Kafka in het zand

HET BEDRIJF HENS/REVABO IN BRASSCHAAT 'Een klassiek geval van een onwettige situatie die uitgroeit tot een verworven recht,' zegt milieujurist Hendrik Schoukens. © DIEGO FRANSSENS

Aanslepende dossiers over vernietigde milieuvergunningen voor bedrijven illustreren dat rechtszekerheid geen garantie is. Maar goed georganiseerde buurtcomités én de Raad van State tornen aan het gedoogbeleid.

Niemand in Vlaanderen munt zó uit in ‘het doorschuiven van de hete aardappel’ als waarnemend burgemeester Koen Verberck (N-VA) van de gemeente Brasschaat. Hij zou in principe de illegale activiteiten van de vennootschap Hens/Revabo in de Brasschaatse Heide moeten stilleggen. Sinds de jaren 1970 baat het bedrijf er een zandwinning uit, maar in de jaren 2000 kwam daar sluiks de opslag en verwerking van bouw- en sloopafval bij. Via politieke hand-en-spandiensten verkreeg het telkens een tijdelijke milieuvergunning.

Maar omwonenden die de groeiende overlast niet langer pikten, verenigden zich in een buurtcomité dat naar de Raad van State trok om de situatie aan te vechten. Met succes, want op 22 september 2016 vernietigde de Raad de van 9 januari 2014 daterende milieuvergunning, omdat er in een ‘ontginningsgebied met nabestemming landbouw’ geen industriële activiteiten mogen worden uitgevoerd. Vervolgens was het wachten op een nieuwe beslissing door Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege (CD&V).

Tot veler verrassing, niet het minst die van de Brasschaatse burgemeester, volgde Schauvliege het arrest van de Raad van State: op 8 februari 2017 gaf ze het bedrijf weliswaar een nieuwe vergunning, maar uitsluitend voor de oorspronkelijke zandwinning en niet voor de verwerking van het afval, die ondertussen de hoofdactiviteit is geworden. Het dossier ging terug naar de gemeente, die instaat voor de uitvoering van de beslissing – in casu de stopzetting van de afvalverwerking.

Maar om onduidelijke redenen weigert Verberck de wet toe te passen. De vraag naar de argumentatie achter zijn ‘gedoogbeleid’ beantwoordt hij met een warrige uitleg over de kwestie of het bedrijf al dan niet een zogenaamde ‘inrichting klasse 1’ is, want dan zou hij niet bevoegd zijn om op te treden. En als hij toch zou optreden, riskeert hij door het bedrijf te worden vervolgd. Hij wil het ‘complexe dossier’ opnieuw aankaarten bij Schauvliege.

De waarnemend burgemeester heeft evenwel geen been om op te staan. ‘Onze deur blijft dicht voor dit verhaal, want ons besluit is glashelder’, laat het kabinet van Schauvliege weten. ‘Volgens artikel 60 van het Milieuhandhavingsbesluit is de burgemeester bevoegd voor het opleggen van bestuurlijke maatregelen. Aangezien er in zijn gemeente een vergunningsplichtige inrichting wordt geëxploiteerd zonder vergunning, moet hij optreden. Hij heeft getracht het dossier naar de milieu-inspectie door te spelen, maar wettelijk kan dat zelfs niet, omdat het buurtcomité de vraag om op te treden aan hem heeft gericht.’ Voor Schauvliege is dit een ‘afgehandelde zaak’.

Handhavingsplicht

Milieujurist Hendrik Schoukens van de UGent stelt eveneens dat ‘juridisch gezien de burgemeester perfect de mogelijkheid heeft om de stopzetting van de bouwafvalverwerking op te leggen’. Maar waarnemend burgemeester Verberck ziet dat anders: hij liet al op 27 februari officieel weten dat hij onbevoegd is, waardoor de bal opnieuw bij Schauvliege ligt. Van een kafkaiaanse carrousel gesproken. Op de vraag wat hij hoopt te winnen met zijn getalm, omdat het juridisch een uitgemaakte zaak lijkt, antwoordde Verberck kortaf dat hij daar niet op wil reageren en brak hij het telefoongesprek af. Ook titulair burgemeester Jan Jambon (N-VA) van Brasschaat, momenteel minister van Binnenlandse Zaken, werd over deze zaak gecontacteerd, maar van hem kwam geen antwoord.

