Kwart Europese bevolking bedreigd door armoede of sociale uitsluiting

(Belga) Zo’n 115 miljoen EU-inwoners of bijna een kwart van de Europese bevolking (23,4%) werden in 2010 bedreigd door armoede of sociale uitsluiting, zelfs na sociale transfers. Dat maakte Eurostat bekend. In België ging het om 20,8 procent. Maar ons land kent proportioneel wel het grootste aantal mensen in gezinnen met een “zeer lage arbeidsintensiteit”.

De Europese statistische dienst toetst tegen drie criteria af of mensen in armoede of sociale exclusie dreigen te vallen. Zo is er de armoedegrens op zestig procent van de inkomensmediaan, het niet kunnen betalen van huur, facturen en andere standaardproducten en de arbeidsintensiteit in gezinnen. Met name in die laatste categorie scoort ons land slecht. Zo’n dertien procent van de Belgische bevolking jonger dan zestig leefde in een gezin waarvan de volwassenen minder dan twintig procent van hun arbeidspotentieel effectief gebruikten, tegenover een gemiddelde van tien procent voor de EU. Enkel het Verenigd Koninkrijk doet het even slecht, terwijl Luxemburg, Zweden en Tsjechië met slechts zes procent het beste scoren. Op de twee andere criteria zit België wel boven het Europese gemiddelde. Het aantal personen die ook na sociale transfers in de armoede dreigen te belanden, klokte in 2010 af op 14,6 procent (EU 16,4), terwijl de personen in een materieel erbarmelijke situatie 5,9 procent van de bevolking uitmaakten (EU 8,1). Algemeen hebben vooral nieuwkomers Bulgarije en Roemenië nog veel werk voor de boeg, met respectievelijk 42 en 41 procent van hun bevolking minstens in de risicozone. Tsjechië (14%), Zweden (15%) en Nederland (15%) tellen proportioneel de minste inwoners bedreigd door armoede of sociale uitsluiting. (MVL)