Kazachgate: ‘Ik noem dit inmenging van Frankrijk’

Voormalig Frans minister van Binnenlandse Zaken Claude Guéant (links), 3 mei 2017. © Belga
Kristof Clerix

Drie uur lang legde de onderzoekscommissie-Kazachgate woensdag Claude Guéant het vuur aan de schenen. De voormalige Franse minister van Binnenlandse Zaken ontkende dat Frankrijk was tussengekomen in de totstandkoming van de wet op de minnelijke schikking in België.

Zowat alle parlementsleden van de commissie bedankten Guéant voor zijn bereidheid om onder ede te komen getuigen. Maar tegelijkertijd klonk ook snoeiharde kritiek. ‘Ik zou beschaamd zijn in uw plaats’, beet Vincent Van Quickenborne (Open VLD) hem toe.

Ik zou beschaamd zijn in uw plaats.

Vincent Van Quickenborne (Open VLD)

‘In alle beleefdheid: ik heb de grootste moeite om uw verhaal te geloven’, zei Georges Gilkinet (Ecolo/Groen). ‘Misschien is uw geheugenverlies wel doelgericht. Wij krijgen de indruk dat we hier worden misleid’, klonk het dan weer bij Karine Lalieux (PS).

Over één zaak schepte de Franse oud-minister in ieder geval duidelijkheid: ja, Kazachstan had wel degelijk aan Frankrijk laten verstaan dat een goede uitkomst van Chodievs strafvervolging in België de handelsrelaties tussen Parijs en Astana ten goede kon komen.

Het was het Franse satirische weekblad Le Canard Enchaîné dat in oktober 2012 voor het eerst de link legde tussen een duur helikoptercontract tussen Frankrijk en Kazachstan enerzijds, en invloed vanuit het Franse Elysée op het wetgevende proces in België anderzijds.

Ter herinnering: Patokh Chodiev en zijn twee kompanen (Machkevich en Ibragimov – samen ook wel het ‘Kazachse Trio’ genoemd) maakten in juni 2011 als eerste gebruik van de verruimde minnelijke schikking om hun strafvervolging op verdenking van witwassen af te kopen. De onderzoekscommissie gaat nu na hoe die wet precies tot stand kwam.

Voor het eerst sinds de onthullingen van Le Canard Enchaîné vijf jaar geleden komt er nu dus officieel bevestiging dat Parijs en Astana contacten hebben gehad over de juridische problemen van de Belgisch-Oezbeeks-Kazachse zakenman-miljonair Patokh Chodiev in België.

President Nazarbayev had laten verstaan dat het einde van Chodievs vervolging in België de handelsrelaties tussen Frankrijk en Kazachstan alleen maar ten goede kon komen.

Claude Guu0026#xE9;ant, voormalig Frans minister van Binnenlandse Zaken

‘De minnelijke schikking was in het belang van Frankrijk. Dat is onbetwistbaar een feitelijke, objectieve waarneming’, zei Guéant tijdens de hoorzitting. ‘President Nazarbayev had immers laten verstaan dat het einde van Chodievs vervolging in België de handelsrelaties tussen Frankrijk en Kazachstaan alleen maar ten goede kon komen.’

‘In 2009 – nog voor Sarkozy op missie ging naar Kazachstan – kregen we te horen dat een gerechtelijke oplossing voor Chodiev in België de zaken zou kunnen vergemakkelijken. We hoorden ook dat president Nazarbayev het op prijs zou stellen indien er een positieve uitkomst zou komen voor mijnheer Chodiev en zijn vrienden.’

Guéant preciseerde nog dat die contacten niet rechtstreeks tussen Sarkozy en Nazarbayev verliepen maar wel via ‘diplomatieke ploegen’ in Parijs en Astana.

Tegelijkertijd nuanceerde Guéant: ‘Bestaat er een link tussen het oplossen van Chodievs gerechtelijke problemen, en de contracten die uiteindelijk tussen Kazachstan en Franse bedrijven ondertekend zijn? Dat zou ik niet kunnen zeggen. Zijn die contracten makkelijker ondertekend daardoor? Was de minnelijke schikking met Chodiev een doorslaggevend element? Dat weet ik niet, want bij die contracten was het Elysée niet bij betrokken. Trouwens, de helikopters die uiteindelijk verkocht zijn, waren technisch en militair gezien heel interessant voor Kazachstan.’

