Jozef De Witte: ‘Ik pleit voor grote ongelijkheid’

De directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding probeert enkele misverstanden uit te klaren.

Jozef De Witte, directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (CGKR), ligt met enige regelmaat onder vuur. In een boek probeert hij enkele misverstanden uit te klaren. De titel is redelijk misleidend: Enerzijds/Anderzijds is een pittig werkstuk, een scherp pleidooi voor nuance ook. ‘Natuurlijk heb ook ik af en toe een xenofobe reflex. Wie niet?’

Jozef De Witte: Wat is dat, integratie? Iedereen gelijk? Er is een essentieel verschil tussen gelijkheid en gelijke rechten. Ik pleit voor grote ongelijkheid. Ongelijkheid is de voorwaarde voor vrijheid. Als we allemaal hetzelfde moeten doen of denken of worden, is de vrijheid zoek. Maar net omdat we ongelijk zijn, garandeert de wet gelijke rechten.

Men ontwaart nochtans wat ineens ‘een nieuwe grondstroom’ heet. De nieuwe premisse luidt: ‘Wie niet geïntegreerd is, moet niet zomaar rechten claimen.’

De Witte: Terwijl iedereen toch zou moeten weten dat participatie tot integratie leidt, en het omgekeerde niet werkt. Als een club een buitenlandse voetballer aantrekt, zal die zich pas goed integreren als hij mag spelen. Een bedrijf als Colruyt weet dat ook, en men handelt ernaar. Colruyt blijft immers booming business en heeft altijd nood aan nieuw werkvolk. Ze stellen twee eisen aan hun Nederlandsonkundige kandidaten. Eén: op de werkvloer spreekt men alleen Nederlands. Twee: volg tweemaal twee uur per week Nederlandse les. En dat werkt. Maar vandaag wordt steeds vaker het omgekeerde bepleit: eerst moet men bewijzen van integratie leveren, en pas dan mag men participeren. Dat klinkt misschien aannemelijk, maar het werkt gewoon niet.

Ik zeg niet dat integratie alléén van het bedrijf of van de samenleving afhangt. Maar het is soms interessant om eerst in ’t eigen hert te kijken. Als het gezondheidsbeleid mislukt, ligt het dan aan de zieken? Als het onderwijssysteem faalt, komt dat door de leerlingen? Maar als het integratiebeleid mislukt, ligt het ineens aan de migrant.

En mislukt is het wel, zo blijkt uit een aantal verbijsterende cijfers in uw boek.

De Witte: Het verontrust me, ja. (citeert uit het hoofd) Nog altijd vindt 22 procent van ‘de Belgen’ het storend indien iemand van een etnische minderheid zijn of haar baas zou worden. Van diezelfde Belgische meerderheid verklaart 14 procent op het openbaar vervoer liever niet naast iemand van een minderheid te zitten. En 29 procent van de meerderheid – maar ook 33 procent van de minderheid – vindt het zelfs ‘zeer storend’ indien zoon of dochter zou trouwen met iemand ‘van de andere groep’.

Eén op de drie Belgen meent nog altijd dat sommige rassen intelligenter zijn dan andere, en ik denk nog altijd niet dat ze daarmee bedoelen dat zwarten slimmer zijn dan blanken. En het is toch geen groot succes dat – amper – 61 procent van de Belgen van oordeel is dat alle rassen gelijkwaardig zijn? Vandaar dat ik mijn spreekbeurten en lezingen nog altijd begin met: ‘Houston, we have a problem.’ Het integratiebeleid is mislukt. (WP) Lees het volledige interview deze week in Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content