De Kamercommissie Sociale Zaken heeft een punt gezet achter de marathonzitting over het optrekken van de pensioenleeftijd die meer dan zestien uur geduurd heeft. Meerderheid en oppositie raakten het uiteindelijk eens om de artikelsgewijze bespreking voor volgende week te houden, na een dag van hoorzittingen met experten.
De oppositie had eerder om hoorzittingen met experten gevraagd, maar volgens de meerderheid was dat een vertragingsmaneuver. En die meerderheidspartijen drukten een debat door.
‘Slechte werkwijze’
“Dit is geen goede werkwijze”, hekelde Groen-Kamerlid Wouter De Vriendt. “De meerderheid oogst wat ze gezaaid heeft. De oppositie wilde een gespreide behandeling van het wetsontwerp over enkele weken, met beperkte hoorzittingen. Iets wat niet te veel gevraagd was voor een wetsontwerp met zo’n impact op de mensen. Maar de meerderheid wilde per se forceren en in één ruk tot het einde gaan.”
‘Hoognodig’
Ook SP.A is misnoegd, niet in het minst omdat de hervorming volgens de socialisten compleet fout zit. “Langer werken leg je niet op van bovenaf, en al zeker niet door enkel de pensioenleeftijd te verhogen”, aldus Hans Bonte. “Men moet in de eerste plaats rekening houden met de lengte van de loopbaan en dat doet men hier niet.”
De meerderheidspartijen onderstrepen dan weer dat de maatregelen hoognodig zijn om ons pensioensysteem in de toekomst overeind te houden. Hun voorstel houdt concreet in dat de wettelijke pensioenleeftijd wordt opgetrokken van 65 jaar naar 66 jaar in 2025 en naar 67 jaar in 2030. De leeftijd om met vervroegd pensioen te vertrekken gaat in 2017 naar 62,5 en het jaar nadien naar 63. De volledige loopbaan wordt opgetrokken tot 41 jaar in 2017 en tot 42 jaar in 2019.
(Belga/RR)