Guéant bevestigde ook dat hij de voormalige Belgische senaatsvoorzitter Armand De Decker (MR), tevens voormalig advocaat van Chodiev, in Parijs had ontmoet. Guéant: ‘Eén keer. Dat was heel kort, tijdens een ontbijt eind februari 2011. Het was net in de periode dat ik vertrok uit het Elysée om aan te treden als minister van Binnenlandse Zaken. Chodievs Franse advocate Catherine Degoul was ook bij het etentje aanwezig. We hebben toen onder meer gesproken over een Franse dame die in Mexico in de gevangenis zat, over de verbroedering van Ukkel met een stad in Frankrijk, en over de zaak-Chodiev en de afkoopwet.’

Misschien is uw geheugenverlies wel doelgericht.

Karine Lalieux (PS)

De precieze details herinnerde Guéant – voormalig rechterhand van ex-president Nicolas Sarkozy – zich naar eigen zeggen niet meer. PS-kamerlid Lalieux kon dat maar moeilijk geloven. ‘Uit dat ontbijtgesprek herinnert u zich wel nog details zoals die stedenband, maar de reden waarom we u hier hebben uitgenodigd in deze commissie, daarvan herinnert u zich haast niets meer. Dat is toch wel verrassend. Misschien is uw geheugenverlies wel doelgericht.’

Kamerlid Francis Delpérée (cdH) vond het dan weer vreemd dat Guéant – uitgerekend in de periode dat hij aantrad als minister – tijd vrijmaakte om een ontbijt bij te wonen. ‘Is dat de gewoonte op het Elysée, tijdens een ontbijt advocaten ontvangen om een juridische kwestie te bespreken in een ander land? Wie nam eigenlijk het initiatief voor die lunch?’ Guéant stipte aan dat zijn medewerkers hem vroegen het etentje te organiseren. ‘Ik kreeg te horen dat Armand De Decker een belangrijke Belg was en dat het hoffelijk zou zijn hem uit te nodigen voor een ontbijt.’

Een advocaat vinden, dat is toch geen inmenging?

Claude Guu0026#xE9;ant, voormalig Frans minister van Binnenlandse Zaken

‘De cruciale vraag is of Frankrijk actie heeft ondernomen om de wetgeving in België aan te passen’, zette kamerlid Koenraad Degroote (N-VA) de puntjes op de i.

Neen, onderstreepte Guéant herhaaldelijk. ‘Er is géén initiatief gekomen vanuit Frankrijk om de Belgische wetgeving aan te passen. Ik herhaal dat met klem.’

Wel voegde hij er aan toe: ‘De rol van Frankrijk in deze hele zaak was beperkt tot één aspect: de naam van een advocaat mee te delen die over de nodige kwaliteiten zou beschikken om de belangen van Chodiev en zijn twee vrienden te verdedigen. Een advocaat vinden, dat is toch geen inmenging? Dat is enige dat we hebben gedaan: een advocaat gesuggereerd voor mijnheer Chodiev. Daarmee hield onze rol op. Dat lijkt me toch niet een onaanvaardbare tussenkomst waardoor Belgische soevereiniteit bedreigd werd? Dat is geen aanslag op nationale soevereiniteit.’

‘Ik kende mevrouw Degoul trouwens niet eens. Ik heb haar alleen tijdens die lunch van februari 2011 ontmoet. Ik kreeg de vraag of ik er bezwaar tegen had dat zij zou worden voorgesteld als advocate. De vraag werd me voorgelegd, en tegelijkertijd werd me een antwoord gesuggereerd. Ik heb gezegd: “Waarom niet?”‘

Van Quickenborne reageerde laconiek: ‘Is dat een nieuwe service die het Elysée aanbiedt, goede advocaten vinden in buurlanden?’

Verschillende commissieleden hadden vragen bij het verzoek van Kazachstan aan Frankrijk om Chodiev in België ter hulp te komen.

‘Als men zo’n vraag krijgt vanuit Kazachstan, waarom antwoordt Frankrijk dan niet gewoonweg: “Gelieve u te richten tot België”?’, aldus Van Quickenborne. ‘Neen, wat doet u? U schakelt een team in, met advocaten én met persoonlijke medewerkers, die betaald worden met Frans belastinggeld, om in België een zaak op te lossen. Vindt u het normaal dat het Elysée de opdracht geeft aan medewerkers om tussen te komen in een zaak in soevereine natie? Vindt u dat normaal?’ Van Quickenborne haalde snoeihard uit. ‘Frankrijk oefent invloed uit op de totstandkoming van wetgeving in ons land. En u noemt dat een bagatel?’

Frankrijk oefent invloed uit op de totstandkoming van wetgeving in ons land. En u noemt dat een bagatel?

