Klimaat in, Marrakesh out: wat doet dat met de Wetstraat?

© BelgaImage
Walter Pauli

Het is alsof de Wetstraat in één maand tijd van discours is veranderd. Scholieren lezen het parlement de les. De politieke barometer slaat tilt.

Scholierenbetogingen: het is in Vlaamse kringen bon ton om er minnetjes over te doen. Ook al was de jonge scholier Albrecht Rodenbach in 1875 de aanstoker van ‘de Groote Stooringe’ in het Klein-Seminarie van Roeselare, het scholierenprotest tegen het gebruik van het Frans op school.

Ook recenter speelden scholieren hun rol in de grote omwentelingen die Vlaanderen hebben gemaakt tot het land dat het is. Leuven-Vlaams, bijvoorbeeld. De eindfase daarvan werd in 1968 ingezet met de ‘januarirevolte’ in Leuven. Dat studentenkabaal had echo’s in heel Vlaanderen. Daarvoor zorgden de scholieren. Het begon op 23 januari in Maasmechelen, Elsene, Geel en Tienen. In Lommel en Mol kwamen 1500 scholieren op straat, in Oostende liepen middelbare scholen leeg. Een Leuvens pamflet richtte zich tot alle Vlaamse scholieren: ‘Richt studentenkomitees op waar U zelf discussies regelt en acties plant.’ Een dag later staakten in Antwerpen 45 middelbare scholen. Ondanks de sneeuw kwamen in Hasselt 4000 scholieren op straat, in Bilzen 3000 en 2000 in Sint-Niklaas en in Kortrijk. Op donderdag 25 januari trad de rijkswacht op omdat 600 meisjes en jongens van het Mater Dei Lyceum in Sint-Pieters-Woluwe weigerden de klas in te gaan. 109 leerlingen werden gearresteerd. Dezelfde dag betoogden 3500 scholieren in Diest, 3000 in Brugge, 1500 in Izegem en 1000 in Geraardsbergen. Op vrijdag 26 januari betoogden scholieren tot in de verste Vlaamse uithoeken: 1500 in Tielt en 1000 in Puurs. Het blijft uniek.

Vandaag profileren veel N-VA’ers zich in groep als de CVP’ers van deze tijd.

Katholieke ouderverenigingen en de liberale minister van Nationale Opvoeding, Frans Grootjans, protesteerden tegen ‘het schoolverzuim in het middelbaar onderwijs’. Het hielp geen zier, de scholieren bleven betogen. Ze riepen 6 februari uit tot ‘zwarte dinsdag’. In alle Vlaamse provinciesteden en -stadjes werd gestaakt en betoogd, van het technisch tot het algemeen secundair onderwijs. Uit solidariteit stapten in Antwerpen 1700 leerkrachten de straat op – ‘weliswaar in een onvermijdelijke sfeer van waardigheid’, volgens ooggetuigen. Op woensdag 7 februari viel de regering-Van den Boeynants.

Intussen had de krant De Standaard de Vlaamse elite al gewaarschuwd: ‘De agitatie over het hele land leidt onvermijdelijk tot een radicalisering. Men zou er goed aan doen te bedenken dat bijvoorbeeld in Nederland de jongere generatie niet langer in het kielzog van de gevestigde partijen wenst te varen.’

Die analyse lijkt vandaag opnieuw actueel. Scholiere Anuna De Wever heeft met haar klimaatmarsen ‘de Groote Stooringe’ van deze tijd in gang gezet. Net zoals in 1968 weet het establishment zich geen blijf met het protest. Dat springt vooral in het oog bij de Vlaamse Beweging. Politici en opiniemakers die in hun jeugd zelf niet vies waren van enig activisme, die ooit betoogden in de Voerstreek of voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, reageren ziedend bij tv-beelden van scholieren en klimaatmarsen. Het eigen kroost wordt geprezen om zijn bravigheid (‘Mijn kinderen bleven op school’), de betogers worden weggehoond (‘Een kinderkruistocht!’). Jarenlang koesterde de N-VA haar imago als de partij van de tegencultuur: de underdog, de uitdager, de durver. Vandaag profileren veel N-VA’ers zich in groep als de CVP’ers van deze tijd. Diezelfde N-VA’ers die ooit geldbiljetten uitstrooiden bij de scheepslift van Strépy-Thieu rollen vandaag met de ogen bij het zien van slogans als ‘Fuck me, not the climate’ of ‘ Pas de terre, pas de bière’: over zoveel gebrek aan goede smaak kunnen de oud-commilitones een boom opzetten tijdens hun volgende cantus. Alleen een oud-hippie als Jan Peumans vergat zijn roots niet, en die van zijn beweging: ‘Ik heb in mijn jonge tijd ook acties ondernomen. Als je jong bent, mag je ook een stukje dromen.’

Groen wordt geleid door vier ‘redelijk nieuwe Vlamingen’ die amper ervaren worden als ‘allochtonen’.

