De Belgisch-Oezbeekse miljardair Patokh Chodiev dagvaardt Georges Gilkinet (Ecolo), lid van de onderzoekscommissie Kazachgate.
U wordt op 6 juni voor de rechtbank van eerste aanleg van Namen gedaagd. Gaat u ernaartoe?
GILKINET: Ik ga me zeker niet verstoppen, maar het is nog de vraag of Chodievs verzoekschrift ontvankelijk is. Mijn advocaat is de dagvaarding, een lap van 16 pagina’s, nog aan het bestuderen. Zonder op onze verdediging vooruit te lopen: we hebben sterke argumenten.
Welke argumenten?
GILKINET: Om te beginnen is er de parlementaire onschendbaarheid. Die garandeert dat volksvertegenwoordigers in alle vrijheid de uitvoerende macht kunnen controleren, hun kerntaak. En dat is ook precies wat ik doe als lid van de onderzoekscommissie. Ik zou Chodiev een maffieus personage hebben genoemd, een man omringd door dubieuze kompanen. Maar dat zijn helemaal mijn woorden niet, dat komt van collega’s in de onderzoekscommissie. Ik zou ook een bron van perslekken zijn. Ook een onterecht verwijt. De pers verdient in dit dossier net een dikke pluim omdat ze zo veel feiten zélf heeft onthuld.
De bewijzen stapelen zich op dat Frankrijk via allerlei machinaties de soevereiniteit van de Belgische staat heeft geschonden
De onderzoekscommissie telt 17 leden. Waarom heeft Chodiev u uitgepikt?
GILKINET: Dat vraagt commissievoorzitter Dirk Van der Maelen (SP.A) zich ook af. Ik ben jaloers, heeft hij me gezegd. (lacht) Tja, waarom ik? Ik volg het dossier van de afkoopwet al sinds 2011 en stelde er al parlementaire vragen over voor de eerste artikels in Le Canard enchaîné. Zonder overdrijven: ik mag mezelf een motor van de onderzoekscommissie noemen. Vandaar wellicht deze poging tot intimidatie, want dat is het uiteraard. Eigenlijk is het me niet eens om Patokh Chodiev te doen. Ik wil vooral weten wie politiek verantwoordelijk is voor dit staatsschandaal. Want dat is het: de bewijzen stapelen zich op dat Frankrijk via allerlei machinaties de soevereiniteit van de Belgische staat heeft geschonden.
Het regende steunbetuigingen van verschillende partijen. Hartverwarmend?
GILKINET: Ja, ik was vooral blij met de krachtige verklaring van Kamervoorzitter Siegfried Bracke (N-VA). Alle partijen hebben me gesteund, al ging dat niet altijd van harte.
Vicepremier Didier Reynders (MR) was minister van Financiën toen de afkoopwet tot stand kwam. Verschijnt hij nog voor de onderzoekscommissie?
GILKINET: Hij heeft toegezegd, maar hij heeft nog geen gaatje in zijn agenda gevonden. We hebben nog even: onze deadline van 21 juli schuift zeker op. Voor een goed begrip: het gaat mij niet om Reynders‘ persoonlijke, maar wel om zijn politieke verantwoordelijkheid. Die is onloochenbaar, want tal van sporen leiden naar zijn kabinet.
