Kwart van de Belgen kan geen onverwachte uitgave doen

© iStock

Een kwart van de Belgen kan geen onverwachte uitgave (van 1.100 euro) doen. Ook een week vakantie buitenshuis kan een kwart van de Belgen zich niet veroorloven.

Dat blijkt uit de jaarlijkse EU-SILC-enquête, in België georganiseerd door de Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie.

Ruim één op de vijf Belgen leeft in een huishouden dat naar eigen zeggen moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen, terwijl 5 procent geconfronteerd wordt met een toestand van ernstige materiële deprivatie. In 2016 was dat 6 procent.

Materiële deprivatie betekent dat iemand zich de gangbare levensstandaard niet kan veroorloven. De SILC-enquête meet materiële deprivatie aan de hand van het ontbreken van negen materiële bezittingen en de onmogelijkheid om een aantal handelingen te doen die symbool staan voor de gemiddelde levensstandaard in onze maatschappij.

Het gaat onder meer om een week vakantie buitenshuis, een onverwachte uitgave kunnen doen, of zich een televisie kunnen veroorloven. Als iemand zich minstens vier van de negen items niet kan veroorloven, wordt gesproken van ernstige materiële deprivatie. Dat laatste gold in 2017 voor 5 procent van de Belgische bevolking.

De voorbije jaren bleef het cijfer min of meer stabiel, bevestigt men bij de FOD Economie. Er is wel een duidelijk onevenwicht tussen de verschillende elementen waaruit materiële deprivatie bestaat. De aankoop van een televisie of telefoon vormt amper een probleem, maar een onverwachte uitgave doen (van 1.100 euro) is een groot knelpunt voor 25 procent van de bevolking.

Hobby’s

Ook een kwart kan om financiële redenen niet jaarlijks één week op vakantie gaan. Enkele maandelijkse kosten zoals de huur en de energierekeningen vormen een probleem voor 5 procent van de Belgen.

Bovendien heeft 6 procent problemen met de aankoop van een wagen en 6 procent met de regelmatige consumptie van vlees, kip, vis of een vegetarisch alternatief.

Hobby’s zijn te duur voor 13 procent van de Belgen. Ruim één op tien (11 procent) heeft onvoldoende middelen om minstens eenmaal per maand met vrienden of familie uit eten te gaan of iets te gaan drinken. Acht procent kan het zich niet veroorloven om versleten kledij te vervangen door nieuwe.

De resultaten zijn gebaseerd op een bevraging bij 6.000 Belgische huishoudens. ‘Armoede is een multidimensionaal fenomeen. Intuïtief wordt vaak gefocust op inkomensarmoede, dit wil zeggen monetaire armoede, maar het brede armoedeconcept impliceert aanvullend aandacht voor niet-inkomensgerelateerde armoede. Eén van deze componenten is materiële deprivatie’, staat in het persbericht.

Partner Content