgebruik. In minder dan 1 procent van de gevallen is er sprake van echte internetverslaving.
Zevenentwintig procent van de Belgische jongeren tussen 9 en 16 jaar bezondigt zich af en toe aan overmatig internetgebruik. In minder dan 1 procent van de gevallen is er sprake van echte internetverslaving. Dat blijkt uit een bevraging van een representatieve steekproef van ruim 1.000 jongeren door het Instituut voor Mediastudies van de KU Leuven.
Jongeren brengen gemiddeld 86 minuten per dag online door. Iets meer dan een op de vier ondervraagden antwoordt minstens één keer bevestigend op vragen of bijvoorbeeld hun schoolwerk of sociale activiteit lijdt onder hun internetgebruik, of ze te weinig slapen of maaltijden overslaan.
Het overmatige internetgebruik wordt echter pas echt problematisch als het kind op alle vragen bevestigend antwoord en dat is bij minder dan 1 procent het geval. Zevenenzeventig procent van de jongeren die in contact komen met onlinerisico’s (seksueel getinte beelden of boodschappen, cyberpesten, schokkende beelden, contact met onbekenden, …) schakelt een vertrouwenspersoon in.
Voor ongewenste seksuele beelden is dat 53 procent. “Contactrisico’s”, waarbij sprake is van communicatie tussen internetgebruikers, leiden het vaakst tot acties zoals het verwijderen van ongewenste berichten (43 procent) of blokkeren van de afzender (46 procent). Van “contentrisico’s” trekken jongeren zich minder aan. Zo doet bijvoorbeeld 59 procent niets bij het zien van seksueel getinte beelden.
“De meeste zetten zich hier vrij snel overheen, maar kinderen met weinig zelfvertrouwen en psychologische problemen ervaren dit vaker als vervelend”, aldus de onderzoekers. Zij pleiten ervoor om al van in de lagere school kinderen te tonen hoe ze veilig kunnen internetten en om digitale vaardigheden bij leerkrachten te promoten. (Belga/RDM)