De N-VA leert wat alle machtspartijen ooit meemaken: dat de verzamelde slimmigheid van dure opiniepeilers en spindoctors nooit op kan tegen het werkelijke land, de man in de straat, the wisdom of the crowds. Van december tot januari deed de N-VA haar best om ‘Marrakesh’ te pitchen als hét verkiezingsthema. Vandaag neemt niemand nog het buzzwoord ‘Marrakeshcoalitie’ in de mond, sinds de mogelijke fraude met humanitaire visa het imago van Theo Francken en dus de hele N-VA parten speelt.

Een geluk bij een ongeluk: ook de media vergaten Marrakesh, want nu draait het om ‘het klimaat’. Alle kranten besteden er meerdere pagina’s per dag aan. Of dat zal duren tot 26 mei is niet zeker. Dat neemt niet weg dat Groen zich geen betere start van een verkiezingsjaar kon indenken. Wat vorig jaar in Antwerpen begon, zet zich in heel Vlaanderen door: Groen is niet alleen de eerste politieke uitdager van de N-VA, de groene stroming is ook maatschappelijk het contrapunt van het ‘N-VA-Vlaanderen’. De N-VA is de partij die de Vlaamse macht in handen heeft en daarvoor steunt op de gevestigde krachten. Vanuit die positie wil ze het bekende, vertrouwde, welvarende Vlaanderen verdedigen tegen al wie dat model bedreigt. Die bedreigingen zijn zowel extern (ongecontroleerde migratie, supranationale druk) als intern. Vandaar de scherpe N-VA-reactie bij elke manifestatie van het nieuwe ‘binnenlandse gevaar’ dat uitgaat van de gutmenschen, culturo’s en andere alternativo’s. De betogende scholieren zijn de kinderen van de generatie die zich hulde in Greenpeace-T-shirts (‘This body is in danger’), meestapte in antiatoomtochten (‘Kernenergie? Nee bedankt’), antirakettenbetogingen (‘Liever een Rus in de keuken dan een raket in mijn bed’) en antiracismemarsen (‘L’étranger c’est mon ami’). Van dat Vlaanderen gruwde de jonge Bart De Wever toen al. Nu doet hij dat nog altijd. Het deert hem niet: de voorbije week was hij naast Meyrem Almaci alweer een van de twee centrale figuren op de politieke kaart, ditmaal door zich op te stellen tégen de scholierenmarsen en tegen Groen. Ook dat tekent de ineens gewijzigde krachtsverhoudingen, én het talent van De Wever om onmiddellijk in te spelen op de nieuwe wind.

CD&V en Open VLD staan erbij en kijken ernaar. Vlaams milieuminister Joke Schauvliege (CD&V) zegt de ene week beslist: ‘Mijn kinderen mogen niet mee betogen’, en voelt zich de week nadien gesteund door de bosbrossers. De gloednieuwe energieminister Lydia Peeters (Open VLD) – kent u haar? – miste alvast de unieke kans om via de klimaatbetogingen enige naamsbekendheid te krijgen.

Groen is niet alleen de eerste politieke uitdager van de N-VA, de groene stroming is ook maatschappelijk het contrapunt van het ‘N-VA-Vlaanderen’

Het ‘andere’ Vlaanderen – optimistisch, solidair, geëngageerd, sociaal maar ook mercantiel en mondain, en principieel veelkleurig – vindt intussen zijn politieke representatie in Groen. Groen wordt geleid door vier ‘redelijk nieuwe Vlamingen’ (voorzitter Meyrem Almaci, politiek directeur Tarik Fraihi, fractieleiders Björn Rzoska en Kristof Calvo y Castañer) die amper ervaren worden als ‘allochtonen’. Er is geen beter symbool voor het nieuwe normaal aan de linkerzijde, de nieuwe pikorde ook. Er liepen in de klimaatmarsen ook veel SP.A’ers mee, maar haast niemand die hen opmerkte. Alsof de SP.A bang is om zich te tonen, of om beschuldigd te worden van recuperatie, of van wat dan ook. Groen heeft niet zulke complexen. Calvo dribbelt met de bal: ook als hij niet scoort, krijgt hij applaus. Dat loont. Op 25 januari stelde een trotse Almaci vier nieuwe ’topkandidaten’ voor van buiten de politiek. Daarbij de Vilvoordse deradicaliseringsambtenaar Jessika Soors, amper 30 jaar oud en een politiek talent in wording.

Dat weten ze bij de SP.A ook. Vandaar dat eerst burgemeester Hans Bonte en dan (meermaals) voorzitter John Crombez bij Soors in persoon aandrongen om bij de SP.A te komen. Op dat herhaalde aanbod ging Soors niet in. Vervolgens koos ze voor Groen. Op 26 mei trekt Jessika Soors de Kamerlijst in Vlaams-Brabant. Dat is exact hetzelfde aanbod als de SP.A haar eerder deed. Sommige SP.A’ers vrezen dat de keuze van Soors een voorbode kan zijn van wat zou kunnen komen. Dat, twintig jaar na het succes van Steve Stevaert, Groen straks niet alleen meer stemmen behaalt, maar ook het dichtst staat bij ‘de mensen’ van deze tijd.

Dit artikel verschijnt woensdag 6 februari in Knack.

Partner Content