Walter Pauli

‘Kerkvolk blijft kudde, gehoorzamend aan herder met bisschopsstaf’

‘De benoeming van Jozef De Kesel tot nieuwe aartsbisschop van Mechelen-Brussel is tegelijk goed en onrustwekkend nieuws wat de positie van de kerk in België betreft’, schrijft Knack-redacteur Walter Pauli.

Voor het goede nieuws: surf naar alle mogelijke katholieke sites: met Jozef De Kesel heeft de Belgische katholieke gemeenschap weer ‘een van hen’ als leider. In 2010 waren de Belgische katholieken zogezegd ook blij met de benoeming van de eigengereide André-Jozef Léonard, maar toen klonk een beleefdheidsapplaus. Léonard was de man van Rome die in Mechelen werd geplaatst.

Dat is totaal anders met Jozef De Kesel: als het moet, is hij ‘onze’ aartsbisschop in Rome. De Kesel is 68 jaar oud en kan nog zeven jaar aanblijven, aangezien de leeftijdgrens in principe is vastgesteld op 75 jaar. Na André-Jozef Léonard komt er dus opnieuw een overgangsfiguur aan het hoofd van de Belgische kerk. De tweede tussenpaus op rij.

Belgisch-Congo

Kerkvolk blijft kudde, gehoorzamend aan herder met bisschopsstaf

Vóór het aantreden van Léonard hoefde het Vaticaan in meer dan honderd jaar amper vier aartsbisschoppen aan te stellen in het zo stabiele Mechelen-Brussel. Joseph-Désiré Mercier (1906-1926) werd wereldwijd geloofd om zijn moedige opstelling tijdens de Duitse bezetting in de Eerste Wereldoorlog. Na hem kwam Jozef Ernest Van Roey (1926-1961), de kardinaal-aartsbisschop die in dienst was van de donkerste crisisjaren in het interbellum tot de periode van de flonkerende Wereldtentoonstelling in 1958, als was hij al die tijd de onderpaus van België/Belgisch-Congo. Van Roey werd opgevolgd door Leo-Jozef Suenens (1961-1979), misschien wel de meest charismatische persoonlijkheid van de drie. Suenens kreeg in korte tijd erg veel invloed in het Vaticaan en, erger, bij de geaccrediteerde pers van de Heilige Stoel. Het gevolg was dat de halve Curie samenspande tegen Suenens, die Belgische nieuwlichter, ordeverstoorder en gepatenteerde ondermijner van het pauselijke gezag.

Suenens wist het zo aan te leggen dat de ogenschijnlijk ‘brave’ West-Vlaming Godfried Danneels (1979-2010) hem opvolgde. Op het eerste gezicht was Danneels een weinig inspirerende man. Maar historici Jürgen Mettepenningen en Karim Schelkens toonden in hun biografie van ‘de kardinaal’ overtuigend aan dat de rondbuikige Danneels in Rome een zwaargewicht was achter de schermen, en een gezaghebbend verzoener op de bühne.

Breuk

In de tijd dat de zo voorzichtige Danneels kardinaal-aartsbisschop was van België, leidde paus Johannes-Paulus II de kerk op zijn eigen manier. Hij bewerkstelligde de val van de Berlijnse Muur en bevrijdde aldus Oost-Europa, maar in het Westen werd zijn moraliserende aanpak als betuttelend ervaren. In een snel polariserende kerk moest Danneels wel kamp kiezen. Toen hij dat uiteindelijk wat te duidelijk deed – hij hoorde bij de ‘vernieuwers’ – was zijn meteen rol uitgespeeld. Bij zijn afscheid in 2010 droomde hij er al van dat zijn rechterhand Jozef De Kesel zijn opvolger zou worden. Maar paus Benedictus XVI doorzag de plannen en benoemde een oude, taaie medestander tot aartsbisschop: André-Jozef Léonard.

Het is aan aartsbisschop Jozef De Kesel om te bewijzen dat hij de wijze bestuurder kan zijn op wie de Belgische katholieken al een paar jaar lang wachten

Dat was de eerste breuk in een eeuw: niet meer de beste of de sterkste leider was de baas van de Belgische kerk, maar diegene met de machtigste Vaticaanse vriend. Vreemd genoeg is dat met Jozef De Kesel opnieuw zo, zij het dat Danneels niet echt de machtigste maar veruit de handigste kennis is van de nieuwe nummer één. Léonard was de gezant van Rome, De Kesel is de afgevaardigde van Mechelen-Brussel. Ook deze benoeming bevestigt het beeld van een kerk die zeer traditioneel vanuit Rome wordt bestuurd, alle moderne retoriek over ‘het volk Gods’ ten spijt. Het kerkvolk blijft een kudde, die nog altijd hoort te gehoorzamen aan de herder met de bisschopsstaf.

Ook onder Franciscus blijft die centralistische aanpak de kern van het universele kerkelijke model. Al hebben de lokale kerken inmiddels wel de vrijheid om beter te willen doen dan Rome oplegt. Het is aan aartsbisschop Jozef De Kesel om te bewijzen dat hij de warme, wijze bestuurder kan zijn op wie de Belgische katholieken al een paar jaar lang wachten en hopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content