Vincent Van Quickenborne (Open VLD)

‘We zijn perplex’, reageerde ook Lalieux. ‘Stomverbaasd horen we u aan. Iedereen citeert uit documenten, mails, brieven, telefoongesprekken… Alles wijst erop dat er rechtstreekse betrokkenheid is geweest van de hoogste ambtenaren en politici, van medewerkers dichtbij de Franse president. Ik noem dit inmenging van Frankrijk in Belgische lopende zaken. Het gaat hier om een trio verdacht van banden met de maffia, en die ontsnappen aan een gevangenisstraf dankzij die advocaten en de minnelijke schikking. Maar ik heb de indruk dat u ons zegt: “Dit is allemaal banaal. Iedereen heeft gewoon zijn rol gespeeld.”‘

Guéant gaf wel toe dat hij door medewerkers op de hoogte werd gehouden over de wetgevende ontwikkelingen in België met betrekking tot de afkoopwet. Maar dat wilde volgens hem niets zeggen. ‘Op het Elysée zijn er wel een veertigtal medewekers, en die sturen regelmatig allerhande nota’s over de stand van zaken in dossiers. De informatie die ik over deze zaak kreeg was niet essentieel. Het was een dossier zoals alle andere. In die tijd speelden onder meer de Arabische revoluties, de eerste slachtpartijen in Syrië, er was de economische crisis, enzovoort.’

Er zijn vanuit Frankrijk nooit contacten gelegd met Belgische politici in dit dossier.

Claude Guu0026#xE9;ant, voormalig Frans minister van Binnenlandse Zaken

Guéant zei voorts dat hij ‘nooit enige aanwijzing’ had van de betrokkenheid van Didier Reynders in dit dossier. ‘Er zijn vanuit Frankrijk ook nooit contacten gelegd met Belgische politici in dit dossier. Daarover ben ik categoriek: ik heb geen enkel contact gehad met leden van de Belgische regering, en ben ervan overtuigd dat ook niemand op het secretariaat-generaal van het Elyseé zo’n contacten heeft gehad. Om de eenvoudige reden dat dergelijke contacten verlopen via Buitenlandse Zaken.’

De Franse ex-minister werd ook aangesproken op informatie die vandaag door De Standaard en Le Vif was onthuld. Het ging om een handgeschreven nota van Guéant zelf, gericht aan Damien Loras, een medewerker van het Elysée en tevens vertrouwensman van Chodiev: ‘Mijn zorg nu is zeer prozaïsch’, schreef Guéant, ‘met name dat de advocaten die voor Chodiev gewerkt hebben hun geld krijgen.’ Guéant zou dus hebben aangedrongen op een correcte betaling van de advocaten door Chodiev.

Over de hoogte van de erelonen die de advocaten uitbetaald kregen, wist Guéant niets, zei hij. ‘Maar het klopt wel dat ik aan Loras heb aangegeven dat er klachten waren van Chodievs advocaten met betrekking tot de uitbetaling. Kijk, als ik zo’n klachten te horen krijg, verwijs ik die niet naar de prullenmand. De advocaten maakten zich zorgen . Ze klaagden dat hun honoraria niet werden betaald. Wanneer ik gevat word door een klacht, dan behandel ik hem ook. Maar of en hoe de zaak uiteindelijk geregeld is, dat weet ik niet.’ Van Quickenborne: ‘U heeft uw naam en faam gebruikt om die facturen te laten betalen.’ Guéant: ‘Ik heb enkel aan mijnheer Loras gezegd: “Kijk naar die zaak.”‘

Ook kamerlid Delpérée mengde zich: ‘Van wie was Degoul eigenlijk advocaat? Van het Elysée of van de heer Chodiev? Geef toe dat het verrassend is dat Degoul zich richtte tot het Elysée toen ze niet werd uitbetaald?’

Van wie was Degoul eigenlijk advocaat? Van het Elysée of van de heer Chodiev?

Francis Delpu0026#xE9;ru0026#xE9;e (cdH)

Commissievoorzitter Dirk Van Der Maelen (sp.a) polste ook nog naar een ander element dat eerder opdook in de pers: een valies met 5 miljoen euro cash, die door advocate Degoul zou zijn opgehaald in Zwitserland en naar Frankrijk gebracht.

Van Der Maelen: ‘Degoul heeft nooit duidelijkheid verschaft wat er met dat geld is gebeurd. Is het misschien naar het Elysée gegaan, zoals in de pers wordt gesuggereerd?’ Het was de eerste keer dat Guéant ‘een dergelijke beschuldiging hoorde’, zei hij. ‘Ik begrijp uw zorg dat de soevereiniteit van België gerespecteerd moet worden. Maar nogmaals: Frankrijk heeft géén actie ondernomen om de Belgische wetgeving te beïnvloeden.’

Partner Content