Knack Extra Krimi

Deze Knack Extra ligt op 6 april in uw krantenwinkel

Moord en leesplezier door Rik Van Cauwelaert‘Een paar jongens hebben haar gevonden. Ze speelden honkbal in de Babe Ruth League, en ze waren op weg om wat balletjes te slaan…’

Zo begint de Amerikaanse misdaadauteur James Ellroy aan Mijn moordkuil – My Dark Places -, het verhaal van zijn onderzoek naar de moord op Jean Hilliker, zijn moeder.

Het lijk van Jean, een verpleegster, werd op 22 juni 1958 gevonden langs de weg, in de buurt van Los Angeles. Het was een gruwelijke moord die onopgelost bleef. Ook Ellroy, die het hele onderzoek overdeed, zou de dader niet vinden, maar hij zou wel een beklijvende misdaadroman schrijven. The New York Review of Books bestempelde Mijn Moordkuil als ‘de moeder van alle boeken over moeder-zoonrelaties’.

Dat laatste kan best zijn, maar met zijn verhaal bleef Ellroy vooral op de lijn uitgezet door zijn landgenoot Edgar Allan Poe: ‘De dood van een mooie vrouw is onbetwistbaar het meest poëtische onderwerp.’

Ook Poe, de bedenker van het thrillergenre, zette zich ooit aan een echte enquête, die naar de moord op Mary Rogers, ’the beautiful cigar girl’, zoals ze in de New Yorkse kranten werd genoemd.

De moord op de sigarenverkoopster fascineerde le tout New York. Want nogal wat mansvolk had ooit een ommetje gemaakt om een sigaartje te kopen bij de mooie Mary Rogers.

Het resultaat van Poes enquête was Het mysterie van Marie Rogêt, dat hij weliswaar in Parijs plaatste, maar dat een heel punctuele weergave was van de feiten die zich in juli 1841 in New York afspeelden. Het was overigens het tweede verhaal waarin speurder Auguste Dupin, de man die de moorden in de Rue Morgue ophelderde, op de voorgrond trad.

Dupin was de eerste van een intussen eindeloze reeks romandetectives die in deze editie van Knack Extra worden geëerd.

Groot bewonderaar van Poe was de marxistisch gestemde economieprof Ernest Mandel, auteur van Delightful Murder, een sociale geschiedenis van het misdaadverhaal.

Mandel beschouwde zichzelf als een slachtoffer van de bourgeoisideologie, waardoor hij met miljoenen andere onfortuinlijke medeburgers in een maalstroom werd meegezogen. Mandel had het over zijn overmatige consumptie van misdaadromans.

Doch in tegenstelling tot vele ‘hypocrieten van de revolutie’ – zo noemde hij ze – voelde Mandel zich allerminst schuldig. Trouwens, vroeg Mandel zich af, waarom zou het voor een marxist frivool zijn zich met de analyses van misdaadverhalen in te laten: ‘Kan historisch materialisme dan niet op alle sociale fenomenen worden toegepast?’

Delightful Murder wordt al eens vergeten in de Mandelbibliografie. Toch zal dit dunne boekje wellicht het enige van professor Mandel zijn dat zijn plaats in de bibliotheken zal bewaren. Want in een heerlijke analyse toonde Mandel de relatie tussen de misdaadroman en de sociale werkelijkheid en de verschuivingen in de perceptie van de misdadiger en van zijn slachtoffer en dit als gevolg van maatschappelijke veranderingen.

Mandel was overigens niet de enige academicus met een leeszwak voor thrillers. Van Paul Valéry, de Franse homme de lettres en kunstpaus, werd verteld dat na zijn dood in zijn huis een kamertje werd ontdekt met alleen een veldbed en kasten vol misdaadromans.

Jean Cocteau, die nooit een overdrijving uit de weg ging, schreef misdaadauteurs als Mickey ­Spillane zelfs een soortement van genie toe.

En wanneer in die dagen alweer de Nobelkoorts opstak en met grote stelligheid werd voorspeld dat Louis-Paul Boon deze keer echt de Nobelprijs literatuur zou winnen, werd zijn collega Marnix ­Gijsen steevast om commentaar gevraagd.

Gijsens knorrige antwoord luidde onveranderlijk: ‘Er is maar één Belg die de Nobelprijs literatuur kan winnen: Georges Simenon.’ En dat was ook waar.

Alleen heeft de Luikenaar Simenon, ­briljant romancier maar vooral schepper van de Parijse speurder Jules Maigret, die Nobelprijs nooit gekregen. Het is een blijvende schande voor de Zweedse Academie.

INHOUD

Weten wie het gedaan heeft… – En toch kijken. We zijn verslaafd aan de voorspelbare onvoorspelbaarheid van de krimi, getuige de overkill op de Vlaamse buis.

10 onvergetelijke speurneuzen – Ook al lijken ze zich meer te bekommeren om opera, whiskey en femmes fatales. De geheimen van…

Adam Dalgliesh

Sherlock Holmes

Jules Maigret

Father Brown

Kurt Wallander

Philip Marlowe

John Rebus

Inspector Morse

Martin Beck

Hercule Poirot

Slecht geschreven, beestig verkocht – Waarom doet die dekselse Millenniumtrilogie het zo goed?

De hellehond van de thriller – James Ellroy schrijft hoogstaand amusement voor de hele familie, toch als u naar de familienaam Manson luistert.

Onvermoede thrillerfans – Hugo Claus vergeleek Ellroy ooit met Dostojevski, moraalfilosoof Johan Braeckman is al zijn hele leven verslingerd aan het spannende boek.

7 troonopvolgers – Profilers, pathologen, politieagenten en nauwelijks verholen psychopaten die de thriller de laatste jaren een frisse kleur gaven.

Jack Reacher

Sarah Lund

Sam Ryan

Jimmy McNulty

Harry Bosch

Vic Mackey

Tony Hill

Het land van Albert – Strip door Steve Michiels.

Speurders met een gele Porsche – Na de Tweede Wereldoorlog vond je de echte erfgenamen van Sherlock Holmes in de strip.

Vrolijke Fjodor – Bladspiegel door Koen Meulenaere.

Partner Content