Milieujurist Schoukens wijst erop dat ook de Vlaamse milieu-inspectie in dit dossier zou kunnen optreden, vooral omdat de activiteiten van Hens/Revabo nooit aan een volwaardig milieueffectenrapport zijn onderworpen, hoewel dat verplicht is door de Europese wetgeving. ‘Deze schending van het Europees recht wijst op een nog striktere handhavingsplicht, want Europese lidstaten moeten schendingen van het Europees recht zo snel mogelijk ongedaan maken. Daar zijn recente uitspraken van het Europees Hof van Justitie over.’ Schoukens omschrijft dit dossier als ‘een klassiek geval van een onwettige situatie die uitgroeit tot een verworven recht. Maar in het licht van recente rechtspraak wordt het moeilijker dit soort situaties te blijven bedekken met de mantel der liefde. Een correcte handhaving sluit aan bij het grondwettelijk gewaarborgd recht op een gezond leefmilieu en een doeltreffende rechtsbescherming in milieuzaken.’

Het succes van de actiecomités die er door een professionele aanpak in geslaagd zijn het Oosterweeldossier grondig bij te sturen, illustreert dat actiegroepen niet langer genegeerd kunnen worden. Ellenlange procedures waren een manier om actiecomités lam te slaan. Maar burgers worden steeds onverzettelijker, en als ze over de nodige financiële slagkracht beschikken laten ze zich niet meer doen. Dat speelt ook in een ander prangend milieudossier: dat van de zandgroeve NV De Kock in Neerijse.

Leefbare woonomgeving

Sinds 2009 heeft minister Schauvliege dat bedrijf vier keer een milieuvergunning verleend, maar die is vier keer vernietigd door de Raad van State, op verzoek van een buurtcomité. De Raad oordeelde telkens dat de bedrijfsactiviteiten onverenigbaar zijn met een leefbare en veilige woonomgeving. De minister verleende evenwel telkens een nieuwe vergunning, tot de Raad van State het beu werd en op 31 januari 2017 een dwangsom oplegde van 15.000 euro per dag dat de groeve nog actief was. Daardoor werd ze effectief stilgelegd, in afwachting van een beslissing over een eventuele vijfde vergunning. ‘De Raad oordeelde hier expliciet dat je geen rechten kunt puren uit een lang aanslepende, maar manifest onwettige situatie’, stelt Schoukens. ‘Maar omdat milieuhandhaving zelden consequent wordt doorgedreven, nemen veel ondernemers aan dat dit nog altijd kan. Dat minister Schauvliege net op dit punt tegen de Raad inging, kon die laatste duidelijk niet hebben.’

Het kabinet van Schauvliege wijst erop dat er in dit dossier sinds 2009 28 gunstige en slechts 3 ongunstige adviezen van overheidsinstanties kwamen (de ongunstige waren wel van de dienst milieuvergunningen). Vandaar dat er telkens ‘gunstige samenvattende adviezen’ kwamen. Schauvliege heeft nu tot 8 mei de tijd om eventueel een nieuwe vergunning af te leveren. ‘Het spreekt voor zich dat de minister bij haar beslissing rekening zal houden met de motivering in de uitspraken van de Raad van State, zoals ze dat voorheen ook heeft gedaan’, stelt haar kabinet.

Misschien moet Schauvliege, nota bene milieujurist van opleiding, haar oor even te luisteren leggen bij haar partijgenoot Koen Geens, federaal minister van Justitie, die vlak bij het betrokken bedrijf woont. Dan kan hij haar uit de eerste hand een spoedcursus rechtszekerheid voor omwonenden aanbieden.

Door DIRK DRAULANS, foto DIEGO FRANSSENS

Misschien kan minister van Justitie Koen Geens zijn partijgenote Joke Schauvliege een spoedcursus rechtszekerheid voor omwonenden aanbieden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content