Zo’n 23 procent van de artsen die vorig jaar een erkenning kregen van de overheid heeft een buitenlands diploma. Dat is slecht nieuws voor studenten die in ons land een opleiding geneeskunde willen beginnen, schrijft De Tijd op basis van cijfers van het Riziv. Eerder deze maand trokken de artsenverenigingen al aan de alarmbel over de toestroom van buitenlandse artsen.
Van de 1.715 artsen die vorig jaar een erkenning kregen, hebben er 388 een buitenlands diploma. Een groot deel van hen zijn buitenlanders, maar het is niet duidelijk hoeveel. De overheid houdt geen statistieken bij over de nationaliteit van nieuwe artsen.
Artsen uit een andere Europese lidstaat kunnen in ons land aan de slag mits ze één van de drie landstalen spreken. Dat is een gevolg van het vrij verkeer van personen in de Europese Unie en de wederzijdse erkenning van diploma’s. Huisartsen (27 procent) blijken iets vaker in het buitenland gestudeerd te hebben dan specialisten (19 procent). Vorige week klaagde artsenvereniging BVAS nog de toestroom van buitenlandse artsen aan.
‘Dit is een bevestiging van wat we toen aan de kaak hebben gesteld’, zegt voorzitter Marc Moens zaterdag in de krant. ‘Onze studenten in de geneeskunde moeten met ongelijke wapens strijden (in Vlaanderen geldt een toelatingsexamen, nvdr) tegen andere Europese artsen.’ BVAS vreest dat door de instroom van buitenlandse diploma’s, er minder Belgen aan de opleiding geneeskunde zullen mogen beginnen. (Belga/NSK)
